Samen met 40 andere burgemeesters pleit Koen Schuiling maandagmiddag richting de landelijke overheid voor meer mogelijkheden om online in te grijpen tegen verstoring van de openbare orde. Schuiling ondertekende een opiniestuk in het NRC, waarin de burgemeesters reageren op de uitspraak van een rechter tegen de inzet een ‘online gebiedsverbod’.
Een rechter sprak zich verleden week uit tegen het ‘digitale gebiedsverbod’, wat de gemeente Utrecht twee jaar geleden oplegde aan een minderjarige jongen. Die riep via de app Telegram op om te demonstreren tegen het destijds geldende vuurwerkverbod en de coronarestricties. Burgemeester Dijksma van Utrecht verbood de jongen vervolgens om weer zulke oproepen te doen. Desondanks hanteert ook een aantal andere steden deze mogelijkheid.
Nu duidelijk is dat Dijksma dat niet had mogen doen, pleiten de burgemeesters voor alternatieven in de wet. Hoe dit er precies uit moet gaan zien in de wetgeving, weten ze ook niet precies. Maar de burgemeesters constateren dat de wetgeving rond het voorkomen van ongeregeldheden, door de komst van (anonieme) manieren van het opzetten van protestacties, er nu voor zorgt dat zij hun grip op escalatie dreigen te verliezen. De burgemeesters willen het ‘digitale gebiedsverbod’ inzetten, zodat ze met dwangsommen kunnen optreden tegen opruiing. Ze benadrukken daarbij dat het niet gaat om het inperken van het demonstratierecht, maar om het voorkomen van rellen.