De eigenaren van acht panden aan de Radesingel en de Verlengde Oosterstraat moeten hun vlonders aan het Verbindingskanaal verwijderen. Dat besliste de rechtbank afgelopen donderdag. De vlonders zijn zonder omgevingsvergunning gebouwd en moeten daarom verdwijnen.
Een echtpaar met een woning aan het Verbindingskanaal vroeg in 2019 een vergunning aan om een vlonder te mogen bouwen. De vergunning wees de gemeente af. Het echtpaar bouwde de vlonder toch en startte een kort geding tegen de gemeente.
Die zaak won het echtpaar hetzelfde jaar nog in de rechtbank. De rechter stelde toen dat de gemeente zich niet alleen op het echtpaar mocht richten met de afwijzing voor de vergunning, omdat de buren hun vlonders ook zonder vergunning neerzetten aan de waterkant.
En dat deed de gemeente: ook aan de andere eigenaren werd opgedragen om de vlonders en andere zaken, zoals banken, tafels, trappen en een barbecue te verwijderen. Volgens het college waren de vlonders gebouwd op grond van de gemeente met een openbare groenbestemming. Die grond mocht volgens het college niet bebouwd worden voor privégebruik.
De eigenaren waren het daar niet mee eens en hadden daarom bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de besluiten van het college. De rechtbank besloot echter in het nadeel van de meeste bewoners: in zes van de zeven zaken heeft de rechtbank geoordeeld dat het college terecht handhavend optreedt tegen de bebouwing. “De eigenaren moeten de vlonders en andere zaken verwijderen omdat deze zijn gebouwd in het openbaar groen”, aldus de rechtbank. “Bouwwerken bedoeld voor privégebruik passen daar niet in. Het college mag het algemeen belang van een groene uitstraling van de singel zwaarder laten wegen dan het belang van de eigenaren bij het behoud van de vlonders.”
In één zaak kreeg een eigenaar gedeeltelijk gelijk. Deze eigenaar moet de gebouwde vlonder weghalen, maar mag de gemetselde grondkering laten staan.