Omroep Organisatie Groningen bestaat veertig jaar. Om dit te vieren zendt OOG een terugblik over deze jaren uit. De uitzending is te zien op beide kerstdagen, oud- en nieuwjaarsdag.
“Het is heel bijzonder”, zegt Arend Jan Wonink, directeur van OOG. “Voor iedereen zal terugkijken op veertig jaar OOG een heel ander verhaal opleveren. Veel mensen zullen denken aan Herestraat Helemaal met Piet van Dijken, Beno’s Stad of markante personages als Cathy en Gré. Maar ik denk dat voor de duizenden medewerkers die hier hebben rondgelopen het misschien hele persoonlijke herinneringen zijn.”
Volgens Wonink is OOG onderdeel geworden van de Groningse identiteit. “We zijn net zo Gronings als de Martinitoren, de FC of Knol’s Koek. Ik denk dat mensen dat ook zo voelen.”
‘OOG is een springplank voor mediatalent’
Binnen OOG zijn er vele mensen actief die hier al tientallen jaren zitten. Een van hen is bureauredacteur Gert van Akkeren. “Het is een marathon aan allerlei ervaringen: nieuwe dingen leren, nieuwe collega’s leren kennen, afscheid nemen van oude collega’s. Het is mijn halve leven. We begonnen ooit met een paar radio-uitzendingen per week en een tv-uitzending. Door de diverse verhuizingen van OOG heb ik gezien dat de organisatie steeds groter en beter is geworden.”
Politiek verslaggever Ecco van Oosterhout zit sinds 2007 bij OOG. Hij ziet de organisatie als een hechte club mensen. “OOG heeft veel jonge maar tegelijkertijd ook oudere mensen. Dat loopt lekker door elkaar heen. Het zijn ook bijzondere mensen: iedereen heeft zijn of haar eigen opvatting. Zelf heb ik jarenlang in het boekenvak gezeten en daar was de verhouding hiërarchisch. Daar is hier geen sprake van.”
Directeur Wonink vindt dat OOG dicht bij het karakter van de gemeente en stad moet zitten. “Talentontwikkeling hoort echt bij de stad Groningen. Er zijn veel onderwijsinstellingen en jonge mensen die hier rondlopen. OOG is dat ook bij uitstek. Het is een springplank voor mediatalent. Als je kijkt hoeveel mensen vanuit OOG doorstromen naar landelijke zenders of beroemd zijn geworden. Kijk naar Wilfred Genee, die hier zijn eerste stappen heeft gezet, of Arjen Lubach. Zo zijn er veel namen te noemen.”