Als het aan de Statenfracties van GroenLinks en Volt ligt, krijgt het provinciale werkschip ‘Thomas van Seeratt’ een andere naam. De fracties vinden dat de heldenrol binnen de waterwering in de provincie niet opweegt tegen zijn betrokkenheid bij de internationale slavenhandel.
De twee partijen willen de naam van het werkschip van de provincie komende woensdag opnieuw aankaarten bij de provincie. Twee jaar terug deed GroenLinks dat ook al eens. Woensdag voegen ook Volt en twee geschiedenisstudenten van de RUG zich bij een pleidooi voor een naamswijziging.
De reden voor de vernoeming van het schip in 2012 komt van Van Seeratts rol tijdens de kerstvloed van 1717. Toen was Van Seeratt Provinciaal Commies (hoofd van de provinciale waterstaat) en had hij de leiding over de reddingsoperatie. Na de overstroming heeft hij de dijken opgehoogd en sindsdien is Groningen niet meer overspoeld.
Maar aan de naam Van Seeratt ‘kleven bloed en mensenrechtenschending’, stellen de twee Statenfracties. Voor zijn aanstelling als Provinciaal Commies was Van Seeratt twintig jaar slavenschipper bij de West-Indische Compagnie. Uit onderzoek van de twee studenten blijkt, zo stellen de partijen, dat Van Seeratt 728 mensen heeft verscheept voor de slavenhandel.
Hoewel Volt en GroenLinks vinden dat Van Seeratt’s rol bij de strijd tegen het water niet vergeten mag worden, vinden de twee partijen toch dat zijn naam van het provinciale werkschip moet verdwijnen. “In een tijd waarin historische bewustwording en
inclusieve herinneringscultuur centraal staan, is het van essentieel belang dat de provincie Groningen een standpunt inneemt dat recht doet aan de gevoeligheid van dit onderwerp”, laten de partijen weten.