Een half uur vogels tellen in je tuin of op je balkon om daarmee een beeld te krijgen hoe de vogelpopulatie in Nederland er voor staat. Dat is het idee achter de Nationale Tuinvogeltelling.
De telling wordt jaarlijks gehouden en viert dit jaar haar twintigste editie. Vorig jaar werden er 2,5 miljoen vogels geteld. Uit de resultaten van de afgelopen jaren blijkt dat de tuinvogelbevolking behoorlijk aan verandering onderhevig is. In totaal komen er 83 vogelsoorten voor, en daarvan gaan er meer soorten achteruit dan vooruit. Vogels die vooral in populatie achteruit gaan zijn de huismus en merel. Het roodborstje is een rotsvaste middenmoter bij de tellingen.
Vorig jaar
Vorig jaar werd in Groningen de huismus het vaakst geteld. De vogel werd 3.161 keer gezien. De koolmees, 2.439 keer, en merel, 1.899, maken de top drie compleet. In de top vijf bevinden zich verder nog de pimpelmees en de vink. De Groningse top drie was identiek aan de landelijke top drie.
Meedoen
Mensen die dit weekend meedoen aan de telling kunnen deze website bezoeken. Daar kun je een telformulier downloaden waar je de waarnemingen kunt registeren. Ook vind je op de website handige tips over hoe je bijvoorbeeld moet tellen, maar ook hoe je je tuin aantrekkelijk kunt maken voor tuinvogels.