De zeven academische ziekenhuizen in ons land hebben geen gezamenlijk standpunt bereikt over de toekomstige locaties voor kinderhartchirurgie. Dit schrijft de NFU aan minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid.
Kuipers had de ziekenhuizen, waaronder het UMCG, gevraagd om vóór 15 februari te laten weten welke twee umc’s de kinderhartcentra mogen behouden. Daarmee komt het besluit opnieuw op het bordje van de minister te liggen. De ziekenhuizen hebben geen keuze kunnen maken, omdat ze geen goed zicht hebben op de daadwerkelijke effecten op de overige zorg en bedrijfsvoering van de zeven umc’s. Daarvoor ontbrak de tijd.
De kinderhartchirurgie is nu nog gevestigd in Groningen, Rotterdam, Leiden en Utrecht. Minister Kuipers wil het aantal centra terugbrengen naar twee, met een voorkeur voor Rotterdam en Utrecht. Dit omdat er te weinig gespecialiseerde chirurgen beschikbaar zijn. Na massale protesten, voornamelijk uit de noordelijke provincies, besloot Kuipers de NFU te vragen om een standpunt in te nemen. Nu dat niet gelukt is, gaat hij waarschijnlijk zelf een besluit nemen. Daar moet de Tweede Kamer dan wel mee instemmen.
Volgens het UMCG zou door sluiting van het kinderhartcentrum de kwaliteit van de complexe zorg onder druk staan. Bovendien zouden veel jonge patiëntjes en hun ouders dan regelmatig ritten naar de randstad moeten maken voor de noodzakelijke hulp.
