Doedelzakband ‘The Black Watch of Canada’ brengt bezoek aan Stad: “Dit gaat historisch worden”

nieuws
Foto: Heiko Messerschmidt

Het regiment ‘The Black Watch of Canada’ brengt de komende dagen een bezoek aan Stad. In 1945 speelde het regiment een belangrijke rol bij de bevrijding van Groningen. Joël Stoppels van Battlefield Tours kijkt uit naar het bezoek.

Hoi Joël! Wat gaat er de komende dagen gebeuren?
“Wat er gaat gebeuren mag als iets historisch worden gezien. Dit gaat niet zo vaak gebeuren. Het regiment ‘The Black Watch of Canada’ gaat een bezoek brengen aan Groningen. En eigenlijk zijn ze al een tijdje onderweg. Het regiment is namelijk bezig met een soort pelgrimstocht waarbij ze in de voetsporen treden van degenen die in 1945 Nederland bevrijd hebben. Dit regiment is bijvoorbeeld ingezet bij de slag om de Schelde. Maar ook waren ze betrokken bij de bevrijding van Rijssen.”

En nu zijn ze dus aanbelandt in Groningen …
“Ze blijven hier drie dagen. Morgen, op dinsdag, arriveren ze in Groningen. Burgemeester Koen Schuiling ontvangt de mensen op het stadhuis, waar een lunch wordt aangeboden. Daarna gaat de groep, die uit tachtig personen bestaat, naar het Provinciehuis, om daar ontvangen te worden door de Commissaris van de Koning, René Paas. Op woensdag gaat er een ceremonie plaatsvinden op de begraafplaats in Hoogkerk. Bij de bevrijding van Groningen is hevig gevochten in het Noorderplantsoen, waar één van de leden van dit regiment om het leven kwam. Deze wordt woensdag in Hoogkerk geëerd.”

En in de avond vindt er dan een parade plaats …
“Het regiment vertegenwoordigt twee strijdkrachten die belangrijk zijn geweest bij de bevrijding: The Black Watch of Canada en Le Regiment de Maissonneuve. Zestig doedelzakspelers zullen in de avond door de stad trekken. Daarbij volgen ze de route die in april 1945 is afgelegd. We kunnen de route niet precies lopen, omdat de Meikermis wordt opgebouwd. Maar men loopt via de Oosterstraat naar de Nieuwe Markt. De start is om 19.00 uur, en dat gaat historisch worden. Het programma wordt donderdag afgesloten met een toer door de binnenstad, waarbij ook het Noorderplantsoen wordt aangedaan.”

Nu kan ik me zo voorstellen dat mensen denken, 4 en 5 mei hebben we gehad, komt dit niet een beetje laat …
“Dat snap ik. Maar logistiek kon dit niet anders. Eigenlijk had dit bij 75 jaar bevrijding al plaats zullen vinden. Maar toen was er corona. Vorig jaar hebben we het overwogen, maar toen we de knoop door moesten hakken was het op het vlak van het coronavirus ook nog spannend. En zoals gezegd, men treedt in de voetsporen van hun makkers 78 jaar geleden. Op 4 en 5 mei was men in Wageningen bij het defilé dat daar plaatsvond. En nu komen ze naar Groningen.”

Terug naar de oorlogsjaren. Hoe belangrijk waren zulke doedelzakspelers?
“Die waren heel belangrijk. We hebben het nu over dit regiment, maar we weten dat er ook andere geallieerde militaire bands in Stad hebben gespeeld. Het was onderdeel van een legergroep. Het geluid motiveerde de militairen. De muziek die ze speelden werd gebruikt om op te marcheren, of om juist de strijd aan te gaan. Daarbij moet wel aangetekend worden dat deze groep nooit voorop liep. Ze kwamen er altijd achteraan.”

En dan trekt zo’n groep de stad in. Een Stad die vijf jaar lang bezet is geweest …
“De doedelzak is het geluid van de vrijheid. Mensen hadden een zware tijd doorgemaakt. Na een aantal dagen van hevige strijd werd Groningen bevrijd. En dan hoor je dat geluid van de doedelzak. Dat betekende heel veel. En die waarde was dit jaar ook terug te zien bij de herdenking in Groningen. De stichting 4 mei Groningen had The Clan MacBeth Pipe Band uit Groningen in het programma betrokken. Vanuit historisch oogpunt. Dat vond ik heel mooi.”

Je hebt het over historisch, iets dat niet zo vaak gaat gebeuren. Zouden mensen woensdagavond langs de route moeten staan?
“Mensen moeten niks, maar het gaat wel heel bijzonder worden. De groep zal uniformen dragen die in 1945 ook werden gedragen. Niet dezelfde uniformen, maar make-offs. Men komt met een grote afvaardiging naar Groningen, en dat is wel uniek. Het gaat overigens niet om mensen die in 1945 mee hebben gevochten, maar om mensen die letterlijk in de voetsporen treden van hun makkers.”