De Academie voor Verpleegkunde van de Hanzehogeschool schaft vanaf 2024 de numerus fixus af. Dit betekent dat er geen maximum meer zal gelden voor het aantal studenten op de opleiding. De hbo-instelling kiest hiervoor om de zorgsector een handje te helpen.
In de zorgsector is er een groot tekort aan goed opgeleide verzorgenden. Als er niets gebeurt dreigt de zorg vast te gaan lopen. Zorgpersoneel werkt op dit moment onder zware omstandigheden, waarbij de werkdruk hoog is. Ook is er sprake van veel administratieve rompslomp. Het gevolg is dat er een relatief hoog ziekteverzuim is en zorgprofessionals vroegtijdig bij werkgevers vertrekken. In het IZA-akkoord is afgesproken dat er gewerkt moet worden aan een goede, toegankelijke en betaalbare zorg. De Academie voor Verpleegkunde voelt de maatschappelijke verantwoordelijkheid om samen met het werkveld zoveel mogelijk goede verpleegkundigen op te leiden. Daarom wordt vanaf het schooljaar 2024-2025 geen numerus fixus meer gehanteerd. De komende tijd wordt gebruikt om samen met het werkveld te bepalen hoe er vorm gegeven kan worden aan voldoende kwalitatief goede stageplekken en hoe er voldoende leermomenten geboden kunnen worden.
Jacqueline Beverwijk (Academie voor Verpleegkunde): “Zoveel mogelijk goede mensen opleiden voor het Noorden”
Jacqueline Beverwijk is dean van de Academie voor Verpleegkunde: “Wij voelen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om, samen met het werkveld, zoveel mogelijk goede verpleegkundigen op te leiden voor het Noorden. Met het opheffen van de fixus van onze opleiding wordt de samenwerking met ons werkveld alleen maar belangrijker: het anders vormgeven van het huidige praktijkleren, het anders organiseren van de zorg en samen kijken hoe we jonge professionals duurzaam kunnen binden en verbonden houden aan de zorg.”
Anneke Bueving-Tol (Martini Ziekenhuis): “Plezier in het werk is belangrijk”
Om werknemers zo duurzaam mogelijk in te zetten ligt er volgens de Academie voor Verpleegkunde een gezamenlijke opgave vanuit het onderwijs, onderzoek en werkveld. Anneke Bueving-Tol van het Martini Ziekenhuis onderschrijft dit: “Plezier en energie in het werk zijn belangrijke voorwaarden om de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg in de toekomst te waarborgen. Alleen samen kunnen we zorg dragen voor voldoende kwalitatieve stageplekken en de studenten goed voorbereiden op hun rol als verpleegkundige professionals. Het binden en boeien begint al tijdens de opleiding en de stageperiodes waar de basis gelegd wordt.”
De Academie voor Verpleegkunde geeft aan dat er ook gekeken gaat worden naar passende leerroutes voor toekomstige verpleegkundigen. Daarnaast is er onlangs een programma voor zij-instromers gestart.