Burgemeester Koen Schuiling (VVD) is niet blij hoe het boerenprotest vorige week dinsdag is verlopen. Volgens de burgemeester was er een alternatieve demonstratieplek ingericht, maar werd hier geen gehoor aan gegeven.
Schuiling reageerde daarmee op vragen van raadslid Terence van Zoelen van de Partij voor de Dieren: “Vorige week dinsdag was het weer raak, waarbij tientallen tractoren naar het Provinciehuis reden. En laat ik duidelijk zijn, demonstreren is een groot goed. Demonstraties moeten we ook faciliteren, omdat ieder zijn mening moet kunnen laten horen. Maar van landbouwvoertuigen hebben we eerder gezegd, ook hier in de raad, dat we die niet in de binnenstad willen. In het verleden hebben we een incident gehad op de Vismarkt. We zien dat de veiligheid in het geding komt. Daarom willen we weten waarom er nu toch landbouwvoertuigen in de binnenstad waren te vinden.”
Koen Schuiling: “Demonstraties proberen we maximaal te faciliteren”
Schuiling: “Er zijn twee uitgangspunten. De eerste is dat als een demonstratieverzoek binnen komt, dat je dit zo maximaal mogelijk probeert te faciliteren. Demonstreren is immers een grondrecht. In het verleden hebben we gezien dat we onder moeilijke omstandigheden toch alles uit de kast hebben gehaald om een demonstratie mogelijk te maken. Soms hebben we zelfs een geluidsinstallatie beschikbaar gesteld om een demonstratie maar cachet te geven. Het tweede punt is dat een demonstratie om redenen beperkt kan worden vanwege openbare orde en veiligheid.”
“Landbouwvoertuigen vormen een gevaarsetting”
De burgemeester vertelt verder: “Bij deze demonstratie was er aanleiding om beperkingen op te leggen. De redenen kun je zelf ook bedenken. Landbouwvoertuigen vormen een gevaarsetting, zeker in een binnenstad. We hebben in onze binnenstad hele uiteenlopende verkeersdeelnemers: kinderen, ouderen, fietsers, bedrijven die met busjes bevoorraad moeten worden. Er is geen vaste verkeersstroom.”
“Men was er op gebrand om naar de Grote Markt te gaan”
“Met de organisatie van de demonstratie hebben we contact gelegd en hebben we gezocht naar een mogelijkheid om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Uit de gesprekken bleek dat ze er op gebrand waren om naar de Grote Markt te gaan. Daarvan hebben we gezegd, dat kan niet. Op de Grote Markt vond de afbouw van ESNS plaats, er wordt druk gewerkt aan de herinrichting van de binnenstad, en op dat moment, het tijdstip waarop ze daar wilden staan, zou er een aantal grote vrachtwagens staan. We hebben gezegd, vermijd de Grote Markt, met dat we het daarnaast überhaupt geen goed idee vinden dat er met landbouwvoertuigen in de binnenstad wordt gereden.”
“Groningen is niet het andere”
“Als gemeente hebben we een alternatief aangeboden. Om op P2 bij de Euroborg een demonstratieplek in te richten. De bedoeling was dat het Provinciebestuur daar ook naar toe zou komen, zodat de uiting volledig tot zijn recht zou komen. Daarop werd gereageerd door met een aantal landbouwvoertuigen naar het Martinikerkhof te rijden, en ook om fysiek op P2 te staan. Daarbij werd verwezen naar andere provincies, waar demonstraties bij provinciehuizen wel mogelijk waren. Daarvan hebben wij gezegd, Groningen is niet het andere. Het provinciehuis van Utrecht staat aan de Ringweg, in andere steden is het gebouw te vinden aan de rand van een binnenstad. De situatie kun je niet met elkaar vergelijken.”
“Moesten we alles uit de kast halen waarmee we juist het dienen van de veiligheid in gevaar zouden brengen?”
“Het lukte niet om tot een oplossing te komen, en daarop hebben we een bonbeschikking afgegeven, waarbij onder een aantal voorwaarden een paar voertuigen naar het Martinikerkhof mochten. Daar hebben de demonstranten zich niet aan gehouden. En dat betekende voor ons een dilemma. Moesten we op dat moment alles uit de kast trekken om de demonstratie af te breken? Dat had betekend dat we onze eigen voorwaarden, namelijk het dienen van de veiligheid, in gevaar zouden brengen vanwege de middelen die we hier voor zouden moeten gebruiken. Het is dan de overheid die zelf een gevaarsetting creëert.”
In gesprek
“We hebben dus aan afweging gemaakt. Wat er ook bij hoort is dat we na afloop in gesprek gaan. Dat doen we standaard bij elke demonstratie, om bij elkaar de redelijkheid te beproeven. Die uitnodiging volgt binnenkort. Dat houdt in dat we nogmaals uit gaan leggen dat als iets niet kan, dat het ook niet kan. Houdt men dan echter voet bij stuk, en toont men geen berouw, dan komt het Openbaar Ministerie in beeld, dat ook bij het gesprek aanwezig zal zijn.”