Een motie van het CDA en de VVD om de Lelylijn en Nedersakenlijn extra mee te laten wegen in toekomstige investeringen heeft dinsdag in de Tweede Kamer een meerderheid gehaald.
De motie was vorige week ingediend door de Kamerleden Eline Vedder-Monaster van het CDA en Jeroen van Wijngaarden van de VVD. In de Tweede Kamer werd vorige week uitgebreid stilgestaan bij de uitkomsten van het rapport gaswinning van de parlementaire enquêtecommissie. Vanuit Nij Begun, een project om het vertrouwen te herstellen tussen kabinet en inwoners van het gaswinningsgebied, is er reeds geld gereserveerd voor de realisatie van een deel van de Nedersakenlijn. De Kamerleden vinden dat behalve de Nedersaksenlijn ook de Lelylijn bijdraagt aan een betere bereikbaarheid van het Noorden, en dat door de nieuwe spoorlijnen ook het leef- en vestigingsklimaat versterkt wordt.
Vorige week werd tijdens het debat duidelijk dat meerdere partijen de zekerheid willen dat het kabinet gedane beloftes uit gaat voeren. Behalve het sneller herstellen van schade aan woningen, wilden de partijen ook duidelijkheid of Groningen de komende drie decennia elk jaar 250 miljoen euro gaat krijgen. Verschillende fracties willen dat dit geld onder andere gebruikt wordt om nieuwe spoorlijnen aan te leggen. Behalve een spoorlijn van Lelystad naar Groningen, moet ook de lijn van Veendam naar Emmen aangelegd worden. CU-fractievoorzitter Mirjam Bikker was duidelijk: “Die lijnen moeten daadwerkelijk worden gerealiseerd.”
Dinsdag werd de motie van Vedder-Monaster en Van Wijngaarden aangenomen. In de motie staat tevens dat er haast moet worden gemaakt met de aanleg van de lijnen.