Bij sommige nieuwsberichten schiet je eerst in de lach, om je vervolgens te realiseren dat het helemaal niet zo grappig is wat je zojuist gelezen hebt. Een voorbeeld hiervan is het cancelen van het toneelstuk ‘Wachten op Godot’ van de Ierse schrijver en dichter Samuel Beckett.
Het internationale toneelgezelschap GUTS zou deze moderne klassieker gaan opvoeren in het Usva-theater. Beckett heeft voor zijn dood laten vastleggen dat de rollen in het stuk alleen door mannen gespeeld mogen worden. De Beckett Foundation ziet daar op toe. De regisseur van GUTS, net als Beckett een Ier, had geen zin in een dwangsom of juridisch gedoe, dus willigde hij de eis van zijn landgenoot in. En dus zou ‘Waiting for Godot’ vanaf volgende maand op de planken staan van het knusse theatertje aan de Munnekeholm.
Maar dat was buiten Bram Douwes, theaterprogrammeur van het universiteitstheater, gerekend. Hij besloot het toneelstuk onmiddellijk te cancelen wegens gebrek aan diversiteit. ‘Het is heel simpel’, zegt Douwes met de zelfverzekerdheid die we van hem kennen uit het tv-programma De Slimste Mens. ‘We bemoeien ons nooit met de inhoud en artistieke keuzes, maar we moeten een grens trekken bij uitsluiting bij de voordeur.’
Nou kan het zijn dat Douwes niet helemaal begrijpt wat het woord ‘uitsluiting’ betekent. Maar zelfs dan verbaas je je over de gretigheid waarmee hij voor de troepen van de zelfverklaarde culturele elite uit loopt. Hij reproduceert de vage teksten over inclusiviteit en diversiteit die pontificaal op de RUG-website staan en doet er maar al te graag een schepje bovenop.
Je hoort de stem van De Slimste Mens-presentator Philip Freriks al: ‘Wát wéét jij van artistieke vrijheid?’ Waarop kandidaat Douwes ongetwijfeld iets zou antwoorden als: ‘Even nadenken…. Nou, dat is eigenlijk heel simpel toch? Schilderijen van de muur halen. Boeken verbranden. Toneelstukken verbieden…? Nee, is dat niet goed? Dan heb ik geen idee. Pas!’
Toen er na het verbod enige commotie ontstond, begon Douwes zich aanvankelijk in allerlei bochten te wringen. Het was heus geen verbod, dat zagen de mensen toch echt helemaal verkeerd. Het gaat er niet om wie er op het toneel staat, maar wie er allemaal auditie kan doen, haastte de journalist zich te zeggen. Maar voor wie nog twijfelde aan zijn bedoeling, wreef Douwes nog wat verder in de zelfgemaakte vlek en zei: ‘Als je vooraf had gezegd: de auditie van De Vagina Monologen is alleen voor vrouwen, dan had ik hetzelfde gezegd. Dat past niet meer in deze moderne samenleving.’ De ene quote van Douwes is nog absurder dan de andere, de dialogen in ‘Wachten op Godot’ zijn er niets bij. Als straf zou Douwes eigenlijk moeten kijken naar een volwassen man die twaalf uur lang onafgebroken over zijn kut aan het praten is.
Dat Douwes de eerste is die in Groningen sinds maart 1944 een toneelstuk verbiedt, dat interesseert hem niets. Dat Beckett een Nobelprijs heeft gekregen voor zijn oeuvre, dat maakt op Douwes weinig indruk. Dat het meesterwerk al door vele duizenden toneelgezelschappen over de hele wereld is opgevoerd zonder dat iemand aan een verbod dacht, daar heeft de theaterprogrammeur geen boodschap aan. Dat GUTS al maanden bezig is met de repetities, maakt Douwes niets uit. Dat het toneelgezelschap zelf aangeeft dat er achter de schermen veel mensen met een lhbti-achtergrond én vrouwen meewerkten aan het stuk, dat doet Douwes niets.
Voor Douwes is er inmiddels geen weg meer terug, zoals bleek uit het Dagblad-interview van enkele dagen geleden. Fuck Beckett en fuck de Beckett Foundation, roept hij stoer. Hij likt opzichtig naar de vertegenwoordigers van de culturele elite, die net als Douwes hun surreële wereldbeeld liever bevestigd willen zien dan bevraagd. Douwes toont zich een man van zijn tijd; de ideologische herprogrammering heeft bij hem definitief postgevat, inclusief denk-, spreek- en gedragsinstructies. Hij staat aan de goede kant van de geschiedenis, lijkt hij van de daken te willen schreeuwen.
Prima, als je het zo goed weet, dan moet je ook doorpakken. Kom dan, als vaandeldrager van de Groningse culturele elite, binnenkort met een lijst met wat niet langer geoorloofd is op de planken van de Usva en de rest van de Groningse theaters. In zijn rode boekje zal Douwes – om misverstanden bij theatergezelschappen in de toekomst te vermijden – een aantal vragen expliciet moeten beantwoorden. Zoals: welke verhouding tussen mannen en vrouwen is nog wel acceptabel? Wat als er gezongen wordt op toneel, geldt die verhouding dan ook of heeft de regisseur dan wel zeggenschap over wie er in zijn stuk speelt?
Wat gebeurt er met mensen die eruitzien als man maar zich identificeren als vrouw? Hoe zit het met onze non-binaire medemens? En wat is de volgende stap, Douwes? Moet dan meer dan de helft van de acteurs ook van niet-blanke, sorry niet-witte afkomst zijn? En hoe meten we dat eigenlijk? Gaan we af op het uiterlijk of moeten we een dna-test doen? En wat gebeurt er eigenlijk met monologen, zijn die wel divers genoeg?
Deze vragen lijken misschien absurd, maar het is niet verbazingwekkend als ze de komende jaren daadwerkelijk op tafel komen te liggen. De cultuurpausen, die kenmerken vertonen van religieuze fanatici, zullen steeds meer geboden op gaan leggen. Dat de RUG haar cultureel kompas kwijt is, dat wisten we al een tijdje. Of dat voor heel Groningen geldt, moet de komende tijd gaan blijken. Want in een culturele stad van enig belang, en dat is Groningen gelukkig nog, kan van een verbod op een toneelstuk geen sprake zijn.
Tot nu is de culturele sector oorverdovend stil. Alleen Micha Wertheim heeft zijn optreden in de Usva in het najaar afgezegd. De cabaretier liet in een open brief in de UKrant weten dat op een plek waar Beckett niet welkom is, hij niets te zoeken heeft. Maar geen enkele andere regisseur, theaterdirecteur of acteur laat publiekelijk iets van zich horen. Is het onverschilligheid? Of zijn ze bang voor uitstoting of hun baantje?
Je mag verdomme hopen dat er alsnog een Gronings cultureel instituut met ballen opstaat om ‘Waiting for Godot’ van GUTS een podium te bieden. Eén ding is zeker: de tent zal stijf uitverkocht zijn. En als je aan het stuk een discussie koppelt over vrijheid van expressie en de invloed van woke op onze cultuur, is succes helemaal verzekerd.
De steeds legere theaterzalen zijn echt niet alleen te wijten aan de naweeën van corona. Een even grote boosdoener is vermoedelijk het steeds verder oprukkende diversiteits-theater dat aan alle vinkjes voldoet, maar elke vorm van humor, bezieling en relevantie mist. Gelukkig hebben we de klassieke meesterwerken nog, denk je soms. Al zijn we daar dus ook niet meer zo zeker van.
Het grootste probleem is niet eens dat een omhooggevallen journalist een toneelstuk verbiedt. Het meest zorgelijk is het gemak waarmee dat gaat. Kunst en cultuur zijn te belangrijk om in de handen te leggen van meelopers zoals politici of universiteitsbestuurders en hun slippendragers.
Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites en -bladen. Benno schrijft wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar Benno aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl