Raadsfracties willen, tegen oproep minister in, hoofddoek of keppel toestaan voor boa’s

nieuws
Foto: Rutger Rog voor Ministerie van Justitie en Veiligheid

Handhavers en toezichthouders van de gemeente Groningen moeten godsdienstige of levensbeschouwelijke uitingen, die niet onzichtbaar gedragen kunnen worden, kunnen dragen bij hun uniform. Dat vinden de fracties van de Partij voor de Dieren, GroenLinks, Student & Stad en de ChristenUnie in de Groningse gemeenteraad.

Daarmee willen de partijen dat Groningen ingaat tegen het beleid en de visie van minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid.Yesilgöz verbood vorige maand het dragen van hoofddoeken, keppels, kruisjes en andere zichtbare uitingen van geloofsovertuiging bij de politie, naar aanleiding van een motie uit de Tweede Kamer. De minister is nog in overleg met gemeentes om, via een landelijke richtlijn, ook een dergelijk kledingvoorschrift voor gemeentes op te stellen.

Maar Yesilgöz kreeg kritiek van het College voor de Rechten van de Mens, die het verbod ‘inneffectief’ en ‘stigmatiserend noemde. Daar sluiten de vier Groninger fracties zich bij aan, die stelt dat de neutraliteit van boa’s moet worden bepaald op basis van hun gedrag en niet op basis van uiterlijk. Steden als Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Arnhem hebben hun uniformregels al aangepast om het dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek of een keppel mogelijk te maken (de aanleiding voor het beleid vanuit Den Haag) en Groningen mag niet achterblijven, aldus de partijen.

De vier fracties, onder aanvoering van de Partij voor de Dieren, dienen komende woensdag een motie in bij het Voorjaarsdebat, waarin de partijen het gemeentebestuur oproepen om ‘godsdienstige of levensbeschouwelijke uitingen’ mogelijk te maken in de uniformen van boa’s en handhavers: “Het uitsluiten van het dragen van een godsdienstige of levensbeschouwelijke uiting, die niet onzichtbaar gedragen kan worden, zoals een hoofddoek of een keppel, past niet bij de ambities rondom diversiteit en inclusiviteit van de gemeente Groningen.”