Microscopen op zeventig verschillende locaties vanwege platina jubileum Nobelprijs Zernike

Op zeventig verschillende plekken in de provincie zijn deze zaterdag microscopen te vinden. Het evenement wordt gehouden omdat het zeventig jaar geleden is dat professor Frits Zernike van de Rijksuniversiteit Groningen de Nobelprijs kreeg toegekend.

De microscopen staan opgesteld bij onder meer musea, bibliotheken, cultureel erfgoed en andere verrassende plekken. Ook bij De Jonge Onderzoekers aan de Dirk Huizingastraat is een microscoop te vinden. “Zernike kreeg de Nobelprijs voor de uitvinding van de fasecontrastmicroscoop”, vertelt Carleen Baarda van De Jonge Onderzoekers. “Met zo’n microscoop kunnen levende cellen veel nauwkeuriger worden bestudeerd. Op onze locatie in de stad, en ook op die in Appingedam, staat vandaag zo’n fasecontrastmicroscoop. Wil je het apparaat van dichtbij bekijken, dan ben je van harte welkom. In Stad zijn we geopend van 11.00 tot 16.00 uur.”

Symposium
De organisatie van de publieksdag is in handen van de Rijksuniversiteit Groningen. Theo Jurriens van de RUG: “Door de microscopen op verschillende locaties te plaatsen, kunnen bezoekers kennismaken met de schoonheid van de microscopie, en kunnen ze wellicht zelf verrast worden en nieuwe ontdekkingen doen.” Vrijdag vond op verschillende RUG-locaties een symposium plaats, met diverse lezingen. Eén van de lezingen werd gegeven door Frits Zernike, kleinzoon van de Nobelprijswinnaar. Na de lezing kreeg de RUG, via demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66), een fasecontrastmicroscoop uit het familiearchief overhandigd.

Frits Zernike
Frits Zernike werd geboren op 16 juli 1888 in Amsterdam. Hij studeerde Chemie aan de Universiteit van Amsterdam. Aanvankelijk was hij geïnteresseerd in de toepassing van natuurkunde in de industrie, maar gaandeweg raakte hij steeds meer geïnteresseerd in de natuurkunde van licht. Van 1915 tot 1958 was hij werkzaam aan de RUG. In de jaren twintig begon Zernike met het ontwikkelen van de fasecontrastmicroscoop. Hij ontdekte dat het mogelijk was om de faseverschillen tussen lichtgolven te gebruiken om het inwendige van levende cellen zichtbaar te maken. Dit was een belangrijke doorbraak, omdat het voor het eerst mogelijk maakte om levende cellen in detail te bestuderen. Tegenwoordig wordt de fasecontrastmicroscoop gebruikt in de biologie, geneeskunde en materiaalkunde. Zernike overleed in 1966 op 77-jarige leeftijd.