Column Benno de Jongh | Chefsache

column

Later vandaag verschijnt het rapport van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen. De kans dat dit een flatteus rapport wordt voor de overheid is verwaarloosbaar.

Maar we zijn in Nederland, dus is de polder nooit ver weg. Daarom zou de belangrijkste conclusie van het rapport ook best kunnen zijn dat het systeem gefaald heeft. Dat iedereen die politiek of ambtelijk betrokken was, schuld heeft aan de aardbevingsellende. En we weten allemaal: waar iedereen schuld heeft, heeft niemand schuld.

Maar als de zaken al zo lang zo verschrikkelijk fout gaan, dan is het hoog tijd om een serieus gesprek te voeren over schuld en verantwoordelijkheid. Om man en paard te noemen. En dan komen we automatisch terecht bij Mark Rutte, de eeuwige premier, de enige constante in deze treurige episode, ruiter én paard ineen.

Rutte werd in 2010 premier van dit ‘onwijs te gek gave landje’, toen allang duidelijk was dat de hersteloperatie op z’n zachtst gezegd beroerd verliep. Toch beweerde de premier tijdens de verhoren met droge ogen dat hij pas in 2018 de ernst van de situatie inzag. In die opmerking zit alles wat je hoeft te weten over de politicus Rutte. Aanvankelijk wekt zijn ogenschijnlijke openhartigheid enige sympathie op. Als de stof even later neerdaalt, zie je dat de premier met zijn woorden vooral verwarring probeert te zaaien. Alles is namelijk ondergeschikt aan de beeldvorming.

De eeuwige premier is er een meester in om zijn rol klein te maken. De voorbeelden zijn legio: ‘Ik ben slechts de voorzitter van de ministerraad‘, ‘I’m only a humble servant’ en ‘Ik heb geen directe verantwoordelijkheid voor dit dossier, de vakministers wel.’ Op andere momenten, als Rutte in het nauw gebracht wordt, schiet hij soepeltjes door naar het andere uiterste en lijkt hij juist de volledige verantwoordelijkheid te nemen. Dan hoor je uit zijn mond teksten als ‘Ik ben altijd verantwoordelijk als de baas van het spul’ en ‘U kunt me er altijd op afrekenen’. Dat lijkt stoer, maar het zijn altijd de politiek ongevaarlijke momenten wanneer hij verantwoording neemt.

Als het Rutte echt te heet onder de voeten wordt, gaat hij nog een stapje verder. Dan noemt hij een hoofdpijndossier ‘chefsache’. De asielproblematiek was chefsache, de stikstofproblematiek was chefsache, het toeslagenschandaal was chefsache en ja, ook Groningen was op enig moment chefsache. Het woord ‘chefsache’ bekent in Rutte-taal niets meer of minder dan tijdrekken. Want wat op enig moment chefsache is, is op een later moment geen chefsache meer. Zonder dat er aantoonbaar iets verbeterd is.

Natuurlijk is het formeel zo dat de minister-president niet zoveel bevoegdheden heeft, maar in de praktijk bemoeit Rutte zich met allerlei dossiers, zoals een premier ook zou moeten doen. De invloed van Rutte op allerlei zaken in Nederland is nauwelijks te onderschatten en dat geldt ook voor zijn invloed op het aardbevingsdossier. Het was Rutte die vrijwel alle ministers van Economische Zaken uitkoos, het was Rutte die de ministerraad voorzat als – en dat hoop je toch – af en toe de aardbevingsproblematiek ter sprake kwam. Het was Rutte die namens de regering beterschap beloofde en in 2019 zelfs sprak van een ‘erekwestie’.

Maar het beste bewijs dat Rutte al jarenlang de absolute baas is over het gasdossier, is misschien wel de geheime brief die Shell naar de premier stuurde. Hoewel het olieconcern dit dictaat ook naar de vakminister kon sturen, wist het heel goed bij wie het moest zijn. Rutte, zich uitermate bewust van de symbolische betekenis dat juist deze brief bij hem op het bureau landde, moest tijdens de verhoren een list verzinnen. En dus kon hij zich van de persoonlijke boodschap niets meer herinneren. En dat niet alleen: de brief was ook nog eens verdwenen uit zijn archief, als ware het een sms’je.

Ruim twee jaar geleden bood Rutte het ontslag aan van zijn derde kabinet als gevolg van het rapport ‘Ongekend onrecht’, naar aanleiding van het toeslagenschandaal. Wie dit schandaal naast ‘Groningen’ legt, kan niet anders dan gelijkenissen zien. Ook een goede reden om af te treden, zou je dus denken. Maar dat is buiten de Haagse logica gerekend. Want ironisch genoeg kan de exponentiele toename van het aantal crises weleens de verlenging van de politieke carrière van Rutte betekenen. Er is namelijk sprake van crisisinflatie; het soortelijk gewicht van de aardbevingsproblematiek neemt met elk nieuw probleemdossier weer iets af.

Het is simpel: óf je bent verantwoordelijk óf je bent het niet. Als je dat alleen wil zijn wanneer het je uitkomt, dan moet je geen politicus worden. Verantwoording is meer dan het stemgedrag van de Tweede Kamer, handige antwoorden op de vrijdagse persconferentie en een gunstige uitslag van Kamerverkiezingen. Als je Rutte niet verantwoordelijk kan houden voor de aardbevingsellende in Groningen, dan kan je nooit meer iemand ergens verantwoordelijk voor houden.

Rutte zelf laat zich het premierschap er niet door afpakken, hoe scherp de conclusie van het enquêterapport ook moge zijn. De presentatie deze vrijdag wordt interessant, al is maandag zo mogelijk een nog interessantere dag. In Den Haag komen dan de commissaris van de Koning René Paas, gedeputeerde Johan Hamster en Veiligheidsregio-chef Koen Schuiling met hun visie op het rapport. We gaan dan turven hoe vaak de heren de naam van Rutte in de mond nemen. Daaruit moet blijken uit welk hout ze gesneden zijn. We zullen zien waar hun loyaliteit ligt, bij hun medebestuurders of bij de Groningers.

We hebben stoere politici nodig. Dat heeft niets te maken met politieke kleur of met rancune. Chefsache of niet, iedereen weet dat een oplossing van het gasdossier er met deze premier nooit en te nimmer gaat komen.

Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites en -bladen. Benno schrijft wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar Benno aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl