Sprekers als Omar Barghouti, die afgelopen donderdag aanwezig was bij een paneldiscussie in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, moeten eigenlijk geen podium krijgen binnen de universiteitsmuren. Dat vindt de Tweede Kamerfractie van de SGP.
De partij stelt maandag schriftelijke vragen aan ministers Dijkgraaf (Onderwijs) en Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) over de aanwezigheid van Barghouti, naar aanleiding van een betoog van Raouf Leeraar (politiek adviseur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël) in het Reformatorisch Dagblad.
Volgens de SGP zorgt de RUG, met de komst van Barghouti, voor een onveilige situatie voor Israëlisch en joden in het algemeen op de universiteit. Aan Barghouti toegedichte uitspraken als ‘universiteiten die Israël niet volledig boycotten, zijn semi-dictatoriale instituten’ en ‘Israël moet van de kaart worden geveegd’, zouden volgens de SGP het anti-Joodse sentiment op universiteiten aanwakkeren.
De RUG zelf reageerde bij het RD dat het evenement waar Barghouti kwam spreken voldoet aan de gestelde eisen voor een dergelijke bijeenkomst. Er waren namelijk ook vertegenwoordigers vanuit de joodse gemeenschap aanwezig bij de discussie. Daarnaast was er een mediator vanuit de universiteit en zou de bijeenkomst geen overtreding betekenen van de wet.
De SGP vindt dat niet genoeg en stelt dat een evenement als de ‘Israeli Apartheidsweek’ geen plek mag hebben op een universiteit. “Dit verhoudt zich niet met de boodschap dat elke student zich veilig moet voelen op de universiteit”, stelt de SGP. De fractie wil dat minister Dijkgraaf in gesprek gaat met de RUG, over de veiligheid van Joodse studenten, naar aanleiding van de berichtgeving over dit evenement.