UMCG-onderzoekers ontdekken: ‘simpele test’ voorkomt overlijdens en bevordert herstel bij acuut hartfalen

nieuws
Foto via UMCG

De hoeveelheid zout in urine van patiënten met acuut hartfalen is een goede raadgever is voor een gepersonaliseerde en effectievere behandeling. Dat hebben UMCG-cardioloog Jozine ter Maaten en haar onderzoeksteam ontdekt. Het UMCG heeft daarom direct een simpele test op zoutgehalte ingevoerd bij haar patiënten.

De UMCG’ers hebben de resultaten van hun onderzoek maandag naar buiten gebracht op een internationaal cardiologiecongres.

Uit het onderzoek blijkt dat als de dosering plasmedicatie wordt aangepast op de hoeveelheid zout in de urine, de patiënten sneller vocht kwijtraken. Dat zorgt voor minder overlijdens en beter herstel tijdens een ziekenhuisopname. “Een hogere dosis plasmedicatie zorgt voor een hogere werkdruk voor de nieren, maar we zagen in dit onderzoek geen achteruitgang van de nierfunctie”, vertelt cardioloog en hoofdonderzoeker Jozine Ter Maaten. “Dit is een mooie eerste stap naar gepersonaliseerde zorg voor acuut hartfalen.”

In Nederland worden jaarlijks meer dan 30.000 mensen in een ziekenhuis opgenomen met acuut hartfalen. Voor de vaak ernstig zieke patiënten is vaak maar één soort behandeling mogelijk: plasmedicatie. “Bij de helft van de patiënten werkt deze medicatie onvoldoende”, aldusTer Maaten. “Doordat ze niet opknappen, blijven veel patiënten lang in het ziekenhuis. Ook overlijden veel patiënten binnen een half jaar of worden ze opnieuw opgenomen. Uit eerder onderzoek bleek al dat weinig zout in urine tijdens behandeling met plasmedicatie geassocieerd is met een hoger risico op overlijden of heropname. Daarom vroegen wij ons af: als we kijken naar de hoeveelheid zout die patiënten uitplassen, zien we dan hoe goed de medicatie werkt?”

Het UMCG laat weten dat de nieuwe strategie direct is ingevoerd bij de behandeling van patiënten met acuut hartfalen. Ter Maaten adviseert andere ziekenhuizen dat ook te doen, hoewel nieuw onderzoek nog moet aantonen of patiëntenminder vaak opnieuw in het ziekenhuis terechtkomen en later minder vaak overlijden.