Er lijkt schot in de zaak te zitten bij de redding van Donar. Volgens oud-bankier Jakob Klompien, die de taskforce leidt om de basketbalclub voor een faillissement te behoeden, is er bijna genoeg geld bij elkaar om de club te laten overleven. Maar met name de Belastingdienst blijft een geduchte tegenstander in de strijd om het einde van de club tegen te houden.
Volgens Klompien is er inmiddels een toezegging van waarschijnlijke investeerders, die nu op een investering van vierhonderdduizend euro uitkomt. De fans zijn er, mede door de doneeractie van de supportersvereniging, in geslaagd om nog een ton bij elkaar te brengen. Dat zou bij elkaar bijna genoeg zijn om de zeshonderdduizend euro bij elkaar te brengen, die Klompien een week geleden noemde als geldbedrag wat binnen ongeveer drie weken nodig zou zijn om het hoofd op korte termijn boven water te houden.
Volgens Klompien wordt aanstaande woensdag ‘D-Day’ voor de club. Dan moet een groep investeerders, oftewel de kopers van de noodlijdende basketbalclub, de contracten ondertekenen voor een injectie van tussen de vijf en zes ton in Donar.
Klompien laat weten dat het in de lijn der verwachting ligt dat Donar met de meeste van haar schuldeisers en crediteuren een regeling kan treffen. Maar één angstgegner blijft: de fiscus.
Begin juni werd al duidelijk dat Donar kampt met een flink gat in haar begroting. Vorige week maakte de club bekend dat dit gat een stuk groter was dan gedacht, door een schuld van ongeveer twee miljoen euro en een negatief saldo van rond de 1,3 miljoen euro. Ronald Arkema, de oud-penningmeester van de club, is daar volgens de club grotendeels de veroorzaker van geweest. In de boeken zouden transacties terug te vinden zijn, die niet aantoonbaar voor de basketbalclub bedoeld waren. De club heeft inmiddels beslag laten leggen op het bezit van Arkema en is een juridische procedure gestart.