Tweede Kamerlid Peter Kwint (SP) stelt zich niet opnieuw verkiesbaar vanwege Groningen-enquête

nieuws
Foto via SP

Tweede Kamerlid Peter Kwint (SP) keert na de verkiezingen niet terug op een blauwe zetel in Den Haag. Via X (Twitter) liet Kwint dinsdag weten dat de reactie op het enquêterapport over de gaswinning in Groningen (Kwint zat in de enquêtecommissie) de laatste druppel in de emmer was die hem tot dit besluit dreef.

Kwint haalt in zijn afscheidsbrief aan de Tweede Kamer, waar hij sinds 2017 deel van uitmaakt, aan te ‘vertrekken’ om meerdere redenen. Een gebrek aan vertrouwen en de werkwijze in de Haagse politiek (specifiek rond het onderwerp jeugdzorg), maar ook een betere verdeling tussen werk en privé, worden door het markante Kamerlid uit Sliedrecht genoemd als reden voor zijn afzwaaien.

Maar ‘Groningen’ vormde volgens Kwint de laatste duw richting de uitgang van de Kamer: “Nog nooit heb ik zo weinig vertrouwen gehad in het instituut van de Kamer — dat ik hoog acht, al maken we er vaak een bende van — als tijdens en direct na het debat over ons Groningen-rapport. Ik ben trots op het onderzoek dat we gedaan hebben, maar gefrustreerd over wat er mee gebeurd is. En als dit het resultaat is van 2,5 jaar werk, dan wordt de keuze om te vertrekken wel een stuk makkelijker.”

Kwint stelt dat het rapport absoluut ‘personele consequenties’ had moeten hebben.“Die grossierde in desinteresse en matige voorbereiding tijdens dit debat”, besluit Kwint. “En vervolgens een paar weken later zijn kabinet alsnog torpedeerde vanwege een zelf veroorzaakte crisis. Ik heb de weken na het Kamerdebat over de val van het kabinet en het vertrek van Rutte nog gebruikt om toch nog een keer te heroverwegen. Of dat iets zou veranderen. Maar dat deed het voor mij niet. Begin december zit voor mij mijn tijd in de Kamer, die zestien jaar geleden begon, erop.”

Kwint is al het derde Kamerlid van de SP dat, na de val van het kabinet Rutte IV begin deze maand, besluit om niet terug te keren. Eerder lieten Renske Leijten en Mahir Alkaya al weten de Tweede Kamer voor gezien te houden.