Oproep kerkuilenwerkgroep leidt tot veel nieuwe aanmeldingen: “We zijn hier heel blij mee”

nieuws
Foto: Lubos Houska via Pixabay

Bij de Kerkuilenwerkgroep Groningen zijn de afgelopen dagen zeker twintig nieuwe aanmeldingen binnengekomen van mensen die de ontwikkeling van kerkuilen in de provincie in de gaten willen houden. Voorzitter André Eijkenaar van de werkgroep is in zijn nopjes.

Hoi André! Twintig nieuwe aanmeldingen …
“Het is echt ongelofelijk. We plaatsen wel vaker eens een artikeltje in een krant. Maar jullie aandacht vorige week is een schot in de roos geweest. Direct kwamen er aanmeldingen binnen, en tot op de dag van vandaag loopt dat door. We zijn er ontzettend blij mee, want vrijwilligers kunnen we echt heel goed gebruiken. Als een derde van deze twintig mensen bij ons actief wordt, dan hebben we al een verdubbeling van de huidige groep vrijwilligers. Dat zegt denk ik genoeg.”

Deze mensen hebben zich aangemeld, maar hoe gaat dat nu verder?
“Onze bedoeling is om straks in maart een informatieavond te organiseren. Daar gaan we de mensen voor uitnodigen. We vertellen dan over de kerkuil, en over de werkzaamheden die wij als werkgroep verrichten. Het zal ook het moment zijn dat we mensen aan elkaar gaan koppelen, zodat ze samen aan de slag kunnen om zicht te krijgen op de kerkuilenpopulatie in onze provincie. Bij ons werken vrijwilligers in duo’s om de werkzaamheden uit te voeren.”

Op pad gaan, want één van de werkzaamheden is dat jullie nestkasten voor kerkuilen in de gaten houden hè?
“De laatste jaren gaat het steeds wat beter met de kerkuil. Maar als een kerkuil jongen krijgt dan komt er een moment dat de jongen uit het nest worden gejaagd. Ze moeten dan zelfstandig verder, en gaan dan op zoek naar een andere nestplaats waar ze jongen kunnen krijgen. Vaak zijn het bewoners die hier melding van maken waarop wij dan een nestkast plaatsen, en vervolgens de situatie in de gaten houden en uiteindelijk deze kast ook schoonmaken. En je bent aanspreekpunt. Als er een gewonde kerkuil wordt aangetroffen, dan is het de bedoeling dat je daar op gaat acteren.”

Over nestkasten gesproken. Ik heb begrepen dat jullie gisteren een hele mooie dag hebben gehad?
“Ja, dat was echt fantastisch. We werden gebeld door een mevrouw die in Stedum woont. Ze had een paartje uilen gezien, en het leek haar goed om er een nestkast te plaatsen. Wij hadden echter geen kasten meer. Daarop vertelde ze dat er genoeg hout aanwezig was. We zijn met het hele team langsgekomen, en daar lag zoveel sloophout dat we 24 nieuwe kasten hebben kunnen maken. Het was echt een mooie teambuildingsdag. En mevrouw heeft ons ook flink in de watten gelegd met koffie, soep en broodjes. Echt heel tof.”

Hoe blij zijn jullie met zulke initiatieven?
“Ja, heel blij. Als werkgroep hebben we geen geld in de kas. Alles doen we vrijwillig. We verzamelen wel hout, maar vaak gaat het dan om pallets. Het kost heel veel tijd om die te slopen. Of anders gezegd: het slopen kost meer tijd dan het bouwen van de kast. Dus als zich zulke mogelijkheden voordoen, dan omarmen we dat. En zoiets gebeurt niet zo vaak. Maar soms heb je ineens de wind in de zeilen. Dat is met dit aanbod van hout zo, en dat is ook jullie initiatief om zo’n artikel te plaatsen. Dat geeft ons veel energie.”

We hebben het over de kerkuil. Je vertelde al dat het gelukkig weer goed gaat met de vogel, na een aantal hele zware decennia. Hoe is de situatie op dit moment?
“Als er veel muizen zijn, dan zijn er ook veel kerkuilen. De kerkuil is sterk afhankelijk van de hoeveelheid aan prooi. Bij muizen heb je piekjaren, waarna het daarna voor een periode in elkaar zakt. Dat effect zie je terug bij de aantallen uilen. Qua muizen was 2022 een enorm slecht jaar. Vorig jaar zat het in de lift, en ik verwacht dat er dit jaar ook veel muizen zullen zijn, tenzij ze veel geleden hebben onder het vele regenwater. Maar op dit moment verwacht ik dat we ook een goed seizoen tegemoet gaan voor de kerkuil.”

In je antwoord proef ik ergens een ‘maar’ …
“Dat klopt wel. De bedreiging voor de kerkuil is aan het veranderen. Het is een trendgevoelige vogel. De winters zoals we die nu kennen, die kunnen ze goed aan. Maar als het wegennet wordt uitgebreid, dan is dat een duidelijke bedreiging waarvan je het effect merkt. Maar we zien ook duidelijk de effecten van herbestemmingen van boerenschuren. Een boer weet wel raad met de kerkuil. Maar als jij als niet-agrariër op een boerderij gaat wonen, en je richt de schuur in als caravanstalling, dan baal je flink als de kerkuil, die ook in de schuur woont, de caravans onder schijt. Dan moet het dier weg. Daarnaast maakt de overheid het de kerkuil ook niet makkelijk.”

Hoe bedoel je dat?
“De overheid is met een maatregel gekomen dat wanneer voedselwaren, die in een schuur liggen opgeslagen, onder de uitwerpselen zitten, dan ben je als agrariër je certificaat kwijt. Dat betekent dat de kerkuil minder gewenst is op zulke plekken. En zo worden er constant nieuwe dingen bedacht, die ons weer voor uitdagingen stellen. Je kunt het ’t beste vergelijken met dat mensen het een prachtige vogel vinden, zolang men er maar geen overlast van heeft. En als werkgroep proberen we daar een gulden middenweg in te vinden, zodat we de kerkuil toch een thuis kunnen bieden in onze provincie. Want hun aanwezigheid is, alleen al voor de muizenstand, erg belangrijk.”

Mensen die nieuwsgierig zijn geworden naar vrijwilligerswerk bij de Kerkuilenwerkgroep Groningen, en zich aan willen melden, kunnen daarvoor terecht op deze website.