Waarom wil de gemeente Groningen geen energietoeslag uitkeren aan studenten? Die vraag rijst opnieuw bij de raadsfractie van Student & Stad na de reeks rechtszaken van een week geleden. Volgens de partij liet de behandeling van de zaken zien dat de gemeente niet het achterste van haar tong heeft laten zien richting de gemeenteraad rond de kwestie.
“Keer op keer heeft de wethouder (Eelco Eikenaar) verkondigd dat het uitkeren van energietoeslag aan studenten niet kan vanwege gebrek aan ambtelijke uitvoeringscapaciteit en financiële middelen”, aldus S&S-raadslid Mirte Goodijk. “In de rechtbank klonk het argument van de advocaat van de gemeente heel anders. Het gemeenschapsgeld moest snel bij mensen in financiële nood terecht komen en niet bij ‘studenten die ervan op wintersport gaan’. Ook zou het niet eerlijk zijn om samenwonende studenten in één woning allemaal individueel energietoeslag te geven.”
Volgens Goodijk stroken de uitlatingen van de gemeentelijke advocaat niet met eerdere uitspraken van Eikenaar (SP). Goodijk: “Het lijkt er dus op dat het college de raad verkeerd of onvolledig geïnformeerd heeft over de beweegredenen voor deze beleidskeuze, wat een zeer kwalijke zaak is.”
Onkunde of onwil?
Student & Stad vindt daarnaast dat het probleem van de samenwonende studenten makkelijk omzeild had kunnen worden door de energietoeslag per adres uit te keren. Dat duidt volgens Goodijk niet op onkunde, maar op onwil: “Het college koos ervoor om alle rechtszaken die eraan komen af te wachten zonder een concrete oplossing te bieden. Deze afwachtende houding, die te maken heeft met een financieel geschil tussen twee overheden over de rug van studenten, leidt wederom tot een daling van het vertrouwen in de politiek onder jongeren.”
Gerechtelijk gevecht kan nog wel even duren
Volgens Goodijk lijkt het erop dat de gemeente het bijltje er voorlopig nog niet bij neer gooit in de rechtszaal. De rechtsgang rond de energietoeslag zou daarmee nog wel anderhalf jaar kunnen duren: “Er bereiken ons tevens signalen dat de gemeente aangeeft bereid te zijn om door te procederen tot aan de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Dit ontmoedigt studenten om in bezwaar of beroep te gaan, terwijl ze naar alle waarschijnlijkheid in hun recht staan.”