De Kerkuilenwerkgroep Groningen zoekt vrijwilligers die de ontwikkeling van kerkuilen in Groningen in de gaten kunnen houden. Er zijn te weinig vrijwilligers en veel van de huidige vrijwilligers zijn al dertig jaar actief, waardoor de leeftijd begint te tellen.
De werkgroep werd begin jaren negentig opgericht. Vrijwilligers gingen aan de slag met het registreren van de locaties waar nestkasten geplaatst zijn, en ook werden legsels en aantallen opgroeiende jongen in de gaten gehouden. Met de informatie krijgt men een beeld hoe het er voor staat met de kerkuil. Jarenlang ging het erg slecht met de uil. Midden jaren zestig was de kerkuil nagenoeg verdwenen. Er waren een aantal extreem strenge winters geweest, en ook door het gebruik van landbouwgif DDT, dat zich ophoopte in de voedselketen, nam het aantal kerkuilen af. De laatste decennia gaat het steeds beter. Sinds 2017 staat de uil niet meer op de rode lijst van bedreigde broedsoorten.
Nestkasten
Dankzij de inspanningen van vrijwilligers, en de medewerking van boeren en inwoners, is de broedpopulatie toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren zeventig tot 3.000 broedparen nu. Soms kunnen dit er meer zijn als er veel veldmuizen zijn. Als zich een muizenrijk jaar aandient broedt een kerkuil soms wel twee tot drie keer per jaar. Om te kunnen broeden is de uil afhankelijk van de mens. De soort broedt namelijk veel in gebouwen, en doet dat graag in nestkasten die geplaatst worden.
“Kerkuilen in de gaten houden”
De gegevens die de werkgroep noteert worden doorgegeven aan SOVON, die het verwerken in de landelijke cijfers. Maar voor de gegevens is men afhankelijk van vrijwilligers. “Met het stoppen van vrijwilligers die al dertig jaar actief zijn, ligt ook het gevaar op de loer dat kennis verloren gaat”, laat de werkgroep weten. “Wij zijn dus op zoek naar mensen die in hun eigen omgeving kerkuilen in de gaten willen houden, en daar ook aanspreekpunt voor willen zijn. Meldingen van jonge- of gewonde uilen kunnen op deze manier snel opgepakt worden.” Kennis van de kerkuil is niet beslist noodzakelijk. De werkgroep zegt voor de nodige kennis en begeleiding te zullen zorgen. “Je wordt begeleid totdat je zelfstandig kunt opereren, waarbij we er naar streven om zoveel mogelijk met minimaal twee mensen op pad te gaan.”
Meer informatie vind je op de website van de Kerkuilenwerkgroep.