Noord-Nederlandse natuurorganisaties maken zich zorgen over de manier waarop noordelijke bestuurders opgaven als de aanleg van de Lelylijn en de daaraan gekoppelde woningbouwopgave beschouwen als dé oplossing voor Noord-Nederland.
Als reactie op het rapport ‘Bouwstenen voor het Deltaplan’, stelden de organisaties haar eigen rapport ‘De kracht van het Noorden’ op, waarin de natuurorganisaties een andere toekomstvisie willen schetsen.
De acht natuur- en milieuorganisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap, Het Groninger Landschap, It Fryske Gea en de drie provinciale Natuur en Milieufederaties) bieden het rapport dinsdag aan bij de drie Commissarissen van de Koning van Friesland, Groningen en Drenthe.
Minder sterke blik op de Randstad
In het rapport schetsen de natuur- en milieuorganisaties een beeld, waarin noordelijke bestuurders de aanleg van de Lelylijn en de daaraan gekoppelde woningbouwopgave te vaak zien als dé oplossing voor Noord-Nederland. Het noorden moet vasthouden aan de schaal van Noord-Nederland en zich niet zo richten op provincies en het Rijk. “Wij zien grote kansen voor een integrale aanpak op het schaalniveau van Noord-Nederland, die aansluit op het schaalniveau van watersystemen, natuurnetwerken en de noordelijke landbouw met bijbehorende agroketens”, schrijven de organisaties in hun conclusie. “Maar die bovenal aansluit bij de kracht van het Noorden en de grote betrokkenheid van de Noorderlingen met hun landschap.”
De organisaties zien daarom meer heil in ‘hernieuwde bondgenootschappen’ in Noord-Nederland, zo stelt Marco Glastra, directeur van Het Groninger Landschap: “Bijvoorbeeld tussen natuur en landbouw, tussen landschap en recreatie en tussen rust, ruimte en gezondheid. Denkend vanuit het landschap en de natuur zien wij volop mogelijkheden om ook stedelijke opgaven, zoals woningbouw en duurzame mobiliteit, een passende plek te geven in het geheel. De kracht van het Noorden biedt een wenkend perspectief voor de regio en een toekomstbestendig aanbod voor jonge noorderlingen, voor partijen waarmee wij samenwerken, voor de provincies en uiteindelijk voor de Nederlandse regering’.”
Water meer centraal stellen
In het rapport pleiten de organisaties daarnaast voor een integrale aanpak, die vanuit een systeembenadering van landschap en natuur, een aantrekkelijk en duurzaam perspectief biedt. Volgens de clubs ligt de basis hiervoor in een ‘robuuste en klimaatbestendige waterhuishouding’, een ‘stevig natuurnetwerk met een rijke biodiversiteit’ en een ‘fijnmazig netwerk van landschapselementen’.
Het volledige rapport is hier te lezen