Als Hans van Mierlo nog had geleefd, was de kans heel klein geweest dat hij D66 had gestemd. De kans was groter geweest dat hij het vakje van de BBB rood had gekleurd. Van Mierlo zou in elk geval met genoegen hebben toegezien hoe Gouke Moes het roer om wil gooien op het Groningse provinciehuis.
Hobbyboer Moes en zijn BBB-collega’s willen geen uitgesproken coalitie met een linkse of rechtse politieke kleur, geen debatten voor de bühne, geen coalitieprogramma dat in beton is gegoten en een evaluatie na twee jaar. Een nieuwe bestuurscultuur dus, of nieuw leiderschap zo u wil. Wat gevestigde partijen zagen als een politiek middel om tijd te rekken, lijkt de nieuwkomer op het politieke toneel daadwerkelijk ten uitvoer te willen brengen.
De BBB doet denken aan Democraten ‘66 in haar begintijd, al zal de huidige bestuurderskliek van D66 die vergelijking ongetwijfeld zien als vloeken in de moskee. In 1966 kwamen dertien mensen, onder wie Van Mierlo, bijeen om ‘met gefronste wenkbrauwen van gedachten te wisselen over het kreupele bestaan van het politieke leven in ons land’.
De tekst uit de bekende tv-spot waarin Van Mierlo mijmerend over straat loopt, leest als een beschrijving van het huidige politieke landschap: ‘We waren ongerust, over de politieke situatie in ons land, over de verwarring en ondoorzichtigheid, over de tanende invloed van de kiezers, over de ontoereikendheid van de verouderde spelregels, over de onbeweeglijkheid en de verstarring van het partijenstelsel, over altijd maar weer hetzelfde gezeur en hetzelfde geharrewar in regering en Tweede Kamer. We wilden er wat aan doen. Maar we wisten niet hoe. Toch hebben we iets gedaan.’
Caroline van der Plas had het kunnen zeggen. Al had ze waarschijnlijk niet weggedoken in een lange jas over de Amsterdamse grachten gelopen, maar in een leren jackie met een shagje in haar mond langs een weiland ergens in Salland.
De 57-jarige geschiedenis van D66 laat zien hoe ver een politieke partij, met name door de vele verlokkingen van de macht, van zijn oorspronkelijke idealen af kan komen te staan. Tot diep in de jaren 90 bestond D66 nog uit een groep van overwegend eigenwijze politici met visie, die zich onderscheidde van andere partijen door niet de last van de verzuiling met zich mee te hoeven torsen.
In het nieuwe millennium ging het met D66 vrij snel mis. Het moreel superieure gevoel begon zich definitief te manifesteren toen Pim Fortuyn ten tonele verscheen. Samen met GroenLinks en de PvdA probeerden ze de nieuwkomer af te schilderen als een fascist, met als dieptepunt de opmerking van D66-leider Thom de Graaf, die de ideeën van Fortuyn in verband bracht met de deportatie van Anne Frank.
(Wie wil zien hoe de gevestigde partijen in twintig jaar maar weinig hebben geleerd, is de documentaire ‘De zwevende kiezer’ van Frans Bromet een absolute aanrader. De docu werd destijds niet op tv uitgezonden vanwege de moord op Fortuyn, maar dit fascinerende tijdsbeeld is nog steeds te zien op YouTube.)
Met de komst van Alexander Pechtold werd het al niet veel beter. Toen bleek dat de directe confrontatie met Geert Wilders stemmen opleverde, leek de partij geobsedeerd door de PVV-leider. Beeldvorming kreeg de partij in de greep en liet niet meer los. Kroonjuwelen zoals het referendum en de gekozen burgemeester werden het raam uitgeflikkerd. MeToo-affaires werden onder het tapijt geveegd. Remkes werd afgeschilderd als een alcoholist. Kritiek op Kaag wordt afgedaan als vrouwenhaat. En kritiek op het stikstofbeleid geframed als haat jegens natuur en klimaat.
Van het ‘redelijke midden’ is weinig meer over. D66 is op Forum van Democratie na de meest radicale partij in de Tweede Kamer. Spindokters vermomd als Kamerleden hebben overal een antwoord op, maar nergens een oplossing voor. D66 was de partij van het debat en de nieuwsgierigheid, maar staat nu al jaren synoniem voor intolerantie tegen andersdenkenden.
Is het dan allemaal doffe ellende bij D66? Nee, sommige lokale en provinciale politici hebben de afgelopen decennia prima werk verricht, ook in Groningen. Opvallend is wel dat de partijleden van de liberale tak, de Van Mierloërs, al jaren muisstil zijn. Terwijl het bijna niet anders kan dat veel D66’ers zich doodergeren aan de arrogantie van het partijkader.
Is de natie gered nu de BBB een goede verkiezingsuitslag neergezet heeft? Nee, natuurlijk niet. Maar de partij lijkt tenminste een poging te wagen om onze vastgeroeste instituties, technocratische politiek en het loze ideologische geschreeuw aan te pakken. Om waarschijnlijk over een jaar of tien of twintig dezelfde fouten te maken die mensen in machtsposities nou eenmaal altijd maken. En dan zou het zomaar kunnen dat een andere partij opstaat om de gevestigde macht een broodnodige draai om de oren te geven. Dat zou zelfs D66 kunnen zijn, als die in de kern weer de partij wordt die het ooit was. Al is er dan nog een zeer lange weg te gaan.
De democratie heeft meer dan een impuls nodig. De kiezers willen echte inspraak, bijvoorbeeld als er plannen zijn voor een datacenter, windmolens of zonnepanelen naast hun deur. Ze willen dat de overheid er weer voor hen is, in plaats van andersom. En de kiezers willen hun D66 terug.
Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites en -bladen. Benno schrijft wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar Benno aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl