De mensen in het bevingsgebied moeten geholpen worden. Woorden klinken mooi, maar het is tijd voor daden. Dat is de reactie van verschillende partijen op de inhoudelijke reactie die Groningse bestuurders maandagochtend gaven in Den Haag.
Tijdens een persconferentie lieten Commissaris van de Koning René Paas (CDA), burgemeester Koen Schuiling (VVD) van Groningen en voorzitter Nationaal Programma Groningen Johan Remkes (VVD) weten dat er bij de Rijksoverheid een cultuurverandering moet plaatsvinden om gedupeerden van de gaswinning in Groningen te compenseren. Daarbij gaat het niet alleen om schadeherstel maar ook om investeren. Zo moet Groningen als eerste provincie in 2035 aardgasvrij zijn en moet er komende jaren geïnvesteerd worden in onderwijs, sport en cultuur.
Bram Schmaal (Groninger Belang): “Tijd voor daden”
“De boodschap van vanochtend is dat er wat moet gebeuren. Dat het tijd is voor actie”, zegt fractievoorzitter Bram Schmaal van Groninger Belang. “Afgelopen vrijdag werd het rapport van de parlementaire enquêtecommissie gepresenteerd. In dat rapport is heel duidelijk herkenning te zien en ook erkenning van het leed dat is aangericht. Maar het is nu echt tijd voor daden. Excuses in alle mogelijke bewoordingen, die kennen we wel in Groningen. Dat er nu een groot pakket op tafel is gelegd, dat de provincie graag binnen wil halen, dat is denk ik heel goed. Het moment is ook goed. De politiek in Den Haag is heel vluchtig. Vandaag gaat het hier over, en morgen gaat het ergens anders over. Je zult de aandacht vast moeten houden.”
“We moeten af van het gemier”
Wel zegt Schmaal kritisch te willen kijken naar de uitwerking van het pakket. “Het begint met of Den Haag gaat leveren. Groningen is jarenlang op een belachelijke manier behandeld. Er werd veel geld verdiend, maar er kwam niks terug, wat er voor zorgde dat de kloof alleen maar groter is geworden. Verdeel en heers-politiek. Maar wat ik heel duidelijk wil benadrukken is dat de mensen geholpen moeten gaan worden. De mensen die schade hebben, en die stress hebben, die moeten voorop staan. De versterking moet op gang komen. En daarbij moeten we af van de bureaucratische rompslomp. Je hebt de getallen waarschijnlijk wel eens gehoord. Van elke euro gaat er nu slechts 26 cent naar de versterking. De rest van het bedrag gaat naar bureaucratisch geneuzel. We moeten af van dat gemier. Als inwoners schade hebben moet het gecompenseerd worden. En daarnaast kun je kijken naar compensaties op andere gebieden. De armoede en werkloosheid omlaag brengen, het creëren van werk, het aanpakken van de infrastructuur. Maar dat is wel het tweede bedrijf, en daar zullen wij als partij ook kritisch naar kijken.”
Jimmy Dijk (SP): “Tijd voor actie”
Jimmy Dijk is fractievoorzitter van de SP in de gemeente Groningen. Hij sluit zich grotendeels aan bij de woorden van Schmaal. “Afgelopen zaterdag was ik met mijn SP-collega’s in Ten Boer en Ten Post. Daar hebben we met heel veel mensen gesproken. Hoe is het rapport van de enquêtecommissie gevallen? En dan zie je dat het de inwoners heel erg bezighoudt. Het is tijd voor actie.”
“Rutte moet zijn conclusies trekken”
Dijk: “En dat geldt ook voor de versterking op gang helpen. Er moet niet meer gesteggeld worden. Er moet aangepakt worden, er moet geïnvesteerd worden. En wat we in Ten Post en Ten Boer toch ook wel heel duidelijk gehoord hebben is de aversie tegen Mark Rutte. Henk Kamp is al weg. Eric Wiebes is ook van het toneel verdwenen. Maar Rutte zit er nog altijd. En wat mij betreft moet Rutte echt zijn conclusies trekken.”
“Keer op keer zullen we dit verhaal herhalen”
Dat er investeringsplannen op tafel worden gelegd snapt Dijk wel: “Maar uiteindelijk gaat het om het fundamentele probleem: de schade. Vrijdag werd het rapport gepresenteerd en dan zie je mensen huilen omdat ze horen wat ze al jarenlang weten. Maar diezelfde mensen staan komende week voor de rechter waarbij ze het opnemen tegen de landsadvocaat. Dat moet nu stoppen. En daar ga ik mij voor inzetten. Dat doe ik vanuit de gemeenteraad, Agnes Bakker doet dat vanuit Provinciale Staten en Sandra Beckerman vecht daar in de Tweede Kamer voor. Keer op keer zullen we dit verhaal blijven herhalen. Dat doen we onvermoeibaar, en waar het ook kan zullen we het kabinet hiermee confronteren.”
Fredric Geijtenbeek (ChristenUnie): “Het moet gaan over de Groningers”
Fractievoorzitter Fredric Geijtenbeek van de ChristenUnie: “Ik ben heel blij dat het gaat over de Groningers. Dat is ook belangrijk. Het moet wat ons als fractie betreft op dit moment niet gaan over geldbedragen of wiens positie ter discussie staat. Kijk. Als je het hebt over de juiste toon aanslaan: dat moment was afgelopen vrijdag bij de presentatie van het rapport. En ondanks dat alles wat er in stond wel bekend was, raakt het toch. Je bent onder de indruk. En dat had ik niet verwacht. De uitdaging van de presentatie van vanochtend was om dat nog eens te bevestigen.”
“Inlossen van de ereschuld is voor later”
Geijtenbeek: “Ik denk dat meneer Remkes het vanochtend heel treffend verwoordde: dat de eerste, tweede en derde prioriteit is om schade en herstel te regelen. Meneer Paas voegde er aan toe dat het in Groningen niet moet gaan over stenen, maar het moet gaan over de mensen die er wonen. Je hebt de fysieke schade, maar ook de mentale gevolgen van deze crisis. De enquêtecommissie haalde dat al aan en meneer Paas herhaalde dat nog eens. En dat is wat ons betreft ook de essentie. Er wordt ook gesproken over ereschuld. Maar hoe je dit in gaat lossen is voor later.”
“Mensen moeten hier veilig kunnen wonen”
“Dat geldt ook voor de positie van bijvoorbeeld Rutte. Hij wordt inderdaad in het rapport rechtstreeks aangesproken. Maar wat hebben we er aan als hij of het kabinet gaat opstappen? Dan krijg je hetzelfde als bij het toeslagenschandaal. Het levert veel vertraging op en in plaats van over de Groningers te praten gaat het dan weer over de poppetjes die in Den Haag rondlopen. Groningen moet perspectief worden geboden. Mensen moeten hier veilig kunnen wonen. Afgelopen weekend was ik in Loppersum. Ik sprak daar met een moeder die tegen haar kinderen zei dat ze in de toekomst er beter niet kunnen gaan wonen. Dat moeten we herstellen. De mensen moeten geholpen worden op een goede manier.”