44 studenten geneeskunde die tussen 2016 en 2018 werden aangenomen als beurspromovendi bij het UMCG, moeten als werknemer worden gezien. Dat meldt de Universiteitskrant na een uitspraak van het gerechtshof in Leeuwarden.
De studenten begonnen vijf jaar geleden een zaak tegen het ziekenhuis. Zij vonden dat ze werknemers zijn, omdat ze hetzelfde werk deden als promovendi die vóór 2016 en na 2018 werden aangenomen op een arbeidscontract. Ze vonden daarom dat ze recht hadden op secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals vakantiegeld en/of een eindejaarsuitkering.
Volgens het UMCG betrof het hier echter een studietraject, waarbij de studenten afwisselend werkten aan hun promotieonderzoek en het afronden van hun studie geneeskunde. Omdat ze veel meer vrijheid hadden dan werknemerpromovendi, hoefden ze ook geen vrije dagen op te nemen en was er geen sprake van een gezagsrelatie, zoals bij werknemers, De Groninger rechtbank ging daar januari vorig jaar in mee.
Het gerechtshof bepaalde echter in hoger beroep dat de studenten wel degelijk werknemer waren. Hun vrijheid was slechts beperkt en de promovendi moesten gewoon solliciteren. Bovendien verrichten ze ‘productieve arbeid’ ten behoeve van het UMCG.
De promovendi hebben nu recht op achterstallig vakantiegeld, niet uitbetaalde vrije dagen, eindejaarsuitkeringen en eventuele pensioenheffingen. Dat kan het UMCG in totaal zo’n half miljoen euro kosten. Volgens de Ukrant wordt in augustus duidelijk hoeveel geld de rechter gaat toewijzen.