Een speciaal soort echo, die de doorbloeding meet bij kleine ongeboren baby’s, kan duidelijk maken of de moederkoek wel of niet goed werkt. Dat blijkt uit een studie die in het UMCG is gehouden.
Tien procent van de ongeboren baby’s is kleiner dan normaal voor de zwangerschapsduur. Aanstaande moeders krijgen dan vaker echo’s om te kijken of de baby goed groeit. Met een speciale echo, de Doppler-meting, worden de weerstand van het bloedvat in de navelstreng en bloedtoevoer in de hersenen van het kindje meten. Als er iets mis is met de doorbloeding van de moederkoek of de bloedtoevoer naar de hersenen, kan dat een signaal zijn dat de moederkoek minder goed functioneert.
Volgens het UMCG, die de studie samen met het Amsterdam UMC uitvoerde, worden deze Doppler-metingen bij kleine baby’s niet standaard in alle ziekenhuizen gedaan. Toch zijn de van toegevoegde waarde bij de zorg voor deze kleine baby’s, stellen de onderzoekers. Het hogere risico op problemen rondom de bevalling kan beter worden opgespoord en bewaakt.