Dorpshuizen vullen een cruciale positie in, in dorpen en wijken. Hun positie is de afgelopen jaren ook belangrijker geworden. Tegelijkertijd worden besturen geconfronteerd met steeds meer regelgeving. Stichting Groninger Dorpen vindt dat de Tweede Kamer veel meer aandacht mag hebben voor het belang van dorpshuizen.
OOG Tv trekt in de weken voorafgaand aan de Tweede Verkiezingen door de gemeente om met organisaties, instanties en verenigingen in gesprek te gaan of er voor hun sector genoeg aandacht is. Wat moet er volgens hen in Den Haag direct gebeuren en veranderen? De reportages en artikelen zijn ook terug te vinden op de website Groningen Kiest.
Stichting Groninger Dorpen
De vereniging Groninger Dorpen is de koepelorganisatie van alle buurt- en dorpshuizen en dorpsorganisaties in de provincie Groningen. Ze heeft als doel om de leefbaarheid in de dorpen te versterken, bewonersinitiatieven te ondersteunen en de belangen van dorpsbewoners te behartigen. Eigenlijk kun je zeggen dat Groninger Dorpen de stem is van de dorpen in de provincie.
Hallo Pieter Knol! Jij bent adviseur buurt- en dorpshuizen bij de vereniging Groninger Dorpen. Hoe belangrijk zijn de buurt- en dorpshuizen?
“De afgelopen decennia zijn de dorpen veel voorzieningen kwijtgeraakt. De bakker op de hoek, het bankkantoor, de school: ze zijn er vaak niet meer. Het dorpshuis is in veel gevallen nog de enige overgebleven ontmoetingsplek. En dat dorpshuis gaat met zijn tijd mee. Het is allang niet meer die plek waar alleen geklaverjast en gebingood wordt. Nieuwe activiteiten en functies zijn toegevoegd, waardoor het dorpshuis is uitgegroeid tot de huiskamer van het dorp.”
De afgelopen jaren heeft het dorpshuis ook aan terrein gewonnen, zodat mensen thuis de kachel niet aan hoeven te zetten hè?
“Dat is een voorbeeld inderdaad. Veel buurt- en dorpshuizen bieden tijdens deze energiecrisis bewoners, ook overdag, een warme plek. En als je een plek biedt waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, zullen ze ook minder snel vereenzamen. Blijven mensen meedoen in de maatschappij. In steeds meer dorpshuizen wordt bijvoorbeeld samen gegeten. Dat is niet alleen gezellig maar zorgt er ook voor dat de mensen naar elkaar omkijken. Als het met iemand niet goed gaat, dan zie je dat. Als een oude mevrouw elke dinsdag komt, en ineens blijft ze weg, dan kun je daar actie op ondernemen. Dit soort informele zorg is erg belangrijk en vindt vaak vanuit buurt- en dorpshuizen plaats.”
In deze rubriek praten we met allerlei instellingen, verenigingen en organisaties. Als je de debatten volgt. Is er wat jou betreft dan genoeg aandacht voor de dorpshuizen?
“Een aantal partijen heb ik wat horen zeggen over gemeenschapszin. Dat is een begrip waar je de dorpshuizen onder kunt scharen. De BBB en het Nieuw Sociaal Contract hebben het bijvoorbeeld genoemd. En ook het CDA benoemt dit steevast. Maar de buurt- en dorpshuizen heb ik niet specifiek voorbij zien komen in de debatten.”
Je zou kunnen concluderen dat die aandacht vanuit Den Haag niet nodig is, omdat alles super gaat. Maar tussen de regels door merk ik dat er werk aan de winkel is …
“Er zijn inderdaad een boel zaken waar het nieuwe kabinet mee aan de slag moet. Zoals allerlei hinderlijke wet- en regelgeving waar vrijwilligers mee te maken krijgen. Neem bijvoorbeeld het UBO-register waar bestuursleden in opgenomen moeten worden terwijl zij al als bestuurslid bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan. Elke vereniging en stichting moet opgeven wie binnen het bestuur de uiteindelijke belanghebbende oftewel UBO is. Maar binnen een bestuur van een buurt- of dorpshuis is er helemaal niemand die een groter belang heeft dan een ander. Het zijn allemaal vrijwilligers. Zo’n UBO-register is bedoeld om witwassen te voorkomen maar dat soort criminele activiteiten speelt helemaal niet bij kleine verenigingen en stichtingen. Het is dubbel werk waar de mensen het nut niet van inzien.”
Het papierwerk schrikt af, maar zorgt er waarschijnlijk ook voor dat je je niet kunt richten op wat je eigenlijk wilt doen …
“Dat klopt. De vrijwilligers zouden zich bezig moeten houden met het organiseren van leuke activiteiten in plaats van zich te moeten verdiepen in allerlei regeltjes. De Wet Bestuur Toezicht- en Rechtspersonen (WBTR) is er ook zo een. Een wet die bedoeld is om onbehoorlijk bestuur te voorkomen. Belangrijk natuurlijk maar deze wet spreekt ook over het vergroten van de aansprakelijkheid van de bestuurders en daar schrikken veel mensen van. En als je als stichting of vereniging een bankrekening wilt openen dan is dat ontzettend moeilijk, omdat je door de bank helemaal wordt doorgelicht. De gemeente Groningen komt met reclamebelasting die betaald moet worden voor het naambord op je buurthuis. En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Het Platform Vrijwillige Inzet, het NOV, heeft onlangs in kaart gebracht waar vrijwilligers allemaal mee te maken krijgen. Het resultaat is een duizelingwekkend pdf-bestand vol regelgeving. Het is waanzinnig veel.”
Heb je het idee dat die regelgeving de afgelopen tien jaar is toegenomen?
“Er is altijd wet- en regelgeving geweest en regels moeten er natuurlijk ook zijn. Maar werkt het ook? Of ga je als een olifant door de porseleinkast? Qua administratie- en regeldruk kan én moet het anders. Vrijwilligers helpen de overheid bij het oplossen van allerlei maatschappelijk vraagstukken, dan moet je het ze niet onnodig moeilijk maken.”
Waarschijnlijk is het ook goed om naar de gebouwen te kijken. De energieprijzen zijn door het dak geschoten. Dat zal jullie deur ook niet voorbij zijn gegaan …
“Een heel terecht punt. De energielasten vormen een enorme kostenpost voor de buurt- en dorpshuizen. Er is daarom een hele grote wens om de gebouwen te verduurzamen en hulp daarbij is hard nodig. Er bestaat wel zoiets als de DUMAVA. Dat is een landelijke subsidie om eigenaren van maatschappelijk vastgoed waaronder buurt- en dorpshuizen, tegemoet te komen in de kosten van verduurzaming. Maar omdat ook allerlei grote partijen zoals scholen, zorginstellingen en gemeenten van deze regeling gebruik mogen maken, schiet de pot met geld steeds tekort. De laatste keer werd er geloot, dan moet je gelukt hebben. Groninger Dorpen en de Provincie Groningen hebben drie dorpshuizen bij de ingewikkelde aanvraag ondersteund waarvan maar eentje is ingeloot. Gelukkig zijn er ook diverse fondsen die aan de verduurzaming van buurt- en dorpshuizen willen bijdragen.“
Hoe staat het met het onderhoud? En kan de gemeente iets betekenen?
“Een dorpshuis heeft niet als doel om winst te maken. De activiteiten die georganiseerd worden hebben hele andere doelen. Daardoor is het moeilijk te reserveren voor onderhoud, en de uitvoering van het onderhoud is dan ook vaak een probleem. Er is simpelweg geen geld voor. Diverse gemeenten zien het belang van de buurt- en dorpshuizen en dragen daarom bij aan de kosten van het onderhoud. Maar zij zullen nooit álle kosten op zich nemen en dus moet er alsnog naar aanvullende financiering gezocht worden. En dat geld is moeilijk te vinden maar wel nodig om de dorpshuizen hun belangrijke functie te kunnen laten uitoefenen.“
Want je zei het al in het begin van dit gesprek. Dorpshuizen zijn in veel dorpen nog de enige plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten …
“Ja en een prachtige uitvalsbasis voor initiatieven waar maatschappelijke vraagstukken mee aan worden gepakt! Een heel mooi voorbeeld vind je in Bierum. Daar houden vrijwilligers een telefoonnummer in de benen dat 24 uur per dag gebeld kan worden. Heb je een probleem, zit je met iets, dan kun je dat nummer bellen. Zulke informele zorgprojecten zijn er meer en die moet je als overheid steunen. Als Groninger Dorpen staan we dus ook achter de landelijke campagne ‘Wij zijn hier’ die de overheid en de politiek oproept om beter met de vrijwilligers samen te werken. Benut de gemeenschapskracht!”
Er is werk aan de winkel dus?
“Absoluut. Daarom zijn we ook heel blij met de mogelijkheid om op deze manier ons verhaal te kunnen doen. En we hopen dat de politiek de handschoen oppakt. Iedereen zal een buurt- of dorpshuis belangrijk vinden. Maar geef dan ook de handvaten. En uiteraard is elke politicus die hier meer over wil weten, van harte welkom bij ons op kantoor in Ten Boer.”