Ook gebouwen die nu niet binnen de ruim 26.800 adressen vallen waarvoor Nationaal Coördinator Groningen verantwoordelijk is, moeten geïnspecteerd worden op aardbevingsschade. Dat stellen de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten, naar aanleiding van het rapport ‘Veiligheid van gebouwen buiten de scope van de versterkingsoperatie’ van het Advies College Veiligheid Groningen.
Het Advies College Veiligheid Groningen (ACVG) bood haar rapport woensdag aan bij staatssecretaris Vijlbrief van Mijnbouw. Het ACVG concludeert in dit rapport dat er ook buiten de ‘scope’ van de NCG nog onveilige panden zijn. De onderzoekers verwachten dat het bij deze gebouwen nodig kan zijn om lichte versterkingsmaatregelen toe te passen.
De aardbevingsgemeenten en de provincie willen dat deze panden opgespoord worden door alle gebouwen in het aardbevingsgebied te inspecteren. Dat kan volgens de provincie en de aardbevingsgemeenten alleen door alle gebouwen in het aardbevingsgebied individueel te beoordelen en de onveilige panden te versterken. Daarbij pleit de regio voor een balans tussen snelheid en zorgvuldigheid. Ook moet er plek blijven voor het Loket opname op verzoek (LOOV) waar mensen zichzelf kunnen melden als ze zich onveilig voelen.