Grote zorgen om afwezigheid van vlinders: “De tijd van praten is echt voorbij, actie is nu nodig”

Het staat er slecht voor met de aantallen vlinders en hommels. Uit tellingen blijft dat er sprake is van een opvallend slecht jaar voor bestuivende insecten. En dat beeld is in Groningen niet anders dan in de rest van Nederland.

Bert Speelman is voor Het Groninger Landschap werkzaam als natuurbeheerder in het Leekstermeergebied. “Ik ben nu ongeveer dertig jaar werkzaam voor natuurorganisaties. Zo slecht als dit jaar heb ik het niet eerder gezien. Wat ik de afgelopen decennia zie is dat de aantallen met pieken en dalen gaan. We kunnen op dit moment constateren dat de eerste generatie er eigenlijk niet is. Waar dat door komt? De droogte van de afgelopen weken? Of het natte en koude voorjaar? Interessanter is wellicht de vraag of de tweede generatie het straks beter gaat doen. Maar dat weten we nog niet.”

Aantal vlinders en hommels neemt af
Sinds 1992 bestaat er een landelijk meetnetwerk voor het monitoren van dagvlinders. In de afgelopen dertig jaar is het aantal vlinders bijna gehalveerd. Sinds 1890 is de vlinderstand zelfs met ruim 80 procent afgenomen. En dat geldt ook voor het aantal vliegende bestuivers. Ook het aantal hommels wordt gemonitord. Uit die cijfers blijkt dat er eind mei maar half zoveel hommels werden waargenomen als in afgelopen jaren.”

Tekst gaat verder onder de foto:

Boswachter Bart Zwiers van Natuurmonumenten maakt zich grote zorgen. Foto: Bram Koster

Bart Zwiers (Natuurmonumenten): “Ik had nooit verwacht dat we op dit punt zouden belanden”
Bart Zwiers is boswachter voor Natuurmonumenten in De Onlanden. “Als ik door onze gebieden loop dan merk ik dat er iets mis is. Ik zie op dit moment heel weinig vlinders. De bruine vuurvlinder heb ik bijvoorbeeld nog niet gezien. En de cijfers geven al jaren aan dat het niet goed gaat. Maar dat het dit jaar zo dramatisch slecht is. Ik schrik echt van de totale afwezigheid. Het is een glijdende schaal waar we ons op bevinden. Ik heb nooit gedacht dat we op dit punt zouden belanden waar we nu staan.”

“De natuur is afhankelijk van bestuiving”
De alarmerende berichten uit de natuur kunnen op sociale media ook rekenen op sceptische geluiden. Want de bomen zijn toch prachtig groen, en het gras groeit toch fantastisch? Zwiers: “En dat klopt ook. Maar als er geen insecten zijn, dan hebben we een heel groot probleem. Insecten zorgen voor de bestuiving van ons voedsel. Ongeveer 80% van alle voedselgewassen heeft bestuiving nodig. En dan moet je denken aan komkommerplanten, maar ook tomatenplanten, appels en aardbeien. Van alle wilde planten in de natuur is zelfs 85% afhankelijk van bestuiving. En wat betekent dit nu? Nou, zonder bestuiving zullen deze planten er niet meer zijn. Minder appels, minder aardbeien.”

Meint Kolthof (Partij voor de Dieren): “Stikstof en bestrijdingsmiddelen”
Maar hoe komt het dat er nu ineens zoveel minder vlinders zijn? Meint Kolthof is fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren: “Minder bijen en minder vlinders is een trend die we al jaren zien. Er zijn denk ik verschillende oorzaken. Stikstof die neerslaat op natuurgebieden zorgt bijvoorbeeld voor een monocultuur. Planten die zo nodig zijn, die maken door deze monocultuur geen kans. Maar ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw zorgt ervoor dat bijen en vlinders het lastig hebben. Deze insecten hebben planten nodig. Nectarplanten, maar ook bijvoorbeeld struiken waar ze hun eitjes op af kunnen zetten. Als dat er allemaal niet is, of weg wordt gehaald, dan zal je geen vlinders zien.”

Tekst gaat verder onder de foto:

Acties als het NK Tegelwippen kunnen bijdragen aan het herstel van de vlinderstand. Foto: Paul Blom

“De mens leeft op te grote voet”
Kolthof houdt zijn hart vast: “De natuur gaat hard achteruit. Door het klimaat, waarbij de zomers steeds warmer worden, maar ook door het waterbeheer, de verdroging en de verzuring van de bodem. Er is een symptoom. En dat symptoom is dat de mens op te grote voet leeft. We vinden het normaal dat we heel intensief gebruik kunnen maken van de grond. En om dit op te lossen zullen we heel kritisch moeten gaan kijken hoe we daar verder mee gaan, want de situatie wordt echt problematisch.”

“Eet wat minder vlees, en pak niet het vliegtuig”
En toch zijn er volgens zowel Kolthof, Speelman als Zwiers verschillende oplossingen te bedenken. Kolthof wijst daarbij naar het gedrag van de mensen: “Minder vlees op je bord zou een oplossing kunnen zijn. Groningen heeft een grote zuivelindustrie. Al deze dieren stoten methaan en stikstof uit. Methaan is een broeikasgas. De stikstofverbinding met ammoniak zorgt voor een verzurende bodem, en methaan zorgt voor opwarming van de aarde. Dus als je minder zuivel en minder vlees gaat consumeren dan help je de natuur. Voor sommige mensen die van vlees houden kan van 5 naar 3 keer in de week vlees eten al een goede bijdrage zijn.”

“Gedragsverandering is lastig”
Kolthof: “En de vakanties. Moet je nu echt in het vliegtuig op vakantie? Of kun je misschien ook in de camper of op de fiets een mooie vakantie beleven? Gedragsverandering is lastig. Maar we zullen wel een stapje harder moeten zetten. Dit probleem is nu, is acuut. En daar zullen we wel actie op moeten ondernemen.”

Bart Zwiers (Natuurmonumenten): “Haal de tegels uit je tuin”
En er zijn meer knoppen waar aan gedraaid kan worden. Zwiers: “Kijk naar je directe leefomgeving. De helft van alle Nederlandse tuinen is versteend. Daar liggen tegels. Maak plaats voor inheemse planten. En nee, dan bedoel ik niet dat mensen direct naar het tuincentrum moeten hobbelen, maar geef planten die gratis aan komen waaien een kans. Schoffel niet direct alles omver. En absoluut, bij de tuincentra zijn bij- en vlindervriendelijke planten te koop. Als deze inheems zijn, dan zijn ze zeker van waarde.” Op de website van Natuurmonumenten is een pagina te vinden met tips hoe je je buurt klimaatvriendelijk kunt maken.

Bert Speelman (Het Groninger Landschap): “De tijd van praten is voorbij”
Speelman: “Maar belangrijk daarbij is dat je in combinaties gaat denken. Dus een nectarplant is een mooie verrijking, maar combineer dit met een struik die geschikt is waar eitjes op afgezet kunnen worden. En in zekere zin ligt er ook een taak voor overheden. Verschillende gemeenten voeren al een beleid dat gericht is op biodiversiteit, maar het kan allemaal nog veel beter. Als je ziet hoeveel kilometers bermen gemeenten wel niet in bezit hebben. Er liggen echt kansen en oplossingen. Maar het moet wel nu. Wie denkt dat er nu nog alle tijd is om hierover te praten, die heeft het mis. De tijd van praten is voorbij, actie is nu nodig.”