Minister Mark Habers ziet nauwelijks kans om de bouw van een nieuwe Gerrit Krolbrug te versnellen. Dat laat hij weten in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens Harbers zorgen risico’s als stikstof, bezwaren of technische tegenvallers ervoor dat ‘versnellingsmogelijkheden’ vrijwel kansloos lijken.
Harbers prijst de Groningse gemeenteraad en Rijkswaterstaat voor de manier waarop omwonenden en belangenorganisaties zijn betrokken bij de uitwerking van de plannen voor de nieuwe Gerrit Krolbrug. Maar Harbers stelt in zijn brief wel dat ‘diverse moties uit de gemeenteraad’ tegelijk ook een oorzaak zijn voor de vertraging: “Het traject van gezamenlijk en zorgvuldig uitwerken van moties vroeg de nodige tijd. Dat betekent helaas dat hierdoor deze fase van het project meer tijd in beslag nam dan oorspronkelijk gedacht.”
Harbers bevestigt opnieuw dat de streefdatum voor ingebruikname van de nieuwe Gerrit Krolbrug verschuift van 2026 naar uiterlijk 2029. “In het proces zijn meerdere versnellingsmogelijkheden ingezet om de opgelopen vertraging te beperken, maar verdere versnelling lijkt nu nauwelijks nog mogelijk”, aldus Harbers. “Uiteraard blijven Rijkswaterstaat en gemeente Groningen zich inzetten voor een goede samenwerking en het zo snel mogelijk doorlopen van alle procedures en een spoedige realisatie.”
Voor de tijdelijke verbinding voor ‘langzaam verkeer’ houdt ook Harbers vast aan het einde van dit jaar als oplevermoment: “Door technische tegenvallers is de aanleg van deze tijdelijke verbinding helaas vertraagd. De ondergrond bleek niet stabiel genoeg om de voorkeursvariant veilig te kunnen aanleggen. Gelukkig is er inmiddels een nieuwe variant in beeld waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Deze verbinding blijft in ieder geval in stand tot het moment waarop de bouw van de nieuwe brug start.”