Op de eerste dag van een reeks van rond de vijftien stakingsdagen is slechts een kwart van alle buschauffeurs uitgereden. Voor de treinen van Arriva heeft de staking weinig tot geen gevolgen.
Volgens busvervoerder Qbuzz laat dinsdagochtend weten dat de landelijke staking in het streekvervoer zorgt voor grote verschillen in het aantal bussen wat is uitgereden. Groningen heeft, samen met Brabant, relatief veel chauffeurs die meedoen aan de staking. In andere steden rijden veel meer bussen. Zo rijdt in Utrecht ruim zestig procent van de bussen en in Drechtsteden, Gorinchem, Molenlanden reed meer dan twee derde van de chauffeurs uit.
Zoals verwacht rijdt Arriva gewoon volgens de normale dienstregeling en is de uitval van treinen relatief beperkt. Zij staken voor betere voorwaarden in een andere cao dan die van de buschauffeurs en het aantal vakbondsleden van FNV en CNV is relatief laag.
Beide vervoersbedrijven Qbuzz en Arriva adviseerden eerder al om dinsdag en donderdag gebruik te maken van ander vervoer. Naast de genoemde dagen zijn er ook stakingen aangekondigd op 6, 8, 10, 14, 15, 20, 22, 24, 29, 30 maart en 3, 5 en 7 april.
De stakingen hebben te maken met de cao-onderhandelingen die muurvast zitten. In het openbaar vervoer wordt er gewerkt met verschillende cao’s. In de cao’s Openbaar Vervoer en Multimodaal staan werkgevers en vakbonden mijlenver van elkaar vandaan. De vakbonden eisen een hoger salaris en willen ook dat chauffeur langer de tijd krijgen om een broodje te eten of om naar het toilet te kunnen. In het laatste bod van de werkgevers ging men hier deels in mee, maar liet men tegelijkertijd weten niet meer te kunnen bieden omdat de koek op is.