Een groep van zeker zes Roemeense bedelaars lijkt de bron te zijn van de vermeende overlast die sinds het einde van de zomer steeds vaker wordt gemeld in Groningen, voornamelijk uit de binnenstad. De gemeente en politie lijken de groep op de korrel te hebben, maar kunnen vooralsnog weinig doen om de vermeende overlast aan te pakken.
Begin deze maand maakten verschillende media melding van de ‘nieuwe gezichten’ tussen de dak- en thuislozen in de stad. Ook fracties in de gemeenteraad kregen signalen over de bedelaars, die op een vervelende en soms agressieve manier zouden vragen om geld. De fracties van de Stadspartij 100% voor Groningen, Partij voor het Noorden, PVV en de ChristenUnie vroegen het college eerder deze maand onderzoek te doen naar de groep ‘professionals’ en om hen, waar mogelijk, aan te pakken.
Dit onderzoek hebben de politie en handhavers van de gemeente de afgelopen weken gehouden, samen met straatcoaches en stewards van NS en Arriva. Een groep van zeker zes mannen en vrouwen van Roemeense komaf is volgens de gemeente waarschijnlijk de boosdoener. Het gemeentebestuur laat weten dat het gaat om een soortement van ‘rondreizend circus’ van bedelaars: “Deze groep is op diverse plaatsen in Nederland in dezelfde of gedeeltelijk dezelfde samenstelling aangetroffen. Zij leiden een zwervend bestaan en hebben dan ook geen vast verblijfsadres.”
‘I am hungry, God bless you’
Maar het vinden van de bedelaars is lastig, aldus het college: “De politie heeft een camping bezocht waar buitenlanders veelvuldig verblijven, maar daar zijn deze personen niet gesignaleerd. Uit de registraties is gebleken dat zij regelmatig in de ochtend en middag gesignaleerd worden op het station in Groningen. Het vermoeden is dat zij met de trein komen en vervolgens de binnenstad in trekken om te gaan bedelen in onder andere de Herestraat, op de Vismarkt, nabij de Museumbrug en bij de H.N. Werkmanbrug. De bedelaars maken gebruik van een bordje met de tekst: ‘I am hungry, God bless you’.”
Maar uitzoeken of het daadwerkelijk gaat om een groep ‘professionals’, die mogelijk worden uitgebuit om te bedelen in Stad, is moeilijker. “Ondanks de inzet van handhaving, stewards en de politie hebben wij tot op heden niet kunnen achterhalen of er daadwerkelijk sprake is van georganiseerd verband en er sprake is van uitbuiting of iets dergelijks”, zo stelt het college aan de raad.
Aanpak blijkt moeilijk, want bedelaars zijn ‘niet agressief of hinderlijk’
Er is dan ook moeilijk iets te doen aan de bedelaars, vervolgt het college. Hoewel de meldingen vaak stellen dat er op een vervelende en agressieve manier wordt gebedeld, herkennen de handhavers en politie dit beeld niet. Van ‘agressief bedelen’ is volgens het college geen sprake en juist dat is nodig om deze vermeende overlastgevers aan te pakken via de ‘Algemene Plaatselijke Verordening’.
“Op basis van de APVG is het voor de politie en handhaving lastig om repressief op te treden, aangezien er (..) sprake moet zijn van ‘hinderlijk’ bedelen”, besluit het gemeentebestuur. “Daarvan is hier nochtans geen sprake. Ook is er binnen de APV geen ruimte om onderscheid te maken tussen bedelaars die, zoals u het verwoordt, ‘veelal bekend zijn bij de inwoners’ en een groep agressieve bedelaars, noch dat herkomst een criterium is voor bedelen in Groningen. Van enige agressieve of hinderlijke vorm van bedelen is geen sprake.”
