Bestuursvoorzitter Maria Jongsma van de Voedselbank Groningen krijgt op 11 mei de Ubbo Emmiuspenning uitgereikt. Jongsma laat weten trots te zijn, maar wil tegelijkertijd ook kijken naar de toekomst.
“Ik ben hier super blij mee”, vertelt Jongsma. “Ik kreeg in december te horen dat ik deze penning ga krijgen. Dus ik wist het al een tijdje. Men heeft mij in het vizier gekregen omdat de RUG iets wilde doen met het thema tweedeling. Hier is vervolgens over nagedacht en zo kwam men op armoede. Op de tegenstelling tussen arm en rijk. De afgelopen periode is de Voedselbank veel in het nieuws geweest, en heb ik als bestuursvoorzitter veel mensen te woord gestaan. En zo is men op mij gekomen. Daarbij kijkt men wel of de persoon die men op het oog heeft ook aan de RUG gestudeerd heeft. Nou, dat heb ik. In de jaren zeventig heb ik Andragogie gestudeerd. Dit is een opleiding die zich richt op het opvoeden en vormen van volwassenen.”
“De locatie van waar je wieg staat bepaalt heel veel”
Over de waarde van de penning is Jongsma duidelijk: “Deze penning is een stukje erkenning van wat ik gedaan heb. De penning is het bewijs dat wat ik gedaan heb, goed is geweest. Met de penning is geen geldbedrag gemoeid. Dat vind ik ook niet belangrijk, omdat de erkenning misschien wel belangrijker is. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om mensen te helpen. Ik heb een tijdlang in Tanzania gewoond en gewerkt. Daar had ik contact met een Tanzaniaanse die in die jaren haar eerste kind kreeg. En toen dacht ik, het maakt heel veel uit waar je wieg staat. De locatie van de wieg bepaalt ontzettend veel. Eenmaal terug in Nederland heb ik een tijdlang in de thuiszorg, in het onderwijs en in de kinderbranche gewerkt. Ik heb me ingezet voor de verlengde schooldag. Bij een verlengde schooldag duurt een schooldag één of enkele uren langer. De extra uren zijn bedoeld om meer tijd te besteden aan bijvoorbeeld taal en rekenen. Belangrijk omdat ook in Nederland de locatie van je wieg heel veel betekent voor je toekomst, hoeveel mogelijkheden je hebt en krijgt.”
“Ook bij jou in de wijk, in je straat, komt armoede voor”
Jongsma: “Ook in Nederland heeft niet iedereen dezelfde kansen. De locatie van de wieg is ook hier cruciaal. Armoede is niet iets dat zich ver weg afspeelt. Ook bij jou in de wijk, en bij jou in de straat komt het voor. Overal kunnen mensen wonen die het niet zo breed hebben. En we moeten oppassen dat we niet in vooroordelen denken. Dat als iemand zegt dat hij of zij in Haren woont, dat we denken dat daar geen armoede is. Want ook daar is armoede.”
“Meer naar elkaar omkijken”
Op de vraag of Jongsma hoopt of ze een voorbeeld is voor andere mensen: “Ik wil daar nog niet teveel over zeggen, want op 11 mei krijg ik tijdens een Symposium de erepenning uitgereikt, en ik mag dan ook wat mooie woorden zeggen. Maar ik vind de vraag wel heel mooi. Ik had er zelf ook nog niet zo over nagedacht, maar er zit zeker een kern in. Het zou bij de uitreiking van deze penning ook niet moeten stoppen. Het zou door moeten werken. Dat we wat meer bruggen gaan slaan. Dat we wat meer naar elkaar omkijken. Dat je zelf denkt dat je het goed hebt, maar dat je ook wat verder kijkt. En zo zitten onze vrijwilligers bij de Voedselbank ook in elkaar. Je doet het enerzijds voor jezelf. Maar je doet het ook voor anderen. Om mensen te helpen. Dat is een waarde die zo belangrijk is. Doe daar iets mee.”
Ubbo Emmiuspenning
De Ubbo Emmiuspenning werd in 1964 door het Groninger Universiteitsfonds ingesteld. Dit ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de RUG. Er bestaan twee versies van de penning: één voor wetenschappelijke verdiensten en één voor maatschappelijke verdiensten. Beide penningen worden eens in de vijf jaar uitgereikt.