Te weinig aandacht voor situatie Oekraïense vluchtelingen bij verkiezingen: “De zorgen zijn groot”

nieuws
De Sociale Brigade organiseert regelmatig leuke uitjes die als doel hebben om te kunnen ontspannen. Vorig jaar herfst bracht men een bezoek aan attractiepark Slagharen. Foto: Willemijn Kemp

Ruim anderhalf jaar geleden arriveerden de eerste Oekraïense oorlogsvluchtelingen in Groningen. De oorlog woedt ondertussen voort, en een einde van het conflict lijkt voorlopig niet in zicht. Toch is er in de debatten, in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen, weinig aandacht voor deze kwestie.

OOG Tv trekt in de weken voorafgaand aan de Tweede Verkiezingen door de gemeente om met organisaties, instanties en verenigingen in gesprek te gaan of er voor hun sector genoeg aandacht is. Wat moet er volgens hen in Den Haag direct gebeuren en veranderen? De reportages en artikelen zijn ook terug te vinden op de website Groningen Kiest.

De Sociale Brigade
De Sociale Brigade in Haren bestaat uit een groep Nederlandse en Oekraïense vrijwilligers. Kort na het uitbreken van de oorlog is De Sociale Brigade opgericht. In eerste instantie hielp men bij het coördineren van inzamelingsacties van hulpgoederen voor Oekraïne. Met de komst van meer vluchtelingen is men zich het afgelopen anderhalf jaar ook toe gaan leggen op het bieden van hulp in het dagelijks leven, het geven van cursussen en workshops en het organiseren van leuke avonden en uitjes.

Hallo Willemijn Kemp! Jij voert namens De Sociale Brigade het woord. Hoe zou je de situatie van de Oekraïense vluchtelingen in Groningen willen omschrijven?
“Ik was afgelopen week heel blij met jullie bericht om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Dat gaf mij ook de mogelijkheid om met mijn collega’s hierover te praten. Wat ons opvalt is dat het onderwerp Oekraïne naar de achtergrond is verschoven. En gezien de geopolitieke ontwikkelingen, snap ik dat. Maar in Nederland verblijven 100.000 Oekraïners. Ze hebben hier veiligheid gevonden, zijn aan het werk, of zoeken naar een baan, en gaan naar school, of studeren. Wij zien dat er flink wat problemen spelen. Problemen die ook opgelost moeten worden. Dus als je vraag hoe de situatie er voor staat: het kan beter, en het moet beter.”

Vind je dat er te weinig aandacht is voor dit onderwerp in de aanloop naar de verkiezingen?
“Onder de Nederlandse vrijwilligers zegt niemand dat er voldoende aandacht is. Het merendeel zegt dat er ‘een beetje’ aandacht is, en de rest zegt dat er wel een tandje bij mag. De afgelopen maand is er op het wereldtoneel veel gebeurd. En dat heeft zijn gevolgen. Maar ondertussen staat het Oekraïne-vraagstuk niet stil. In de Europese Unie zijn er bepaalde geluiden te horen. Er zijn zorgen over de verkiezingen volgend jaar in Amerika. Wat als Donald Trump gaat winnen? Wat betekent dat voor Oekraïne? Maar er zijn ook zorgen in ons eigen land. Wat als we straks een heel rechts kabinet krijgen? Daarnaast, en je zei het zelf al, is deze oorlog uitzichtloos. Die uitzichtloosheid ervaren we allemaal. En daar horen zorgen bij.”

Wat valt je op aan de debatten en de verkiezingsprogramma’s?
“Dat er niet over de Oekraïners wordt gesproken. Er zijn flink wat partijen die zich op de kern van de Nederlandse samenleving richten. Partijen als NSC, BBB en PVV richten hun pijlen op de problemen die veel Nederlanders ervaren, en proberen vanuit die gedachte iets voor elkaar te krijgen, waarmee ze mensen tevreden kunnen stellen. Oekraïners worden bij deze verkiezingen vaak onder het asielvraagstuk geschaard. BBB wil maximaal 15.000 asielzoekers per jaar toelaten. Nieuw Sociaal Contract zet in op een maximum van 50.000 voor alle soorten migranten. Dat zijn aantallen die, inclusief dit vraagstuk, niet werken, ook omdat we de afgelopen periode zien dat het aantal Oekraïners, dat vlucht, stijgt.”

Je bedoelt dat de aantallen die in de verkiezingsprogramma’s geroepen worden eigenlijk nergens op gebaseerd zijn?
“De Oekraïners die nu arriveren zijn hele andere vluchtelingen dan de personen die anderhalf jaar geleden naar Groningen kwamen. De nieuwe groep vlucht, omdat ze moeten vluchten. Afgelopen week hebben we een vrachtwagen met hulpgoederen naar Kyiv gestuurd. Enkele dagen geleden kreeg ik geen contact meer met de partners aldaar, waar we samen mee werken. Naderhand bleek dat er op Kyiv een aanval was uitgevoerd, waarbij de elektriciteit was uitgevallen, en mensen de schuilkelders in moesten. Het sentiment dat op dit moment onder de vluchtelingen leeft is dat mensen niet weten of hun thuisstad ooit weer in Oekraïense handen komt. En dat gegeven mist in de hele politieke discussie. Men verschuilt zich achter een getal. Een aantal. Terwijl we het hebben over mensen die voor de oorlog gevlucht zijn, nare dingen hebben gezien, en nu rust en stabiliteit nodig hebben.”

Tekst gaat verder onder de foto:


Vanuit De Sociale Brigade probeert men de Oekraïners deel te laten nemen aan activiteiten, zoals afgelopen voorjaar bij de Urban Walk. Foto: Willemijn Kemp

In Haren, maar ook in Groningen en Onnen, verblijft een grote groep Oekraïners. Welke problemen registreren jullie? En waar moet direct iets aan gebeuren?
“Een grote groep werkt niet op het niveau dat ze eigenlijk zouden kunnen. Eén van de Oekraïners was bijvoorbeeld in eigen land werkzaam als beleidsadviseur. Maar werkt hier nu als schoonmaker. En dat is een domper. Natuurlijk is de taal onderdeel van dat vraagstuk. Het Nederlands is een barrière, en daar zouden we veel meer op in moeten zetten. Maar ook bij het werk: dat men ook door kan groeien. Dat er meer mogelijk is, ook op hogere niveaus. Organisaties in onze samenleving zouden dit aan moeten durven gaan. We ervaren best veel voorzichtigheid en afstand, ook wanneer bedrijven veel vacatures hebben. Het voordeel is ook dat als de oorlog is afgelopen, dat deze mensen, die zich hebben kunnen ontwikkelen, die kennis meenemen naar hun thuisland, waar dit dan heel goed van pas gaat komen.”

Ik proef uit je antwoord dat er meer verbeterpunten zijn …
“Ja. Wat ons opvalt is dat er te weinig psychologische hulp beschikbaar is. De groep die de afgelopen periode is gearriveerd, die zijn gevlucht omdat ze, in sommige gevallen, hele nare dingen hebben meegemaakt. Daarnaast zien we, dat mensen die hier al langer verblijven, hun man of familie missen. Of men mist toekomstperspectief. Het is belangrijk dat er over gesproken kan worden. De gebeurtenissen, het verlaten van je thuisland, en de uitzichtloosheid, zorgt voor depressiviteit. Die is er gewoon. Dat signaleren en daarop reageren is belangrijk. Dat d oet De Sociale Brigade bijvoorbeeld door deze groep les te geven. Een docent, een leraar, kan een vinger aan de pols houden. Hoe gaat het met mensen? Waarom is persoon A er deze week niet? We moeten veel meer gaan ondervangen.”

Met de winter op komst lijken de militairen zich in Oekraïne in te gaan graven. Hoe wordt daar over gedacht?
“Nederland heeft de afgelopen achttien maanden veel hulp gestuurd. Maar als je alles bij elkaar optelt, dan begon het met het sturen van helmen en schermvesten, vervolgens munitie, daarna wat geweren, en het laatste half jaar gaat het over zwaarder wapentuig en gevechtsvliegtuigen. Het is mondjesmaat. Ik denk dat het belangrijk is dat er een kabinet aantreedt dat er voor gaat zorgen dat Oekraïne de oorlog wint. En niet pappen en nat houden, om daarmee te zorgen dat het Oekraïense leger niet kopje onder gaat. Een nieuw kabinet kan dit ook niet negeren. We zijn als land gaan helpen omdat het onze achtertuin is, maar in de tussentijd is het nog steeds dezelfde achtertuin. Het is allemaal niet zo ver weg.”

Dat de oorlog binnen een half jaar ten einde komt lijkt een utopie. Dat betekent dat ook de Oekraïners hier nog een flinke tijd zullen zijn. Is daar ook actie nodig?
“Dit is misschien wel de kern van het hele verhaal. Mensen kunnen zich ontwikkelen als ze verbonden zijn met de samenleving. Allereerst is duidelijkheid nodig. Kunnen mensen uit Oekraïne in Nederland blijven? Wat is de toekomst? Stel dat de oorlog nog tien jaar duurt. Kan de garantie gegeven worden dat zolang het land in oorlog is, dat mensen hier veilig zijn? En geef ze ook perspectief. Ze moeten zich kunnen ontwikkelen, aan hun carrière kunnen bouwen. En laat dat ook een kruisbestuiving zijn. Geen Oekraïense dorpen, of buurten, maar als onderdeel van het collectief, samen met de Nederlanders.”

Samen de handschoen oppakken dus?
“Samenlevingen zijn niet statisch, maar zijn constant in ontwikkeling. Samen, met alle inwoners, vormen we de samenleving, en ontwikkelen we het. De politiek heeft hier veel invloed op. En ook internet en sociale media hebben een belangrijke rol. Als er inhoudelijk veel snelle ontwikkelingen zijn, dan zie je dat niet iedereen dat bij kan benen. Met een vinger wordt er dan gewezen naar de nieuwkomers, terwijl de vraag anders moet zijn. Wij kunnen met elkaar beslissen welke samenleving we willen zijn. Willen we een samenleving waar we elkaar kunnen verrijken, terwijl we de vrijheid hebben om te kunnen zijn wie we zijn? Of willen we een samenleving waarin die vrijheid afneemt, omdat slechts een deel van de mensen iets wel mag hebben of zijn, en een ander deel niet? Dat laatste is polarisatie. Als het aan ons als De Sociale Brigade ligt, willen we een samenleving waarin we elkaar kunnen verrijken. Daar willen wij een steentje aan bijdragen.”

De opvang wordt op dit moment verzorgd vanuit locaties, vanuit gebouwen. Je zegt dat dit meer verspreid zou moeten worden?
“Als je als bevolkingsgroep in een gebouw leeft, dan bevordert dit niet de integratie. Als er onvoldoende contact en uitwisseling met Nederlanders is, dan kan dit leiden voor onderlinge spanningen in de Oekraïense leefgemeenschap. Ik denk dat we heel veel van elkaar kunnen leren. Meer onderdeel laten zijn van de gemeenschap, bevordert de uitwisseling en is een verrijking voor iedereen. En natuurlijk. Er zijn verschillen. Officieel vieren de Oekraïners Kerstmis in januari. Samen met de gemeente, DSB en de Oekraïners hebben we voorgesteld om op 23 december, op de opvanglocatie in Haren, een Kerstavond te organiseren.”

Om daar op door te gaan. Laten integreren. Onderdeel van een gemeenschap zijn. Wij als media hebben daar ook een rol in …
“Ik denk dat het absoluut belangrijk is dat er door de overheid, en door de media, nagedacht moet worden hoe je in de richting van de Oekraïners kunt communiceren, aangezien ze onderdeel uit maken van de samenleving. Om een voorbeeld te geven. Verschillende Oekraïners begrijpen al flink wat Nederlandse woorden. Op sociale media komen ze in aanraking met posts van Nederlandse politici of televisieprogramma’s. Heb je dan een keer een negatieve politicus gezien, terwijl je de taal nog niet helemaal machtig bent, dan krijg je opeens veel informatie in die lijn, ook vanwege de algoritmes hoe sociale media werkt, en dan denk je als niet-Nederlander dat heel Nederland zo is, wat niet zo is. De belangrijkste oproep is denk ik dat overheid en media moeten nadenken om op een juiste, en genuanceerde manier, informatie verschaffen.”

Tekst gaat verder onder de foto:


Onlangs bracht een groep Oekraïners uit Haren, Onnen en Groningen een bezoek aan museum De Fundatie in Zwolle, waar een tentoonstelling over Oekraïne is te bezichtigen. Foto: Willemijn Kemp

Eigenlijk gaat het bij deze onderwerpen ook over onderwijs …
“De verschillen tussen het Nederlandse en Oekraïense schoolsysteem zijn groot. In Oekraïne gaat men van 08.00 tot 18.00 uur naar school. Een schooldag bestaat daar uit een naschools programma, waarbij er aandacht is voor cultuur en sport. Je kunt het in zekere zin vergelijken met het systeem in Amerika. Een schooldag in Nederland ziet er anders uit. We zien dat ouders niet goed, of helemaal niet, aan het werk kunnen als hun kroost ’s middags om 14.00 uur vrij is. Vanuit Den Haag zou er gestuurd moeten worden op een naschoolse opvang. Of een verlengde schooldag. En ook de Nederlandse taal komt hier weer om de hoek kijken. Hier in Haren is er een jongen die naar het vwo kan. Dat is een wetenschapper in de dop. Maar hij gaat volgend jaar naar de havo, omdat zijn Nederlands niet goed is. En met de havo is niks mis, maar deze persoon zal uiteindelijk doorstromen naar het vwo, waardoor je nu wel twee jaar gaat verliezen, enkel en alleen omdat het Nederlands niet goed genoeg is.”

Een ander punt is het collegegeld. Als je als Oekraïner aan het hbo of vwo wil studeren, dan betaal je veel meer collegegeld dan Nederlandse leeftijdsgenoten …
“Ook hier zal er vanuit Den Haag een oplossing moeten komen. Wat we zien is dat jonge mensen nu maar een jaar gaan werken om te sparen voor hun studie. We hebben het over bedragen van 10.000 euro collegegeld, terwijl hun Nederlandse leeftijdsgenoten, voor dezelfde studie, 2.000 euro moeten betalen. Daarnaast zien we ook dat jonge mensen om deze reden weer terugkeren naar Kyiv, om daar te studeren. Noodgedwongen. Eerder beschreef ik al de aanval, en de stroomuitval. Het is daar niet veilig.”

Anderhalf jaar geleden kwamen de eerste Oekraïners. Is het ontvangst dat zij kregen, hetzelfde als wat de groep die nu vlucht, krijgt?
“Dat wisselt. En enerzijds heeft dat met de perceptie van de Nederlandse samenleving te maken. Het vizier is nu meer gericht op het conflict in het Midden-Oosten, er is minder aandacht voor Oekraïne. Ondertussen gebeuren er nog genoeg mooie dingen. Ik ben ook echt trots op wat alle vrijwilligers van De Sociale Brigade, en alle betrokkenen, bereiken en doen. Maar vanuit de samenleving mag er wel een tandje bij. De Oekraïners zijn hier, en zullen hier ook nog een flinke tijd zijn. We kunnen van elkaar leren, we kunnen elkaar helpen. En dat komt van beide kanten. En daar horen ook stappen vanuit de politiek bij. Zekerheid en duidelijkheid bieden, en vooral denken in kansen. En niet alles plat willen slaan.”

De politiek is in zekere zin ook de gemeente Groningen. Hoe gaan zij met dit onderwerp om?
“De gemeente Groningen heeft dit onderwerp heel duidelijk op de radar. Er is een heel goed contact met de wethouder. Afgelopen week hebben we toevallig met elkaar gesproken. Dat was een fijn en prettig gesprek, waarbij ook een aantal thema’s aan de orde zijn gekomen, die ik nu ook hier bij jou heb benoemd. En dat is goed, maar uiteindelijk is het wel zo dat de wethouder hier niet alles kan. Ze is afhankelijk van bepaalde knoppen waar in Den Haag aan gedraaid moet worden. En daarom ben ik blij met de aandacht voor dit onderwerp: want de Oekraïners ontbreken nog teveel in het verkiezingsdebat. En dat is zonde. Want er zijn problemen en er liggen kansen. Problemen kunnen en mogen we niet negeren, en de kansen moeten we grijpen.”