RUG-onderzoeker wil vak geschiedenis op de schop; meer aandacht voor de regio

nieuws
Foto: Rieks Oijnhausen

Het huidige geschiedenisonderwijs moet op een andere manier ingericht worden. Dat zegt Tim Huijgen, vakdidacticus Geschiedenis, van de Rijksuniversiteit Groningen in een opiniërend artikel in het Dagblad van het Noorden.

Huijgen vindt het vreemd dat bijvoorbeeld leerlingen op het vmbo slechts twee jaar geschiedenisonderwijs krijgen, waarbij het vak ook vaak nog gecombineerd wordt met andere vakken zoals aardrijkskunde. “Om actuele kwesties als de oorlog in Oekraïne te begrijpen moeten mensen kennis hebben van de geschiedenis. Een goed begrip van corona krijg je alleen als je weet hebt van eerdere verwoestende epidemieën, zoals de Spaanse Griep honderd jaar geleden”, zegt Huijgen.

Hein Bekenkamp: “Kinderen hebben geen flauw idee hoe de vork in de steel zit”
De lerarenopleider is niet de eerste die aan de bel trekt. In januari was het historicus Maarten van Rossem die zijn zorgen uitte over de kennis van geschiedenis bij jonge mensen. Hein Bekenkamp is in Stad betrokken bij het Groningens Ontzet en de vertellingen rond klooster Yesse bij Essen: “Ik merk heel duidelijk dat de kennis afneemt. Bij Yesse organiseren we met enige regelmaat excursies. Ik merk steeds vaker, en zeker bij kinderen en jongeren, dat voor ik aan de excursie kan beginnen, dat ik veel informatie moet vertellen over die tijd. Hoe zag de wereld er toen uit? Hoe waren de verhoudingen? Ze hebben werkelijk waar geen flauw idee hoe de vork in de steel zit. En het zijn geen incidenten, maar voorvallen die ik steeds vaker tegenkom. Ik zie het ook bij mijn eigen kleinkinderen.”

Kiezen voor een regionaal component
Huijgen vindt dat geschiedenisdocenten de vrijheid moeten krijgen om hun vak zelf in te richten, waardoor er ook ruimte ontstaat om aandacht te besteden aan regionale onderwerpen. Het huidige geschiedenisonderwijs is zowel in het basis- als het voortgezet onderwijs gericht op tien tijdvakken die zich bevinden in de periode van 3000 voor Christus tot het heden. De aspecten die binnen de thema’s behandeld worden zijn vaak gericht op de westerse samenleving, waarbij de Randstad vaak als uitgangspunt wordt genomen. Terwijl er volgens de wetenschapper beter gekozen kan worden voor een regionaal component, omdat dit beter aansluit bij de leefwereld van de jongeren.

“Vertel verhalen in plaats van iets voorlezen uit een boekje”
Volgens Bekenkamp ligt daar ook een rol voor de docenten: “Ik kan mij zo voorstellen dat tegenwoordig een docent wat uit een boekje vertelt, er wat vragen gesteld worden en dat dan een onderwerp wordt afgevinkt in de klas. Met het idee, dat hebben we dan maar weer mooi gehad. Maar hebben de kinderen er iets van opgestoken? Tuurlijk niet. Geschiedenis moet je tot leven brengen. Je moet kinderen meenemen in het verhaal. Dat kunnen hele mooie verhalen zijn, maar ook gruwelijke verhalen. En dat triggert. Zoiets beklijft. En de critici zullen nu zeggen, maar het is toch allemaal op te zoeken op internet? Jazeker. Maar de twee regels die over een gebeurtenis vertelt worden op internet die zullen nooit beklijven. De kennis valt of staat met docenten die verhalen kunnen vertellen, en die het leuk vinden om het op te pakken.”