Radicale gelijkwaardigheid voor de noordelijke wijken. Dat is de ambitie van het gemeentebestuur dat met een gebiedsplan een plus wil creëren waardoor inwoners in deze wijken betere kansen krijgen.
Samenvatting:
Inwoners in de noordelijke wijken hebben slechtere kansen dan inwoners in andere delen van de gemeente. De salarisniveaus liggen er lager en minder mensen hebben hun opleiding afgemaakt. Ook leven mensen er gemiddeld zeven jaar korter, en leven ze veertien jaar in slechtere gezondheid. De afgelopen jaren is er al geïnvesteerd in de wijkvernieuwing. Het nieuwe plan moet als een plus worden beschouwd, waarbij er voort wordt geborduurd op dat wat al is opgebouwd. Door de samenwerking te zoeken met verenigingen, stichtingen, bedrijven, kerken en zorginstellingen wil men het verschil gaan maken. Een langdurig project, waarbij monitoring cruciaal zal zijn.
.
“Niet stigmatiseren tussen noord en zuid”
Niet alle fracties zijn positief. Ondanks dat alle partijen onderschrijven dat het een goed plan is, vinden bijvoorbeeld de VVD en de Partij voor het Noorden het jammer dat er een tegenstelling wordt gemaakt tussen noord en zuid. Teun Havinga van de VVD: “Niet alles in het noorden is slecht. Kunnen we niet beter kijken naar mensen die het echt nodig hebben?” Leendert van der Laan (Partij voor het Noorden): “We moeten niet gaan stigmatiseren. Elke wijk heeft goede onderdelen. En ik mis Kostverloren en de Wijert-Noord in deze plannen, waar toch ook problemen zijn.” Mariska Sloot van Stadspartij 100% voor Groningen: “Vanavond gaat het over gemiddelden. Over groepen. Er wordt gesproken over de Villawijk, over Haren, over Glimmen. Maar mensen … stille armoede is overal. We hebben geen gemiddelde groepen. We moeten mensen als mensen zien. We moeten niet stigmatiseren, we moeten helpen.”
.
“Geld niet dominant stellen”
Toch moet dit plan beschouwd worden als een plus. De projecten in andere wijken gaan door, waarbij er in de noordelijke wijken een tandje wordt bijgezet. Geld voor de projecten komt uit verschillende bronnen. Wethouder Eikenaar zegt dat hij het geld niet dominant wil stellen: “De werkwijze is dat we dit willen gaan doen, en daar zoeken we geld voor. We willen het niet omdraaien.” Ondanks de uitleg overwegen verschillende partijen om moties in te dienen bij de eerstvolgende raadsvergadering.
Tekst gaat verder onder de foto:
In de noordelijke wijken hebben inwoners minder kansen dan in andere delen van de gemeente. Foto: Andor Heij
In onderstaande alinea’s een verslag van de vergadering:
Joren van Veen (PvdA): “In Selwerd en De Hoogte heb je andere kansen dan wanneer je in Helpman woont”
“Waar je woont bepaalt wat je kunt”, vertelt Joren van Veen van de PvdA: “Helaas is dit echt het geval. Als je in Coendersborg of Helpman woont heb je andere kansen dan wanneer je in De Hoogte of Selwerd woont. Minder jongeren maken er hun school af, mensen verdienen er een lager salaris. Het zijn trends die we zien. Een stapeling van problemen, die zorgt voor een hardnekkige ongelijkheid. Daar moeten we iets mee. En dat kan door focus aan te brengen. We zien dat de maatregelen die we al hebben genomen voor een dempend effect zorgen op de ongelijkheid. Maar wat er is, dat is hardnekkig. Er is een meerjarige aanpak nodig, een brede coalitie, waarbij inwoners van deze wijken een centrale rol krijgen. Alle partners die hier bij betrokken zijn wil ik dan ook complimenteren, dat zij zich hier meerjarig voor in willen gaan spannen.”
Krachten bundelen
Met het plan is het de bedoeling om de komende twintig jaar het verschil te maken. Bewoners uit de noordelijke wijken moeten op een gelijkwaardige manier mee kunnen doen, en kinderen moeten gezond en veilig op kunnen groeien. Waar nodig moet men ondersteund kunnen worden door de gemeenschap en instanties. In Groningen-Noord gebeurt al veel. Om echt een stap te kunnen zetten wil men de krachten gaan bundelen en opschalen. Onderwerpen, organisaties en partners koppelen waarbij er samen een plus wordt gemaakt.
Joren van Veen: “We missen het bedrijfsleven”
Toch denkt de PvdA dat bepaalde punten in het plan beter kunnen. Van Veen: “We missen het bedrijfsleven in de plannen. In deze wijken zien we vooral kleinschalige bedrijven die moeilijk mensen vrij kunnen spelen. Maar als we een tweede schil opzetten met bijvoorbeeld bedrijven uit Paddepoel en de Friesestraatweg, waar kinderen uit de noordelijke wijken stage kunnen lopen, dan zorg je al voor een plus. Daarnaast denken we dat een baangarantie het verschil kan maken. Mensen die hun studie afronden, die sowieso een baan krijgen, dat is goed voor het vertrouwen en om het snelle geld van de criminaliteit te weerstaan.”
Teun Havinga (VVD): “Er wordt een zwart-wit beeld geschetst tussen noord en zuid”
Toch is er ook kritiek op de plannen. Bijvoorbeeld van de VVD. Teun Havinga: “Door dit rapport wordt er een zwart-wit beeld geschetst tussen noord en zuid. Maar niet alles in het noorden is slecht. Kunnen we niet beter kijken naar doelgroepen, naar mensen die het echt nodig hebben?” Daan Brandenbarg van de SP: “Dit rapport ligt op tafel na tien jaar gedegen onderzoek. Mensen in de noordelijke wijken leven gemiddeld zeven jaar minder lang. Leven veertien jaar in slechtere gezondheid. De werkloosheid ligt er hoger. Wil de VVD dat allemaal ontkennen?” Havinga: “Ik ontken niks, maar ook in andere wijken gaat niet altijd alles even goed, en daar richten we ons niet op. Daarnaast hebben we moeite met de term ‘radicale gelijkwaardigheid’. Had alleen ‘gelijkwaardigheid’ niet volstaan?”
Terence van Zoelen (Partij voor de Dieren): “Het gros van de wijken onder de streefwaarde bevindt zich toch in het noorden?”
Daar haakt Terence van Zoelen van de Partij voor de Dieren op in: “Als we naar de cijfers kijken, naar de plekken in Groningen die onder de streefwaarde liggen, dan bevindt het gros zich toch in de noordelijke wijken. Of zegt u dat deze zich in Haren en Glimmen bevinden?” Havinga: “Ik zeg alleen dat er meer plekken zijn, buiten de noordelijke wijken, die zich onder de streefwaarde bevinden. En daar heeft mijn fractie moeite mee.”
Leendert van der Laan (Partij voor het Noorden): “Is dit plan geschreven zodat er een strik omheen kan?”
Het geluid van Havinga wordt gedeeld door andere partijen. Bijvoorbeeld door Leendert van der Laan van de Partij voor het Noorden: “Wat zijn goede wijken en wat zijn slechte wijken? Het is belangrijk dat we niet gaan stigmatiseren. Hebben we dit plan opgeschreven zodat we er een strik omheen kunnen doen zodat er subsidies voor kunnen komen? Of is het echt zo? Elke wijk heeft goede onderdelen. Is het een subsidieplan waar we hier naar kijken, of is het alleen maar kommer en kwel?”
“Ik mis Kostverloren en de Wijert-Noord in deze plannen”
Joren van Veen probeert het met een voorbeeld duidelijk te maken aan Van der Laan: “Stel dat je twee klassen hebben. In de ene klas zit een aantal leerlingen die niet goed mee kunnen komen. In de andere klas haalt slechts een klein deel voldoendes. In welke klas ga je dan investeren? Waar ga je focus aanbrengen?” Van der Laan: “Vinkhuizen werd al even genoemd, maar ik mis in deze plannen Kostverloren en de Wijert-Noord ook. Ook dat zijn wijken met problemen.” Elte Hillekens van GroenLinks: “We investeren toch in elke wijk? We zijn overal actief. Maar wat we nu gaan doen is een plus. Een extra investering.”
Mariska Sloot (Stadspartij 100% voor Groningen): “Wat hier gezegd wordt zal de inwoners tevreden stellen”
Ook Mariska Sloot van Stadspartij 100% voor Groningen is kritisch. “Het is een prachtig plan dat vol staat met ambities. Maar het belangrijkste zijn de inwoners. We zullen heel intensief bezig moeten gaan met communicatie. Wat hier vanavond gezegd wordt zal de inwoners in deze wijken tevreden stellen. Maar hoe gaan we dat in de toekomst goed doen? Het uitvoeren van de plan zal niet altijd goed gaan, of niet altijd gaan zoals we het bedacht hebben. Wanneer is het geslaagd? Wanneer zijn we tevreden?”
“Stille armoede is overal”
En Sloots wil inhaken op de woorden van Van der Laan en Havinga: “Vanavond gaat het over gemiddelden. Over groepen. Er wordt gesproken over de Villawijk, over Haren, over Glimmen. Maar mensen … stille armoede is overal. We hebben geen gemiddelde groepen. We moeten mensen als mensen zien. We moeten niet stigmatiseren, we moeten helpen.” Dat kan op een reactie rekenen van Terence van Zoelen van de Partij voor de Dieren: “Maar dat is toch helemaal niet gezegd?” Sloot: “Ik heb het wel op die manier ervaren. Mensen moeten we niet als gemiddelde zien. Overal is stille armoede, overal is ongeluk.”
Laurent Dwarshuis (ChristenUnie): “Kunnen we kerken hier ook bij betrekken?”
Maar voor de rest is er veel lof. Bijvoorbeeld van Laurent Dwarshuis van de ChristenUnie: “In de noordelijke wijken leven mensen structureel minder gezond, krijgt men minder kansen en heeft men minder kapitaal om kansen te krijgen. Wij zijn blij met deze aanpak, waarbij we van straat naar straat gaan. Verenigingen en instellingen die gezamenlijk aan de slag gaan. Wel vragen wij ons af of kerken hier ook bij betrokken gaan worden. Daarnaast delen wij het geluid van de PvdA om ook ondernemers hier bij te gaan betrekken: dat kan het verschil gaan maken.”
Elte Hillekens (GroenLinks): “Monitoring is cruciaal”
Karoline de Groot van Student & Stad pleit er voor om ook de zorginstellingen en de geestelijke gezondheidszorg bij de plannen te betrekken: “Het is heel goed dat we dingen doen en gaan proberen.” Dat vindt ook Elte Hillekens van GroenLinks: “Monitoring is daarom wel belangrijk. Dat we doen is complex, maar monitoring is cruciaal. Daardoor houden we zicht, kunnen we signaleren en kunnen we ook punten verbeteren waar dat nodig is.”
Daan Brandenbarg (SP): “Met dit plan doen we een grote belofte, zorgen voor radicale gelijkwaardigheid”
Bij het CDA zijn er zorgen over de aantallen professionals. Izaäk van Jaarsveld: “Professionals zijn schaars. Als je meer de nadruk legt op de noordelijke wijken, is er minder inzet in andere wijken. Hoe wordt daar tegen aan gekeken?” Wethouder Eikenaar erkent dat dit theoretisch een gevolg zou kunnen zijn. Daan Brandenbarg van de SP: “Wat we met dit plan doen is een grote belofte. Zorgen voor radicale gelijkwaardigheid. Een plan waar we ons voor een lange periode aan verbinden. Gelijkwaardigheid gaat over dezelfde voorzieningen, goede scholen, goede speelvoorzieningen. We hebben het over wijken waar buschauffeurs wonen, waar mensen wonen die de treinen schoonmaken. Mensen die twee of drie baantjes hebben en dan vaak nog niet voldoende geld krijgen om brood op tafel te krijgen voor hun kinderen. We kunnen dit niet over onze kant laten gaan. Dit is een nieuw programma, waarbij we het straat voor straat beter gaan maken.”
Wethouder Eelco Eikenaar (SP): “De kloof gaan we niet dichten door de situatie in het zuiden te verslechteren”
Wethouder Eelco Eikenaar van de SP vertelt dat de titel ‘radicale gelijkwaardigheid’ door de bewoners is bedacht: “Ik sta daar volkomen achter. Met dit plan brengen we bewoners in posities waarbij ze iets te zeggen krijgen over hun wijk. Het punt over goede en slechte wijken, dat hadden we inderdaad niet zo moeten benoemen. Met dit plan gaat het over mensen. Maar soms gaat het over gemiddelden. De kloof tussen de wijken gaan we niet dichten door het niveau in het zuiden te verlagen. De bedoeling is dat we bij deze plannen de kerken, de zorginstellingen maar ook ondernemers gaan betrekken. Ook het idee van een tweede schil, dat de PvdA noemde, is een interessante gedachte.”
“Geld niet dominant stellen”
Qua financiering wordt er gekeken naar verschillende potjes. Eikenaar: “We krijgen voeding uit verschillende bronnen. Vandaag is er bijvoorbeeld 11 miljoen euro toegekend. Maar ook de Regiodeal komt nog. Het aanvragen van geld kost veel tijd, maar toch kiezen we voor deze werkwijze. De werkwijze is dat we dit willen gaan doen, en daar zoeken we geld voor. We willen het niet omdraaien. We willen het geld niet dominant stellen.”
“We gaan voortborduren op wat al is gerealiseerd”
Daarnaast wil Eikenaar nog iets verduidelijken: “De afgelopen jaren is er al veel gedaan in deze wijken. We gaan niks weggooien, we gaan daar op voortborduren. Het is een plus dat bovenop het bestaande komt. We gaan ook niet werken met nieuwe structuren.” De wethouder vindt het daarnaast belangrijk dat er wat gaat gebeuren. Soms moet er gepraat worden, maar het moeten geen praatclubjes worden.
Ondanks de uitleg overweegt een aantal partijen om een motie vreemd in te dienen bij de eerstvolgende raadsvergadering.