Vertrekkend conservator Egge Knol is woensdagmiddag, tijdens een symposium in het Groninger Museum, door de Koning geëerd voor zijn werk met een koninklijke onderscheiding.
Knol werd door burgemeester Koen Schuiling benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Het symposium van Knol over historische objecten en hun vertellingskracht diende als afsluiting van de tentoonstelling Uit de kunst – Vrouwelijke Groninger Kunstenaars, 1700-1900. Knol stelde deze tentoonstelling, die sinds eind maart te zien is in het Groninger Museum, samen als afsluiting van zijn dertig jaar aan werkzaamheden bij het museum.
Volgens Schuiling heeft Knol een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor het Groningse erfgoed: “Egge interesseert ons altijd voor een stukje van onze geschiedenis. Een stukje dat we nog niet kenden. En hij leert ons iets wat we nog niet wisten. Hij helpt veel mensen met de vraag: waar kom ik weg? Van Friese terpen tot het Groninger studentenleven, uit alles spreekt een enorme belangstelling en een even groot verantwoordelijkheidsgevoel voor ons erfgoed. Met name de archeologische en historische schatten uit de Noord-Nederlandse kuststreek. En het belang van Egge’s inzet voor deze onderwerpen kunnen we nauwelijks onderschatten.”
Knol neemt na bijna 30 jaar afscheid als conservator van het Groninger Museum. Begonnen als conservator Archeologie, kreeg hij door de jaren heen ook de collecties Geschiedenis en Oude Regionale Kunst(nijverheid) onder zijn hoede. Knol maakte ontelbaar veel tentoonstellingen, zoals Hel en Hemel: de middeleeuwen in het Noorden (2001), Professor van Giffen en het geheim van de wierden (2005) en De student in Groningen (2014). Uit de Kunst – Vrouwelijke Groninger Kunstenaars 1700-1900 (2023) ging in maart van start en diende als sluitstuk voor de carrière van Knol. Deze tentoonstelling is nog te bezoeken tot en met zondag.