Waar Noord-Nederland en met name Groningen maandag juichten toen minister Kuipers bekend maakt dat het UMCG haar kinderhartcentrum toch mag behouden, bleven de ‘verliezers’ in de strijd verbaasd en boos achter. Over 2,5 jaar raken de universitaire ziekenhuizen in Leiden en Utrecht hun kinderhartcentra hoogstwaarschijnlijk kwijt.
In het UMCG heerste sinds maandagmiddag een stemming van opluchting en vreugde, maar tegelijkertijd ‘proeft’ men ook in het noordelijke universitaire ziekenhuis de stemming die nu moet heersen bij ‘verliezers’ in de strijd om de kinderharcentra. “Waar een tweetal is aangewezen, valt ook een tweetal af”, benadrukt Eduard Verhagen, hoofd kinderafdeling van het UMCG. “Dat gevoel kennen we goed, want in december 2021 waren wij de ‘afvallers’. Daar waren wij ook heel ongelukkig mee.”
In Groningen heerst dan ook een klein beetje een ‘dubbel gevoel’, aldus Verhagen. De kinderarts stelt dan ook mee te leven en rekening te houden met de gevoelens in Leiden en Utrecht: “We sympathiseren daarmee en houden er ook rekening mee bij de patiënten en de medewerkers.”
Leiden overweegt vervolgstappen
En die gevoelens van onvrede zijn er zeker in de twee Randstad-steden. Officieel reageert het LUMC in Leiden slechts kort op het besluit van Kuipers: “We zijn onaangenaam verrast door het voorgenomen besluit en we staan hier uiteraard niet achter.” Het ziekenhuis stelt dat het vervolgstappen overweegt tegen het besluit van de minister en zich in te blijven zetten voor patiënten en hun naasten.
Bij Omroep West laat kindercardioloog Nico Blom (CAHAL) zich minder genuanceerd uit over de beslissing van Kuipers. “Je kan niet accepteren dat een plek waar het in 25 jaar met Amsterdam en Leiden zo goed is opgebouwd, doormidden breekt’, vertelt de arts aan de regionale omroep van Noord-Holland. “Het gaat steeds meer lijken op een heel politiek proces. Er wordt niet meer naar objectieve kwaliteitscriteria gekeken.”
Blom vindt dan ook dat het centrum in Leiden ‘met kop en schouders boven de rest uitsteekt’ als het gaat om kwaliteit. De kindercardioloog denkt dan ook niet aan stoppen en wil, ondanks het besluit van Kuipers, doorgaan met het behandelen van kinderen met ernstige hartproblemen in het centrum.
Utrecht: ‘Onbegrijpelijk dat de minister het eerdere besluit heeft ingetrokken’
Net als Leiden heeft het UMC Utrecht geen begrip voor de beslissing van de minister, die met het besluit terugkomt op de beslissing die voorganger Hugo de Jonge eind 2021 nam. Daarin werd Utrecht wel aangewezen als één van de twee kinderhartcentra die open mogen blijven. “Het is onbegrijpelijk dat de minister het eerdere besluit heeft ingetrokken en het belang van instellingen boven dat van de kwaliteit en continuïteit van zorg voor patiënten laat gaan”, zo schrijft het ziekenhuis.
De reactie uit Utrecht op de beslissing lijkt verdacht veel op de Groningse die eind 2021 op gang kwam in Groningen. Ook de argumenten voor behoud in Utrecht is opvallend hetzelfde: “ Dit betekent onnodige vervoersbewegingen voor ernstig zieke kinderen met kanker en een veiligheidsrisico voor kinderen, die in acute situaties de expertise van een kinderthorax chirurg of kinderanesthesist nodig hebben.”
Kuipers hakt knoop door na decennia discussie
Maandag werd duidelijk dat het UMCG, samen met het Erasmus MC in Rotterdam, over iets meer dan twee jaar, hoogstwaarschijnlijk de enige twee centra zullen zijn waar complexe hartproblemen bij kinderen worden behandeld. De discussie over de concentratie van de specialistische hartzorg voor kinderen speelt al ruim twintig jaar, maar de ziekenhuizen kwamen er niet uit. De Inspectie gezondheidszorg en Jeugd dreef de discussie in 2021 op en nog datzelfde jaar besloot toenmalig minister Hugo de Jonge deze zorg te concentreren in Rotterdam en Utrecht.
Dit zorgde bij het UMCG en de noordelijke overheden en Overijssel tot veel protest, omdat de zorg zou verslechteren. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) deed onderzoek en kwam tot de conclusie dat de gevolgen voor de zorg in Noord en Oost-Nederland groot zouden zijn. Er zou meer tijd genomen moeten worden om met een nieuw plan te komen met de mogelijkheid dat er meer dan twee hartcentra blijven. Kuipers gaf de ziekenhuizen vervolgens nog één kans om zelf tot een compromis te komen, maar wel over de locatie van twee centra. Vorige week werd duidelijk dat de ziekenhuizen er niet uitkwamen en besloot Kuipers zelf te beslissen.
‘Ziekenhuizen hebben tijd nodig om emoties de ruimte te geven’
Naast begrip voor de gevoelens in Leiden en Utrecht houdt het Beatrix Kinderziekenhuis er rekening mee dat het te maken gaat krijgen met meer patiënten uit de regio van de ‘afvallers’. “Dat verwacht de minister ook van ons en dat kunnen en willen we heel graag. Maar wij en de andere ziekenhuis hebben wel even de tijd nodig om de emoties de ruimte te geven, zowel de positieve als de negatieve.”
De ziekenhuizen krijgen die tijd ook, want pas over 2,5 jaar moet de overgang naar twee centra zijn afgerond. “Die tijd hebben we ook wel echt nodig om het goed te doen. Patiënten die eigenlijk nog geboren moeten worden, moeten er op kunnen vertrouwen dat het staat als een huis.