Het Pieterpad bestaat zondag veertig jaar. Hoeveel deelnemers de langeafstandswandeling de afgelopen decennia precies hebben gelopen is onbekend, maar wandelverenigingen zien dat de sport de afgelopen jaren in de lift zit.
Van Pieterburen naar de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Het was in 1978 dat de Groningse Bertje Jens en de Tilburgse Toos Goorhuis-Tjalsma uit onvrede over het gebrek aan langeafstandswandelingen in Nederland een eigen route gingen samenstellen. Tot 1983 hebben de twee vriendinnen tal van wandelingen gemaakt om de route uit te stippelen. Daarbij werd gebruik gemaakt van bestaande wandelpaden, waarbij het verbinden van deze paden soms flink wat tijd koste. In 1983 werd de route officieel in gebruik genomen.
Paddepoelsterbrug
De totale afstand van de route bedraagt 501 kilometer. Door de jaren heen is de route verschillende keren verlegd. Bijvoorbeeld in Groningen. In september 2018 werd de Paddepoelsterbrug aangevaren. De route van het pad liep via deze brug, sindsdien loopt men via de Dorkwerderbrug, waarna men richting Zernike gaat.
OV Bureau: “We ontvangen steeds vaker Pieterpadlopers”
Dat de route populair is merkt men onder andere bij het OV-bureau Groningen-Drenthe. “Wat we in de aantallen reizigers zien is dat we steeds meer Pieterpadlopers in onze bussen ontvangen”, laat een woordvoerder weten. “Soms zijn het er zelfs zoveel dat we extra en grotere bussen inzetten op de lijnen naar Pieterburen, maar ook bijvoorbeeld naar Sleen, in Drenthe.” Het Pieterpad bestaat uit 26 etappes, waarbij Sleen één van de start- en finishlocaties is.
Roelf van der Wal (De Blije Wandelaars): “Het aantal deelnemers zie je groeien”
Dat het wandelen in de lift ziet men ook bij wandelsportvereniging De Blije Wandelaars. “Op dit moment zijn er toevallig twee van onze leden die het Pieterpad lopen”, vertelt Roelf van der Wal. “Zij hebben het grootste deel inmiddels afgelegd en zijn nu in Venlo om de laatste honderd kilometer naar de Sint-Pietersberg af te leggen. Maar de vraag die je stelt is interessant. Gisteren hebben we als vereniging meegedaan aan een wandelevenement in Wezuperbrug. Het aantal deelnemers aan zulke evenementen zie je groeien.”
“Je ziet dingen die je normaal nooit zou zien als je er in de auto voorbijrijdt”
Van der Wal denkt ook te kunnen verklaren hoe het komt: “Tijdens de coronacrisis heeft het wandelen een vlucht genomen. Het was een activiteit die je veilig kon ondernemen. En dan zou je kunnen denken, de crisis is voorbij, waarna men dan weer in oude gewoonten vervalt. Maar dat is niet zo. En dat komt omdat mensen ontdekken dat het wandelen heel erg leuk is. Dat ze dingen zien die ze normaal nooit zouden zien als ze op de fiets of in de auto voorbijsnellen. En de sleutel tot het succes is het sociale element. Tijdens de wandelingen kom je mensen tegen, ontstaan er gesprekjes, ontstaan er vriendschappen. Dat is heel mooi. Wel merken we dat niet iedereen lid is van een vereniging. Wat we zien is dat door alle openbare informatie mensen lukraak ergens naar toe rijden om deel te nemen aan wandelingen.”
Tekst gaat verder onder de foto:
Deelnemers lopen het Pronkjewailpad. Foto: Tocht om de Noord
Rik Jan Luiting (Tocht om de Noord): “Pieterpad is de moeder van alle langeafstandswandelingen”
De bekendste wandeltocht in Groningen is Tocht om de Noord. Een organisatie die ook het Pronkjewailpad organiseert. Rik Jan Luiting: “Als je het hebt over het Pieterpad, dat is de moeder van alle langeafstandswandelingen. Het is ontzettend leuk, waarbij je ook ziet dat de tocht in de afgelopen veertig jaar niet hetzelfde is gebleven. Het vraagt veel van mensen in de omgeving en overheden om het pad te koesteren, en waar nodig aan te passen. En ik ben het helemaal met meneer Van der Wal eens dat de wandelsport groeit. Corona heeft daar aan bijgedragen.”
“Aantal deelnemers bij korte afstanden groeit”
Wel wil Luiting wat duiding geven: “Als je kijkt naar onze Tocht om de Noord dan zijn er verschillende afstanden die je kunt lopen. Als je het hebt over de lange afstanden, dan is het aantal deelnemers stabiel. Dat fluctueert niet. Maar kijken we bij de korte afstanden, dan zien we een toename. En dat is voor ons ook een uitdaging. Want op welke manier kunnen wij zoveel mogelijk mensen ter wille zijn? Bij de komende editie willen we de kortere afstand terug laten komen, waarbij deelnemers een rondje lopen. Voorheen lagen start en finish op verschillende plekken, maar logistiek trekt dat een zware wissel. Dus wij zijn daar echt aan in het meebewegen.”
“Instapmodel”
De populariteit voor kortere afstanden begrijpt Luiting wel: “Als je in je omgeving hoort van vrienden of bekenden dat wandelen zo leuk is, dan wil je zelf de proef ook op de som nemen. Maar dan begin je niet met een tocht van 25 of 40 kilometer. Je kiest een instapmodel. Wat is het? Is het leuk? Bevalt het? En dat is wat we heel duidelijk zien. Waarbij we hopen dat het goed bevalt, waardoor er echt een doorstroming gaat plaatsvinden, dat mensen ook verleid worden om langere etappes te gaan wandelen.”
“Aantal jonge deelnemers blijft achter”
Toch ziet de organisatie van Tocht om de Noord dat het aantal jonge deelnemers achterblijft: “De mensen die wandelen zijn 40 jaar of ouder. Dat is de grootste groep. Er zijn wel jongeren die wandelen, maar die moet je echt zoeken. Zij zijn meer verbonden aan dynamische hardloopverenigingen. Dat biedt hen meer uitdaging.” Toch wil Luiting wel proberen om de jongeren ook aan het wandelen te krijgen: “Je zult dan moeten kiezen voor een andere opzet. Nu werken we al met cultuur en muziek langs de routes, maar dat kun je verder uitbreiden. Met bijvoorbeeld kleine evenementen die echt voor jongeren interessant zijn. Bijvoorbeeld met muziek die hen aanspreekt. Of onderdelen die dynamisch en snel zijn.”
Tekst gaat verder onder de foto:
De Avondvierdaagse in 2017. Foto: Dennis Smit
Douwe Coehoorn (Avondvierdaagse): “Ooit hadden we 4.000 deelnemers”
Jongeren die wandelen. En daar zitten toch wel enige zorgen. Douwe Coehoorn is betrokken bij de organisatie van de Avondvierdaagse in Groningen. Een wandelevenement dat onlangs werd gehouden, waar iedereen aan deel kan nemen, maar de nadruk ligt op schoolkinderen. “We hadden ruim 2.500 deelnemers”, vertelt Coehoorn. “Een mooi aantal, maar er zijn ook tijden geweest dat we er 4.000 hadden.” De oorzaak kan Coehoorn niet aanwijzen. Hij denkt dat het te maken kan hebben met de coronacrisis, waardoor het evenement een aantal keren niet gehouden kon worden en wellicht daardoor uit de systemen van de mensen is verdwenen.
“Gezinnen zijn heel druk”
Maar er is nog een reden die Coehoorn benoemd: “Als je naar een jong gezin kijkt, dan is daar altijd wel iets te doen. De programma’s zijn heel druk. Vader en moeder zijn druk met hun werk, met hun carrière. Er is dan geen ruimte meer om kinderen vier avonden op rij naar de Avondvierdaagse te brengen. Ook niet omdat die kinderen tegelijkertijd ook actief zijn bij een voetbal- of muziekvereniging. Er is te weinig tijd.”
Unieke ervaring
Toch hoeft het Pieterpad zich geen zorgen te maken. Op sociale media zijn de reacties lovend. Mensen schrijven dat ze nooit verwacht hadden dat Nederland zo mooi is. De kerkjes, de musea, de verscheidenheid aan natuur. “De wandelingen blijven je bij, het is een unieke ervaring.”