Een jaar geleden gingen we naar het stembureau voor de Provinciale Statenverkiezingen. De verkiezingen werden in Groningen gewonnen door BBB die 12 zetels bemachtigde. In de schaduw daarvan gebeurde er nog iets opmerkelijks: Volt kreeg genoeg stemmen om daarmee voor het eerst haar opwachting te maken in de Staten. Een gesprek met fractievoorzitter Laura Reinink over de afgelopen twaalf maanden.
Hoi Laura! Als je het afgelopen jaar samen zou moeten vatten, voor welke woorden zou je dan kiezen?
“Het is een achtbaanrit geweest. Een echte rollercoaster. Vanaf het begin tot nu. Ik ben met voorkeursstemmen in de Staten terecht gekomen. Iets wat je helemaal niet verwacht, dat gebeurt dan ineens. Het heeft mijn leven erg veranderd. En wat je zegt klopt: we zijn een partij die voor het eerst in de Provinciale Staten actief is. Als partij heb je geen enkele voor- en achtergrond. Je wordt overspoeld door nieuwe dingen.”
Je moet als fractie alles op gaan bouwen. Hoe lastig is dat?
“Ik wil een groot compliment geven aan de griffie. Deze ambtenaren zijn ontzettend behulpzaam en zijn altijd bereid om zaken uit te leggen. En dat geldt ook voor andere partijen. Je kunt overal terecht met je vragen, iedereen wil je graag helpen. De afgelopen twaalf maanden stonden voor mij echt in het teken van mijn draai zien te vinden. Wij hebben als partij één zetel, en er komt ontzettend veel op je af. In het begin wil je alles op gaan pakken, je wilt alles doen. Maar dat is niet vol te houden. Ondertussen lukt het steeds beter om een scheiding te maken tussen zaken die nu echt moeten gebeuren, en punten die even kunnen wachten.”
Je vertelde het al, je bent als 29-jarige met voorkeursstemmen in de Staten terecht gekomen. Ik kan me voorstellen dat je leven op de kop kwam te staan …
“Naast Statenlid ben ik werkzaam als data scientist. Nadat ik was gekozen als volksvertegenwoordiger ben ik mijn leven anders in gaan delen. Ik werk nu drie dagen, en de andere dagen heb ik voor het politieke werk. Voor het Statenwerk staat ongeveer 24 uur, maar je weet nooit wat er op je af gaat komen. Je hebt de vergaderingen, maar je moet je ook voorbereiden, je moet stukken lezen, je legt werkbezoeken af, je gaat met mensen in gesprek. Het lukt steeds beter om daar mijn draai in te vinden.”
Iedere politicus heeft een doel waarmee hij of zij de politiek in gaat. Iets dat hij of zij wil bereiken. Wat wil jij bereiken?
“Dat is een mooie vraag. Toen ik begon wilde ik heel veel bereiken. Het liefste wilde ik het hele programma van Volt uit gaan voeren. Ik heb de focus de afgelopen twaalf maanden gelegd op de kansenongelijkheid en digitalisering. De provincie Groningen is verantwoordelijk voor 66 websites. Als het gaat om de toegankelijkheid was er slechts één website die gedeeltelijk voldeed. De rest voldeed helemaal niet. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan websites die slecht toegankelijk zijn voor mensen die kleurenblind zijn. Ik heb dit op de agenda gezet, en daar worden nu stappen in ondernomen. De gedeputeerde liet weten te verwachten dit in een aantal maanden opgelost te zullen hebben, maar persoonlijk denk ik dat het wat langer gaat duren. Maar er worden in ieder geval meters gemaakt. En dat is mooi!”
Als je kijkt naar het komende jaar. Waar ligt dan je ambitie?
“Waar we nu heel erg druk mee zijn is input ophalen bij onze leden. Wat vinden zij belangrijk? Dit moet uiteindelijk gaan resulteren in een ranglijst met punten waar we ons voor in willen zetten. Daarnaast blijven we hard werken aan de toegankelijkheid. Niet alleen op het gebied van websites maar ook offline. Zo hebben mensen in een rolstoel bijvoorbeeld niet toegang tot alle gebouwen, terwijl je dat wel wilt. En armoede is een belangrijk speerpunt. Groningen is de provincie waar de armoede erg hoog is. Ondanks dat dit onderwerp vooral gemeentelijk en landelijk speelt heeft BBB een voorstel gedaan om het schoolontbijt te realiseren. Dit voorstel steunen wij.”
Je hebt het over de toegankelijkheid van gebouwen. Dat is een mooi bruggetje naar de zichtbaarheid van de provinciale politiek. Hoe staat volgens jou de provinciale politiek er voor?
“Dat is een vraag met verschillende facetten. Je kunt het bijvoorbeeld hebben over het aantal vrouwen dat actief is in de politiek. Het aantal is wel iets gegroeid, maar ik vind dat het er nog te weinig zijn. Daarnaast mag het ook wel wat diverser. Ik ben 29 jaar oud, en daarmee één van de weinige jongeren. Dat vind ik zonde. En daarnaast kan het met de betrokkenheid ook beter. Ik merk nog te vaak dat mensen geen idee hebben wat wat wij nu precies doen. Maar ook weten ze niet hoe ze actief kunnen worden binnen een politieke partij, hoe ze zich aan kunnen melden. Terwijl in essentie er best wel veel mensen zijn die de politiek interessant vinden.”
Zouden politieke partijen de deuren verder moeten openen?
“Of in ieder geval zichtbaar maken en de mogelijkheid bieden dat je bij hen welkom bent. Zelf heb ik bijvoorbeeld de politiek altijd interessant gevonden. Ik vond het ook ontzettend leuk toen ik voor de eerste keer mocht stemmen. Maar ondanks de interesse bleef het op afstand. Tot ik op sociale media ineens een vriendin, die ik uit het oog was verloren, actief zag zijn bij Volt. Ik heb contact gezocht met haar, en heb gevraagd hoe ze dat had gedaan. En zo ben ik actief geworden bij de partij. Dat is ook de reden dat we als partij veel op sociale media actief zijn. Op X maar vooral ook op Instagram. Daar delen we berichten op wat we doen, en ook wat we bereikt hebben.”
Ligt er wellicht ook een sleutel binnen het onderwijs?
“Op dat vlak worden al mooie stappen gezet. Als Statenleden geven we bijvoorbeeld gastlessen op basisscholen. We leggen uit wat de politiek doet. Dat wordt goed ontvangen. Maar samen kunnen we wellicht wel meer de nadruk leggen dat iedereen welkom is om actief te zijn bij een politieke partij. Dat je met jou inzet je gemeente, je provincie, of het land, mooier en beter kunt maken. Daar ligt voor ons wel een taak.”
Dat mensen zich niet aan de poort melden, of dat vrouwen dat niet doen, kan misschien ook te maken hebben met hoe debatten soms verlopen. We kennen allemaal de voorbeelden in Den Haag waarbij het soms op de man wordt gespeeld. Bijvoorbeeld toen meneer Wilders VVD-fractievoorzitter Hermans een tassendraagster noemde …
“Dat speelt zeker een rol. Als politicus of politica krijg je soms hele vervelende dingen naar je hoofd geslingerd. Ook omdat het heel makkelijk is om anoniem vanachter je toetsenbord iets te roeptoeteren. Al moet ik wel zeggen dat het hier in onze provincie meevalt, ook omdat je als Statenlid wat anoniemer bent. Wat dat betreft is er echt wel een verschil. En als er hier op dat niveau iets plaatsvindt, dan zie je ook direct dat andere partijen voor je op komen. Dat je er niet alleen voor staat. Maar feit is dat het niet hoort. Een goed debat is er ook niet bij gebaat. Een goed debat en het beste resultaat is gebaat bij een goede en eerlijke dialoog.”
Dat jullie wat anoniemer zijn komt wellicht ook door de rol van de media. Er wordt veel verslag gedaan van de gemeenteraad. En ook de Tweede Kamer krijgt veel aandacht. Ligt daar ook een sleutel, en wellicht dat meer aandacht ook leidt tot meer interesse?
“Absoluut. En journalisten zijn nu wel aanwezig bij onze vergaderingen. Er wordt ook wel eens wat geschreven. Maar meestal zijn dat de grote onderwerpen. Het aardgas bijvoorbeeld, of de kernenergie. Zoals ik al vertelde zijn wij als partij bezig geweest met de toegankelijkheid. Je stuurt dan een persberichtje, maar daar komt dan heel weinig respons op. Je krijgt dan te horen dat men er te weinig nieuwswaarde in ziet. En dat vind ik dan wel jammer.”
Als Statenlid moet je regelmatig het woord voeren. Is dat niet vreselijk spannend?
“Dat valt wel mee. Ik heb presenteren altijd leuk gevonden om te doen. Dat geldt ook voor het in gesprek gaan met mensen. Dat geeft mij energie. En natuurlijk. Bij het eerste debat was ik best wel heel erg zenuwachtig. Het was een sportdebat, en dan moet je gaan vertellen hoe jij er tegen aan kijkt. Maar ondertussen zie je dat andere collega’s ook zenuwachtig zijn. Sommigen hadden hun betoog keurig uitgewerkt op hun tablet. Daar heb ik toen ook voor gekozen. Ondertussen probeer ik dat echter weer los te laten, en probeer ik mijn bijdrage uit het hoofd te leren, omdat het dynamischer oogt.”
Volt is een Europese partij die in tal van landen actief is. Krijg je wel eens de vraag wat jullie als Europese partij in de provincie hebben te zoeken?
“Die vraag krijg ik zeker. Maar onze aanwezigheid is super belangrijk. De problemen stoppen niet bij de grens. Afgelopen herfst hebben we ons bijvoorbeeld ingezet om korte afstandsvluchten te verbieden. Die motie heeft het helaas niet gehaald. Maar dit punt vinden we wel belangrijk en daar blijven we ons, ook vanuit andere landen, voor inzetten. Door mensen warm te maken voor snelle treinverbindingen. Een Lelylijn tussen de Randstad en Groningen is leuk, maar het voegt pas echt iets toe als je de lijn verbindt met bijvoorbeeld Stockholm. Of richting Milaan en Barcelona. Dat je in vier uren met de trein aan de Spaanse kust staat. Dat is waar je gezamenlijk voor strijdt.”
Het is een klein bruggetje naar de Europese verkiezingen die aanstaande zijn. Gaan de straten de komende maanden weer paars kleuren?
“Wij zijn van plan om flink campagne te gaan voeren. De Europese verkiezingen kennen altijd een lage opkomst. Het is heel belangrijk om mensen duidelijk te maken dat hun stem er toe doet. Dat er weinig mensen gaan stemmen komt wellicht door de beeldvorming. Het komt vrij vaak voor dat je vanuit Den Haag hoort dat ze iets moeten doen omdat het van Europa moet. Dat draagt niet bij aan de positieve beeldvorming. En daar komt bij dat positieve dingen vrijwel niet aan Europa worden toegekend. Wat ik al zei; de problemen stoppen niet bij de grens. Wij hebben het over kernenergie, terwijl ze in Duitsland de kerncentrales afbreken. En dat geldt ook voor stikstof, waarbij de regels in Duitsland heel anders zijn. Wat er in Europa gebeurt, dat doet er toe.”
Tot slot. Over twee jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Zijn jullie van plan om in Groningen daar ook aan mee te gaan doen?
“Ik kan daar nu nog geen harde uitspraken over doen. Maar als er genoeg mensen zijn die zich daar voor willen inzetten, dan lijkt me dat heel zin- en waardevol. Wel is het zo dat we niet meedoen om het meedoen. Wij vinden het belangrijk om een sterk geluid te kunnen laten horen. Maar als dat er is, dan schat ik persoonlijk de kans groot in dat we aan deze verkiezingen in de gemeente Groningen mee gaan doen.”