Taalwetenschappers van de Rijksuniversiteit Raoul Buurke, Hedwig Sekeres en Lourens Visser van de Rijksuniversiteit Groningen hebben een uniek bordspel ontwikkeld: Streektaalstrijd. Een bordspel waarbij spelers proberen het taalgebied van de tegenstander te veroveren.
Het spel bestaat uit een geografische kaart van Nederland en Vlaanderen, verdeeld in zeven gekleurde vlakken. Elke kleur staat voor een streektaal die nog altijd wordt gesproken: Fries, Nedersaksisch, Hollands, Zeeuws, Limburgs, West- en Oost-Vlaams en Brabants. Iedere speler krijgt zo’n taalgebied toegewezen.
Je kunt het gebied van de tegenstander veroveren door vragen te beantwoorden over taalwetenschap en de gesproken streektalen in Nederland en Vlaanderen.
Het spel is geïnspireerd op de bekende spelletjes Risk en Triviant. Voor het maken van het spel hebben de RUG-onderzoekers samengewerkt met andere taalwetenschappers. Daarnaast hebben ze ook sprekers van de verschillende talen gesproken.
‘Bot of onintelligent’
Het spel gaat om meer dan alleen plezier. “We willen mensen op een speelse manier iets leren over taalwetenschap en de variatie aan streektalen in Nederland en Vlaanderen”, vertelt taalwetenschapper Raoul Buurke. “Met het spel willen we ook vooroordelen wegnemen over mensen die streektalen spreken. Over hen wordt nog weleens gedacht dat ze bot of onintelligent zijn.”
Tijdens het spel leren de spelers niet alleen woorden uit de verschillende streektalen, ze komen ook meer te weten over de variatie binnen taalgebieden en kunnen luisteren naar audiofragmenten om meer te leren over de uitspraak.
‘Waard om gesproken te worden’
Buurke en zijn collega’s benadrukken dat streektalen het waard zijn om gesproken te worden. “Het is belangrijk, levend cultureel erfgoed, dat maakt al die verschillende varianten van streektalen heel waardevol. Er lopen genoeg mensen rond die het nog spreken zoals opa’s en oma’s.”