Ondanks flinke weerstand bij een aantal oppositiepartijen werd het plan om sommige inwoners van de gemeente Groningen te kunnen dwingen regenwater af te voeren woensdagmiddag met grote meerderheid aangenomen door de gemeenteraad.
Het aannemen van de verordening betekent dat de gemeente Groningen, bij nieuwbouw van een perceel van meer dan 250 vierkante meter, de eigenaar kan verplichten tussen de 20 en 70 millimeter aan regenwater op te vangen. De gemeente wil het liefst dat dit met ‘groene maatregelen’ gebeurt (bijvoorbeeld een groen dak), maar als dat niet kan zijn andere oplossingen ook mogelijk.
Niet alleen eigenaren van nieuwbouwpercelen krijgen te maken met de maatregel. Ook binnen bestaand bebouwd gebied kunnen gebieden worden aangewezen waar deze verordening van toepassing wordt, bijvoorbeeld in gebieden waar de riolering wordt vervangen of waar wateroverlast een groot probleem kan zijn. De stelregel wordt daarbij: hoe groter het perceel, hoe meer regenwater eigenaren zelf moeten kunnen opvangen.
Weerstand in oppositie
In de oppositie (De Stadspartij 100% voor Groningen, de VVD, het CDA en de PVV) bestond veel weerstand tegen de plannen, met name rond het feit dat de gemeente met de maatregel kan ingrijpen op privéterrein van perceeleigenaren. Daarnaast werd er getwijfeld aan wie de rekening voor deze maatregelen zou moeten betalen.
Met name Mariska Sloot van de Stadspartij trok fel van leer tegen de plannen: “Ingrijpen op privé-eigendom is wat ons betreft echt een non-discussie. Ook weten we niet hoe doelmatig en uitvoerbaar dit plan is. Er wordt gezegd dat de maatregelen gecompenseerd kunnen worden met geld uit de klimaatsubsidie en de deltaplan-subsidie. Er is dus geen garantie op vergoeding, dat vinden we misleidend. Wij zeggen: doe dit alleen bij nieuwbouw. Maar ook hier vragen we ons af of bouwplannen niet verder stagneren door deze plannen. Ook willen we zeker weten dat bewoners goed worden gecompenseerd.”
‘We gooien mensen echt niet opeens in het diepe’
Rozemarijn Gierkink (PvdA) temperde de discussie namens de coalitiepartijen. “We mogen deze ingrepen uitvoeren, ook met het oog op het eigendomsrecht. Regenwater opvangen is nu al zo’n vijftien jaar een verantwoordelijkheid van perceeleigenaren. De gebieden zijn al aangewezen in de plannen voor de aanpak van de riolering en we kiezen in de vragen over de kosten voor maatwerk, niet voor harde uitspraken over subsidies. De subsidies bestaan al en we gooien mensen echt niet opeens in het diepe. Er zijn verschillende potjes voor. Er is dus echt geen sprake van misleiding of het op kosten jagen van inwoners. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat onze gemeente niet overstroomt.”
‘Er komen echt geen handhavers langs om de tegels eruit te halen’
De oppositie maakte zich ook zorgen over ‘stok achter de deur’. De gemeente kan, middels het voorstel, besluiten om handhavend op te treden tegen perceeleigenaren die niet doen wat de gemeente graag wil. Wethouder Wijnja besloot de gemoederen te temperen, door aan te geven dat de soep minder heet wordt gegeten dan opgediend: “Er komen echt geen handhavers langs om de tegels eruit te halen. En als we aanpassingen vragen in een gebouwd gebied, betekent dat ook niet: hier is een Rekentool en zoek het uit.”
Over de vergoeding van de kosten voor de regenwater-maatregelen die de gemeente kan vragen stelde Wijnja: “Dat de subsidies er niet zijn, dat klopt niet. Lopende subsidies zijn inderdaad snel op, maar het geld uit het deltaprogramma is inmiddels toegekend, dat kunnen we gebruiken. En sommigen vinden het prima om zelf te betalen. Kijk naar de maatregelen in Euvelgunne, daar namen de ondernemers ook zelf het initiatief. Daarom garanderen we niet een honderd procent procent vergoeding, want bewoners en bedrijven zijn soms bereid om zelf te investeren.”