Carbidschieten wordt steeds populairder, maar hoe doe je dat nou veilig?

Sinds de vuurwerkverboden is carbidschieten een stuk populairder geworden. Zo ook in verschillende dorpen in Groningen. Het is een alternatief voor het harde knal vuurwerk, maar niet zonder gevaren. Waar het aantal vuurwerkslachtoffers slinkt, zien dokters steeds meer letsel door carbidschieten. 

“Carbidschieten is een oude traditie”, vertelt ervaren carbidschieter Vincent Schenkel. “Je gooit een blokje carbid in een melkbus, gooit een beetje water eroverheen, even wachten en dan een dikke explosie”, zegt hij met een grote glimlach.

Vincent is op dit moment druk met de voorbereidingen voor het carbidschieten in Ten Post. “We zijn vangnetten aan het klaarzetten. Dan schieten we de ballen daar tegenaan, zodat ze weer terugkaatsen. Dat scheelt ons een hoop werk.” Terwijl Vincent het net aan wat palen knoopt, is een andere man bezig met het verzamelen van urinoirs en dixies. Die komen ook in het weiland te staan.

‘Uit de hand gelopen’

Het begon zo’n acht jaar geleden met één melkbus. “En dat is een beetje uit de hand gelopen. We staat dit jaar met zo’n vijftig tot zestig bussen.” Naast het organiseren van carbidschieten in Ten Post, zit Vincent ook in de carbidverkoop. Daar merkt hij dat de animo groeit. “Er komen steeds meer mensen die een paar kilo willen kopen of mensen die zelf melkflessen hebben en ons vragen hoe carbidschieten werkt.”

Toenemend letsel 

In het Martini Ziekenhuis merken ze ook de toenemende populariteit van het knallen. “Afgelopen jaarwisseling hebben we hier dertien mensen gezien met letsel als gevolg van carbidschieten”, vertelt brandwondenarts Stefan Doornbos. “Dat is meer dan in het verleden.”

Volgens de arts, werkzaam voor het Brandwondencentrum, komt dat door twee verschillende dingen. Ten eerste mocht er in de jaren daarvoor niet geknald worden vanwege de coronapandemie. “Het is mogelijk dat er nu meer onervaren mensen zijn, die niet de juiste kennis bezitten, maar wel carbidschieten.” De tweede reden is de groeiende populariteit van het knallen, vertelt Doornbos. “We zien dat er hogere importcijfers zijn van carbid. Er wordt meer verkocht en ook meer geknald, met de nodige gevolgen.”

Het gevaar zit hem in carbid dat niet direct afgaat. “Dan gaat men toch dichtbij de melkbus om te kijken wat er aan de hand is. Als het carbid dan afgaat, krijgen mensen een steekvlam in hun gezicht of elders op hun lichaam.”

Wie is de BOCK?

Om het toch veilig te laten verlopen, heeft het Martini Ziekenhuis samen met enkele andere organisaties in 2015 de BOCK-campagne opgericht. Een BOCK (Bewust Oplettende Carbid Knaller) is een ervaren carbidschieter die erop let dat het carbidschieten veilig verloopt, aan de hand van vijf tips:

 

De vijf tips op de BOCK-folder (foto: BOCK-campagne)

 

“Als het dan toch misgaat, is het belangrijk dat je niet gaat hollen, maar rollen; zodat je zo snel mogelijk de vlammen dooft”, licht Doornbos toe. “Daarnaast moet je vlamgevatte kleren uitdoen en het aangedane deel van je lichaam koelen. Maar alleen dat deel, zodat je niet onderkoeld raakt.”

Maatregelen

Om een retourtje Martini te voorkomen, neemt de carbidvereniging in Ten Post maatregelen. “Als we gaan schieten, staat er niemand voor de melkbussen”, vertelt Vincent. “Eerder schoten wij ook met deksels, maar wij hebben er toen bewust voor gekozen om over te stappen op schieten met ballen. Dat is veiliger. Daarnaast werken we met handschoenen, gehoorbescherming en we zorgen voor genoeg afstand met zowel het publiek als omwonenden.”

Er is bij het carbidschieten in Ten Post niet één persoon opgeschaald tot BOCK. “We zitten hier met allemaal ervaren jongens., die het al jaren doen, Zij weten allemaal wel hoe het moet.”

Met de veiligheidsmaatregelen op orde, kijkt Vincent uit op een mooie dag: “Als het droog blijft, verwacht ik wel een man of 400. Het is natuurlijk niet alleen het carbidschieten, maar de entourage en de gezelligheid. Je wilt als dorps een gezellige dag hebben met zijn allen. Wij proberen daar aan bij te dragen met carbidschieten, een feesttent en wat muziek. Zo sluit je het jaar mooi af.”