Vertellen over de oorlog is nog steeds heel belangrijk: “Oh meneer, wat is zo’n helm zwaar”

nieuws
Foto: Sebastiaan Scheffer

Het is zondag precies 78 jaar geleden dat de geallieerden Groningen bevrijdden van de Duitse bezetter. Vertellen over de oorlog is volgens Heiko Ates van het Victory Museum nog altijd belangrijk, en is sinds vorig jaar misschien nog wel belangrijker geworden.

“Niet zo lang geleden kreeg ik tijdens de rondleiding van een schoolklas de vraag of ik ook bang was”, vertelt Ates. “Ik heb dat mannetje uitgelegd dat het mij niet bevalt dat er op 1.400 kilometer een hele vervelende oorlog woedt waar veel mensen het leven bij laten. En ook dat 1.400 kilometer helemaal niet zo ver is. Een etmaal stevig doorrijden en je bent er. De kinderen heb ik geadviseerd om het Jeugdjournaal goed te blijven kijken. Dat het belangrijk is om op de hoogte te blijven van wat er speelt in de wereld.”

“Het gaat niet over cijfertjes en feitjes”
Ates runt in Grootegast het Victory Museum. Tot een paar jaar geleden was het museum gevestigd aan de Ulgersmaweg maar de gepassioneerde Ates moest noodgedwongen verhuizen. In Grootegast ervaart het alsof je terug bent in 1945. Behalve heel veel oorlogsmaterieel zijn er ook uniformen en gebruiksvoorwerpen te zien uit die tijd. “Het blijft belangrijk om hier over te vertellen. De oorlog in Oekraïne maakt dat ontzettend duidelijk. En dan gaat het niet over de cijfertjes en de feitjes. Maar in het museum kun je zien en ervaren hoe het er daadwerkelijk uit zag. Hoe het er aan toe ging.”

“We drukken ze gelijk een helm in de handen”
In het museum staan dan ook geen glazen vitrines waar de materialen liggen opgeslagen. “Tijdens een rondleiding kreeg ik de vraag of een helm zwaar is. Na zo’n vraag krijgt een scholier gelijk een helm in de handen gedrukt. En de klasgenootjes ook. Het is belangrijk om het te voelen, om er affiniteit mee te krijgen. En de reacties zijn vaak mooi. Oh, meneer! Wat is zo’n helm zwaar! Vooral als ze zich realiseren dat je zo’n helm een groot deel van de dag moest dragen. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld geweren. Daar kan natuurlijk niet meer echt mee geschoten worden, maar het tillen, het aanraken, dat maakt zoveel meer indruk dan een verhaal dat in de klas wordt verteld. Dat bieden we graag aan.”

“Rond 4 en 5 mei is er veel belangstelling”
Nu het 78 jaar geleden is merkt Ates ook dat de belangstelling toeneemt. “Dit hele jaar gaat het al heel goed. We hebben tot nu toe 7.000 bezoekers mogen verwelkomen. Als dat dit jaar zo doorgaat, dan ben ik een blij man. Maar ons hoogseizoen start op dit moment. Dit zijn de dagen dat Noord-Nederland bevrijd werd. Dat betekent bijvoorbeeld al meer belangstelling en ook meer schoolklassen die rondleidingen bij ons willen. Het hoogtepunt is straks in de meivakantie. Rond 4 en 5 mei merken we dat er veel vraag is. Die hele vakantie zijn we ook geopend om maar zo goed mogelijk te voldoen aan de vraag die er is.”

Penicilline en walkietalkies
Ates vindt het belangrijk om tijdens de rondleidingen ook andere kanten van de oorlog te belichten. “Weet je wat dit is?” Terwijl Ates wijst naar een flesje. “Dit is penicilline. Voor de Tweede Wereldoorlog ontdekt door een Schotse arts, maar tijdens de oorlogsjaren kwam de ontwikkeling ervan in een stroomversnelling omdat er behoefte was aan een bruikbaar antibioticum. Het is aan de oorlog te danken dat het er kwam. En weet je wat ook interessant is? Als ik aan kinderen vraag of ze een mobieltje hebben, dan gaan vrijwel altijd alle handen omhoog. Maar dan vraag ik: hoe zou er tijdens de oorlog gecommuniceerd worden? En dan zie je ze denken. En vaak is het dan de juf of de meester die voorzichtig zegt, met een walkietalkie? En dat is inderdaad het juiste antwoord.”

“Oorlog brengt ontwikkelingen in een stroomversnelling”
“Een mooie naam eigenlijk ook: walkietalkie. Wandelend praten. Je kunt zeggen dat die apparaten van toen de voorlopers waren van de mobieltjes nu. Hoewel het heel erg beperkt was. Afhankelijk van de weersomstandigheden was een bereik van ongeveer driehonderd meter mogelijk. Zulk soort verhalen vertellen we aan de kinderen. Dat een oorlog heel wreed is, maar dat het ook ontwikkelingen in een stroomversnelling brengt waar we vandaag de dag nog steeds op voortborduren.”

“Op 3 mei vindt er een inleveractie plaats”
Rond 5 mei vinden in het museum geen grote vieringen plaats. “Hier in de buurt worden mensen uit Oekraïne opgevangen. Wij vinden het niet passend om in dat kader met veel bombarie op straat met oude voertuigen en in uniformen te paraderen. We richten ons op de 80-jarige bevrijding. Dan willen we groots uitpakken.” Toch wordt er wel het één en ander voor de komende periode opgezet. “Wat wel leuk is om te vertellen is dat op 3 mei er een inleveractie plaatsvindt. Mensen zijn dan tussen 12.00 en 17.00 uur welkom om spulletjes uit de oorlogstijd langs te brengen. Om het te laten bekijken of om het te schenken, zodat wij het uit kunnen stallen in ons museum. Dat is voor ons een belangrijke dag.”

“Pispotten onder de bankjes”
De komende periode staan nog verschillende excursies op het programma, want bij het Victory Museum merken ze dat de belangstelling van scholen groot is. “Hier in het gebouw hebben we een schuilkelder nagebouwd. Door middel van een digitale simulatie kun je ervaren hoe het is om een bombardement mee te maken. Van kinderen krijgen we vaak de vraag hoe lang men dan in zo’n kelder moest zitten. Dan zeggen we, soms twintig minuutjes, maar soms ook wel enkele uren. Daarom zie je ook die potten onder de bankjes staan. Die konden gebruikt worden als pispot. En dan zie je de kinderen nadenken. Want ze realiseren zich op zo’n moment dat leeftijdsgenootjes in Oekraïne dus dagelijks met zulke situaties te maken hebben.”

“Oorlog is helaas nog altijd geen geschiedenis”
Ates: “Wat je hier ziet staan is geschiedenis. Maar het begrip ‘oorlog’ is helaas nog altijd geen geschiedenis. Op tal van plekken in de wereld zijn er conflictgebieden. Leiders van groeperingen of landen die belust op macht en geld oorlogen voeren ten koste van heel veel onschuldige mensen. De Tweede Wereldoorlog werd op 15 augustus 1945 beëindigd, maar helaas was het niet de laatste oorlog die de mens gekend heeft. En dat er nu op 1.400 kilometer gevochten wordt, ja, dat baart mij zorgen.”

Het Victory Museum in Grootegast is te vinden aan de Legolaan 1c. Meer informatie vind je op deze website.