De fractie van de ChristenUnie in de gemeenteraad wil van het gemeentebestuur weten of er ook samengewerkt kan worden met kerkelijke organisaties om armoede effectief te bestrijden.
Fractievoorzitter Peter Rebergen van de partij wijst daarbij naar het rapport ‘Armoede in Nederland 2020-2022: Onderzoek naar hulpverlening door diaconieën, parochiële caritasinstellingen en andere kerkelijke organisaties in Nederland’. Uit dit rapport blijkt dat kerkelijke organisaties in 2021 voor een totaalbedrag van 40.989.045 euro hebben gestoken in de bestrijding van armoede. Om mensen te ondersteunen werden er door vrijwilligers 2.260.589 uren beschikbaar gesteld.
“Kerkelijke organisaties hebben een duurzaam karakter”
“Kerken hebben aandacht voor groepen die tussen wal en schip vallen en die slechts in beperkte mate aanspraak kunnen maken op overheidsvoorzieningen”, meldt Rebergen. “Opvallend is ook het duurzame karakter van kerkelijke armoedebestrijding. Waar andere welzijnsorganisaties afhankelijk zijn van aanbestedingen, zitten kerken doorgaans al lang in een wijk of buurt.” Volgens de politicus vormen kerken hiermee een belangrijke schakel in het signaleren van maatschappelijke ontwikkelingen. Daar komt bij dat hulp vanuit diaconale instanties vaak minder gebonden is aan protocollen, waardoor het laagdrempeliger is en er maatwerk geleverd kan worden. Bij de hulpvraag staat vaak niet het probleem maar de hele mens centraal.
“Mensen bereiken die uit zichzelf niet snel aankloppen bij de gemeente”
De ChristenUnie wil weten in hoeverre de gemeente al samen werkt met kerkelijke organisaties, en of men zicht heeft op wat er vanuit de Groningse organisaties bereikt wordt. “Naar aanleiding van dit rapport zien wij bijzondere kansen op het gebied van het signaleren van problemen rond armoede en schuldproblematiek. Op het gebied van informatieverstrekking over het aanvragen van bijvoorbeeld een energietoeslag zou de gemeente aan kunnen haken bij het bestaande netwerk van kerkelijke organisaties om daarmee groepen te bereiken die uit zichzelf niet snel contact zoeken met de gemeente.”