De gemeente heeft ambitieuze plannen op het gebied van broedplaatsen. Een meerderheid in de gemeenteraad is enthousiast, alleen is er één probleem: het geld. “De geldbiljetten groeien ons niet op de rug met moeilijke tijden in het vooruitzicht”, aldus de fractie van Student & Stad.
In Groningen wordt gewerkt met tijdelijke broedplaatsen, en dat zou anders moeten. “Het frustrerende is dat je niet weet of je over vier maanden nog een werkruimte hebt”, liet Claartje van der Linden van Groningen Broed aan het begin van de vergadering weten. Van der Linden maakte gebruik van het inspraakrecht. “Als Groningen Broed hebben we een manifest opgesteld waarmee we pleiten voor vastigheid en duidelijkheid. Wij willen graag permanente broedplaatsen, met een minimale oppervlakte van 10.000 vierkante meter, aangevuld met aanvullende ruimten. Het moet betaalbaar en toegankelijk zijn. Startende ondernemers moeten er terecht kunnen, maar ook ervaren gebruikers. Wij denken dat panden als De Halm, schoolgebouw De Vinkenborgh aan de Travertijnstraat, en Niemeyer hier voor gebruikt kunnen worden. Continuïteit voor deze sector is belangrijk.”
Wethouder Rik van Niejenhuis (PvdA): “Het gaat niet slecht in onze gemeente”
Verschillende fracties geven aan het jammer te vinden dat er al zo lang gesproken wordt over broedplaatsen, terwijl beleid lang op zich liet wachten. Wethouder Rik van Niejenhuis van Wonen is het hier niet mee eens: “Er lag al een aanpak. En ook gaat het niet slecht in Groningen. In onze gemeente is er vrij veel ruimte voor broedplaatsen. Om beleid te ontwikkelen, het optuigen van een aanpak, dat kost tijd. Het kost ambtelijke capaciteit. In zekere zin is het ook waar u als raad de prioriteit legt.”
“Dit brengt ons in de top van Nederland”
De wethouder vertelt verder: “In de eerste helft van volgend jaar willen we met een uitwerking van het plan komen, zodat we voor de zomer een stevige stap kunnen zetten. Ons doel is om permanente broedplaatsen in te richten, aangevuld met tijdelijke ruimten. We hebben een grote ambitie, waarbij we 50.000 vierkante meter toe willen voegen aan de huidige voorraad. Dat brengt ons in de top van Nederland. Wel willen we gaan werken met een doorloopperiode. Bijvoorbeeld dat iemand na een periode van vijf of tien jaar de ruimte weer verlaat, om daarmee plaats te maken voor nieuw talent.”
Rozemarijn Gierkink (PvdA): “Nieuwe ruimte is nodig, waarbij dit permanent en betaalbaar is”
Veel partijen zijn enthousiast. Rozemarijn Gierkink van de PvdA: “Vorig jaar was er in Groningen sprake van een nieuw natuurfenomeen. Er was sprake van een langdurig broedseizoen. Niemeyer maakte bekend te sluiten, en er ontstonden allerlei ideeën en initiatieven om het gebouw te vullen. Onze gemeente barst van de creativiteit. Nieuwe ruimte is nodig, waarbij het belangrijk is dat dit permanent is, en ook betaalbaar is. Graag zou ik van de wethouder een toezegging willen dat hier ook een structurele financiering voor kan komen.” Dat kan op een vraag rekenen van Ietje Jacobs-Setz van de VVD: “Hoe wilt u dit plan financieren? Waar moet het ten koste van gaan?” Gierkink: “Dat is lastig om aan te geven. We willen het onderzoek van de wethouder afwachten.”
“In de wijken kunnen broedplaatsen sociale functies vervullen”
Jacobs-Setz: “Dat klinkt wel heel makkelijk. U vindt broedplaatsen belangrijk, maar als het veel kost, dan stemt u misschien niet met de plannen in? Ik kan me niet voorstellen dat we Niemeyer voor een klein bedrag in handen krijgen.” Gierkink: “We moeten niet kijken naar één specifiek pand.” Gierkink vervolgt haar betoog: “We moeten snel op zoek naar nieuwe ruimten. Juist ook in de wijken. Waarbij deze broedplaatsen sociale functies kunnen vervullen. Belangrijk daarbij is dat we de sector er bij gaan betrekken. En wat betreft de doorstroomtijd. Nieuwe makers hebben behoefte aan tijd en vertrouwen. Dat zullen wij ze moeten geven.”
Karoline de Groot (Student & Stad): “Broedplaatsen mixen met commerciële functies”
Karoline de Groot van Student & Stad verwoordt de zorg van de meeste partijen: “We willen jonge creatievelingen hier graag houden. Maar we hebben één gezamenlijke tegenstander: het kost veel geld. Het is ook lastig om permanente locaties te vinden. Daarbij is het ook belangrijk om te leren van het verleden. Bij de Biotoop en Backbone is niet alles goed gegaan. We zullen veel duidelijker aan moeten geven wat de termijn is. Omdat we zien dat dit belangrijk is, kunnen we misschien broedplaatsen mixen met commerciële functies om het levensvatbaarder te maken.”
Daan Brandenbarg (SP): “Hoe komt het dat ateliers zo duur zijn?”
Dat kan op een interruptie rekenen van Daan Brandenbarg van de SP: “U zegt dat de kosten de grote vijand is. Hoe bedoelt u dat precies?” De Groot: “Startende ondernemers leveren geen bakken met geld op. Je kunt het voordeliger maken door commerciële functies toe voegen waardoor het onder de streep wat positiever lijkt.” Brandenbarg: “Dat ateliers zo duur zijn, hoe komt dat volgens u?” De Groot: “Als ik lid van uw partij was geweest, dan had ik nu ‘de markt’ gezegd. Maar mijn punt is dat de plaatsen belangrijk zijn. Maar het geld groeit niet op onze rug. Ik zoek naar manieren om het voordeliger te maken.”
Ietje Jacobs-Setz (VVD): “We gaan nu bepaalde ondernemers ondersteunen, en anderen niet”
Ietje Jacobs-Setz noemt het een ingewikkelde exercitie: “Wij zijn voorstander van het stimuleren van jonge creatievelingen. Maar moet je met twee maten gaan meten? Moet je geld steken in panden waar jonge mensen aan de slag kunnen, terwijl een jonge fietsenmaker zichzelf maar moet bedruipen? Mijn partij vindt het heel lastig om ondernemers ongelijk te behandelen.” Evelien Bernabela van de Partij voor het Noorden: “Maar u ziet toch ook de maatschappelijke waarde van cultuur? Of is elke ondernemer in uw ogen gelijk?” Jacobs-Setz: “Een ondernemer die een bedrijf voert, haalt winst uit arbeid. Dat is de essentie. En nu gaan we bepaalde ondernemers ondersteunen, maar anderen niet.”
Maria Martinez Doubiani (D66): “Kijken naar alternatieve financieringsmogelijkheden”
D66 denkt dat er winst valt te behalen uit het verduurzamen van panden. Maria Martinez Doubiani: “Kunst en cultuur staat aan de basis van onze samenleving. Groningen is een City of Talent. We moeten talent een nest bieden om te broeden, om daarna de vleugels uit te kunnen slaan. Het is belangrijk om rafelranden te behouden. Locaties moeten een permanent karakter krijgen, waarbij een goede samenwerking met de sector essentieel is. We zijn benieuwd wat er gebeurt met de verduurzaming van de panden. Als we verder financieel kijken, dan is het wellicht ook interessant om te kijken naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Door samen te gaan werken met ondernemers of een bank. Dat wordt ook voorgesteld in het onderzoek van Roemte, waarbij gewezen wordt naar andere gemeenten, die door samenwerking, mogelijkheden van de grond hebben gekregen.”
Janette Bosma (Partij voor de Dieren): “Waarde van broedplaatsenbeleid is niet in euro’s uit te drukken”
Janette Bosma van de Partij voor de Dieren: “Een broedplaatsenbeleid is belangrijk voor mensen die via gebruikelijke wegen niet aan een goede plaats kunnen komen. De waarde van dit beleid is niet direct in euro’s uit te drukken. Broedplaatsen stimuleren de creativiteit, en zijn belangrijk voor de wijk. Wij zijn voorstander van permanente broedplaatsen, waarbij er geïnvesteerd wordt in duurzaamheid. Onze bedenking is de doorstroming. Daar moeten we coulant naar kijken.”
Evelien Bernabela (Partij voor het Noorden): “Het zorgt voor reuring, die goed is voor de toeristensector”
De Partij voor het Noorden richt haar blikken op Eindhoven. Evelien Bernabela: “Als je kijkt naar deze Brabantse stad, of naar Arnhem, dan hebben we eigenlijk maar weinig broedplaatsen. Hier is het vooral anti-kraak. Als ik in Eindhoven rondloop dan verwonder ik mij over alle kansen en mogelijkheden die men daar gezien heeft. Die stad heeft het maar mooi voor elkaar gekregen. Zoiets zou Groningen ook passen. De reuring die het met zich mee brengt is ook goed voor de toeristensector en het bedrijfsleven. Panden kun je eventueel casco opleveren zodat gebruikers het zelf kunnen aankleden, waardoor je in de uitwerking wat geld bespaard.”
Wethouder Rik van Niejenhuis: “We gaan de plannen uitwerken”
Wethouder Van Niejenhuis is blij met het enthousiasme: “Er zijn vanavond veel goede dingen gezegd, en daar gaan we mee aan de slag om dit vorm te gaan geven. Daar gaan we de sector ook bij betrekken. De PvdA vroeg of ze ook een structurele financiering toe kunnen zeggen: daarvoor is het nu nog te vroeg. We gaan dit uitwerken, en een onderdeel daarvan zal zijn wat het gaat kosten, en wat de mogelijkheden zijn om het te financieren.”
“Een kans geven”
De wethouder vertelt verder: “De tijdelijkheid in een pand kan vijf of tien jaar zijn. Wordt het langer dan kun je een marktconforme huur gaan vragen, waarbij je deze huuropbrengsten elders weer ergens in kunt investeren. Die vijf of tien jaar daar zullen we met elkaar goed naar moeten kijken. De VVD komt met een hele realistische blik. Dit College heeft een andere blik op gelijkheid. Wij kijken op een andere manier. Sommige diensten in deze samenleving worden hoger gewaardeerd. Maar andere functies zijn niet minder belangrijk, en die willen we een kans geven. Maar zoals gezegd, willen we uiteindelijk wel sturen op een marktconforme huur.”
Volgend jaar wordt er verder gesproken over het broedplaatsenbeleid in de gemeente.