Groningers zijn in de afgelopen drie jaar iets positiever geworden over hun eigen provincie. Dat blijkt uit de Imagomonitor van het Nationaal Programma Groningen. In dezelfde periode daalde het imago van de provincie juist bij mensen die er niet in wonen.
De onderzoekers ondervroegen voor het onderzoek 4200 respondenten in verschillende groep wat ze van Groningen vinden. In totaal gaat het om ruim 1.500 Nederlandse respondenten, waarvan ruim 400 Groningers en de rest niet-Groningers. Nieuw dit jaar is dat ook ruim 2.700 respondenten uit buurlanden aan dit onderzoek meegedaan hebben.
Groningers vinden volgens de onderzoekers dat Groningen nog steeds een goede plek is om te wonen, recreëren en studeren, maar wel is er economisch nog wat te winnen in de provincie. Ondernemen en het vinden van een baan blijven onderaan staan. Niet-Groningse Nederlanders zijn minder positief over de provincie. Zij denken bij Groningen vooral aan aardgas en de bijbehorende problematiek en vinden de provincie nog steeds ‘ver weg’.
Opvallend is dat Nederlanders, Duitsers, Vlamingen en Noren die Groningen bezocht hebben, veel positiever zijn over de provincie dan niet-bezoekers. Daarbij springt in het oog dat inwoners van Bremen een bijzonder positief beeld van van Groningen hebben. Volgens het NPG zijn zij zelfs positiever over Groningen dan niet-Groningse Nederlanders.
De Imagomonitor maakt onderdeel uit van de jaarlijkse monitor van Nationaal Programma Groningen over de ontwikkeling van de regio. Eén van de doelstellingen van Nationaal Programma Groningen is het verbeteren van het imago van Groningen. Om de trend van het Groningse imago te volgen, heeft het nationaal programma de imagomonitor laten ontwikkelen. Dit jaar is voor het eerst iets te zeggen over hoe het imago zich heeft ontwikkeld ten opzichte van de nulmeting in 2020.