Het aantal strafkortingen op uitkeringen is in de gemeente Groningen de afgelopen drie jaar met 43 procent gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS.
Het korten op een bijstandsuitkering kan verschillende redenen hebben. Als mensen bijvoorbeeld niet komen opdagen bij afspraken met de gemeente, of niet bereikbaar zijn, dan kan de lokale overheidsorganisatie er voor kiezen om te gaan korten op de bijstand. Dit heeft als gevolg dat bijstandsontvangers soms maanden rond moeten komen van een verlaagde uitkering, met alle gevolgen van dien.
Sanctie wordt te makkelijk opgelegd
Drie jaar geleden werden de meeste strafkortingen uitgedeeld door de gemeenten Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. De tien grootste gemeenten legden toen bijna 6.000 keer een korting op de bijstand op. Uit het onderzoek blijkt nu dat dit aantal gehalveerd is, waarbij het aantal mensen met een bijstandsuitkering nauwelijks is afgenomen. Volgens hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk van de Rijksuniversiteit Groningen is dat goed nieuws. Volgens hem worden de sancties te makkelijk opgelegd, waarbij het belangrijk is dat het geen automatisme wordt.
Systeemverandering nodig
De opgelegde maatregelen blijken ook niet altijd terecht te zijn. Ongeveer één op de drie bijstandsontvangers die bezwaar maakte tegen de straf, kreeg gelijk. Dat aandeel is tussen 2019 en nu ook niet veranderd. Vaak gaat het ook om schrijnende verhalen. Mensen die bijna uit de schulden zijn, door omstandigheden een half uur te laat komen op een afspraak bij de gemeente, en vervolgens direct gekort worden op hun uitkering, waardoor de schulden weer oplopen. Volgens Vonk is er een systeemverandering nodig. Volgens de hoogleraar moeten mensen niet gestraft worden omdat ze te laat op een afspraak komen, maar moet dit alleen gebeuren als iemand een passend aanbod voor een baan weigert.