Een stevig broedplaatsenbeleid met permanente en tijdelijke plekken. Daar wil wethouder Rik van Niejenhuis (PvdA) op inzetten bij de uitwerking van het broedplaatsenbeleid, dat volgend jaar vorm moet gaan krijgen. Vanuit de stad wordt er positief gereageerd.
“Broedplaatsen is een soort containerbegrip aan het worden”, vertelt Claartje van der Linden van Groningen BROED. “Maar we hebben het over een heel groot speelveld. Van jonge kunstenaars, tot ervaren musici, en van startende bedrijfjes tot maatschappelijke initiatieven, waarbij een ieder ook zijn eigen financieel model heeft. Groningen is een prachtige stad met veel hoogwaardige opleidingen. Maar als je afstudeert, aan Academie Minerva of het Prins Claus Conservatorium, dan heb je niet direct een carrière. Je hebt letterlijk ruimte nodig, waar je na je opleiding, tegen een gereduceerd tarief, kunt ontwikkelen, carrière kunt maken. Die plekken, dat zijn broedplaatsen. En die hebben we nodig, omdat talent anders vlucht naar andere delen van het land. En dat is braindrain, en dat moeten we voorkomen.”
Broedplaatsenbeleid
In de gemeenteraad werd afgelopen week gesproken over het broedplaatsenbeleid. De ambitie van wethouder Van Niejenhuis is helder: hij wil permanente broedplaatsen inrichten, aangevuld met tijdelijke ruimtes. De ambitie is om 50.000 vierkante meter toe te voegen aan de huidige voorraad. Dat brengt Groningen in de top van Nederland. Om de situatie door te laten stromen wordt er gedacht aan een doorloopperiode van vijf of tien jaar.
Merlijn Poolman (nachtburgemeester): “In onze stad wordt gevochten om beschikbare ruimtes”
“Wat de wethouder zegt, klinkt als iets waar ik een groot voorstander van ben.” Aan het woord is nachtburgemeester Merlijn Poolman. “Het is de vraag hoe het in de praktijk uit zal pakken. De behoefte aan broedplaatsen is groot. Er wordt in onze stad gevochten om beschikbare ruimtes. Vorig jaar hebben we vaak gesproken over tabaksfabriek Niemeyer, en hoe mooi het zou zijn als we daar zulke broedplaatsen kunnen realiseren. Die hoop koester ik nog steeds. Maar tegelijkertijd heb je ook een prijskaartje. Stel dat je Niemeyer aanschaft, dan vermoed ik dat men daar niet voor hetzelfde prijsniveau kan gaan zitten als wat mensen in de Travertijnstraat betalen.”
“Niet elk initiatief past op elke plek”
Volgens Poolman is differentiatie belangrijk. “Niet elk initiatief past op elke plek. Dus je zult daar kaders voor op moeten stellen. Een mooi maatschappelijk initiatief past bijvoorbeeld beter in de wijk, dan in een gebouw van Niemeyer. En dat geldt ook bijvoorbeeld voor Harry, die blokfluitles geeft, en Peter die een succesvolle startup in de IT heeft. Dat kun je niet zo goed naast elkaar zetten. Vooral niet omdat Harry een andere financiële ontwikkeling door zal maken, dan Peter, bij wie de exponentiële groei veel groter zal zijn. Dat zul je in moeten kaderen.”
“Broedplaatsen zorgen voor reuring”
Toch is de nachtburgemeester enthousiast: “Er wordt al langer over gesproken, maar ik heb het gevoel dat er mooie dingen staan te gebeuren. Natuurlijk, het is belangrijk om dit op te gaan pakken. Al die initiatieven zorgen voor reuring, zorgen dat talent kansen gaat benutten, en waardoor onze stad echt uniek wordt. De vraag is alleen in hoeverre de gemeente daar in wil investeren. Uiteindelijk valt of staat dit plan met geld.”
“Slim om eens in Eindhoven of Bremen te gaan kijken”
Volgens Poolman is het belangrijk om de sector er bij te betrekken: “Ga met mensen in gesprek. Er zijn heel veel goede initiatieven, en samen kunnen we echt tot mooie dingen komen. En ga een bus regelen. Ik denk dat het ontzettend zinvol is om als sector en gemeenteraad een keer in Eindhoven te kijken. Of in Bremen, of in Berlijn. Daar hebben broedplaatsen alle ruimte gekregen. Hoe is dat daar gegaan? Tegen welke dingen is men aangelopen? En hoe kunnen we voorkomen dat we dezelfde fouten maken? Dat zou heel goed zijn.”
Claartje van der Linden (Groningen Broed): “Belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan”
Van der Linden is het daar mee eens: “We kunnen heel veel leren van andere steden. En het is goed om dat gesprek aan te gaan. En natuurlijk is het goed om ons als broedplaatsen een rol te geven in de gesprekken. En er zijn natuurlijk ook al diverse onderzoeken gedaan, waaronder het onderzoek van Roemte en NoorderRuimte van de Hanzehogeschool. Uit het onderzoek van Noorderruimte blijkt duidelijk dat het van belang is om broedplaatsen een volwaardige plek te geven in het werklandschap.”
“Je kunt je niet ontwikkelen als je weet dat je misschien over een aantal weken weer weg moet”
Groningen BROED is ook blij met de woorden van de wethouder om in te zetten op permanente plekken. “Het is belangrijk om zekerheid te hebben. Het beleid is nu dat er ergens een leeg pand staat, en dat het een tijdje als broedplaats gebruikt kan worden. En daar zijn we dankbaar voor, maar onder aan de streep levert het niets op. Een broedplaats is juist ook een plek waarmee je een wijk dichter bij elkaar kunt brengen. Contacten met buurtbewoners is een proces dat tijd kost. Daar heb je vastigheid voor nodig. Neem bijvoorbeeld het Free Café of Gea’s Weggeefwinkel. En dat geldt ook voor kunstenaars, musici en andere ondernemers. Je kunt aan je toekomst werken, wanneer je duidelijkheid hebt. Het helpt niet als er geluiden zijn dat je over een paar weken misschien weer moet verkassen.”
Meerdere locaties
Waar de broedplaatsen gerealiseerd worden is Groningen BROED om het even. “Zelf heb ik nu een atelier in de Vinkenborgh, aan de Travertijnstraat 12. Maar je hebt ook een gebouw met broedplaatsen aan de Travertijnstraat 6. Je hebt de Biotoop, het Paleis. En er worden locaties als Niemeyer en De Halm genoemd. Het is sowieso goed om je te richten op meerdere plekken. Want inderdaad, niet elk initiatief past op elke plek.”
Doorlooptijd
De doorlooptijd vindt Van der Linden wel ingewikkeld: “Een kunstenaar kun je niet vergelijken met een startup. Dat zijn hele verschillende bedrijven. En een doorlooptijd van vijf of tien jaar … ik snap het belang van doorstroming, en ik vind dat ook belangrijk. Maar je kunt niet alles over één kam scheren. Het is belangrijk dat er mogelijkheden worden geboden om verschillende paden te bewandelen in tijd en in je makersleven. Daar horen ook factoren bij of je kiest voor tijdelijk of permanent, gericht op de maatschappij of op je eigen ontwikkeling, of een hoger of lager tarief. Dat zal verder gespecificeerd moeten worden. Ook kun je eventueel kijken naar de mogelijkheden of goed lopende bedrijven een economische bijdragekunnen leveren, waardoor je als gemeente de broedplaatsen verder kunt ontwikkelen.”
“Aandacht op blijven vestigen”
Bij Groningen BROED gaat men de komende tijd niet achterover leunen. “We zullen de aandacht hier op blijven vestigen.” De wethouder heeft aangegeven komend voorjaar met een verdere uitwerking van de plannen te zullen komen.