Demissionair minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) van Justitie herhaalt nog eens dat het niet slim is om boa’s toe te staan om hoofddoekjes te dragen op straat. “Eerder werd deze discussie gevoerd over de ruggen van agenten, en nu over die van boa’s. Ik vind dat jammer.”
Groningen besloot onlangs dat boa’s tijdens het uitoefenen van hun werk hoofddoekjes mogen dragen. Verschillende andere gemeenten hebben een vergelijkbaar besluit genomen of zijn dit van plan. Maar er zijn ook gemeenten waar de discussie niet gevoerd wordt. Volgens Yeşilgöz-Zegerius is er geen verschil tussen politieagenten en boa’s: “Deze mensen gaan voor ons de straat op om de orde te handhaven. In sommige gemeenten zijn ze gewapend en beschikken ze over verschillende geweldsinstrumenten. Tijdens hun opleiding krijgen ze geleerd om neutraliteit uit te stralen. Neutraliteit in opleiding, in gedrag maar ook in uniform.”
“We hebben een scheiding van kerk en staat”
Yeşilgöz-Zegerius: “Het kan niet zo zijn dat in de ene gemeente het dragen van een hoofddoek wel toegestaan wordt, en in een andere gemeente niet. Ik ben daarover in gesprek met de gemeenten.” Het argument dat door hoofddoekjes toe te staan juist meer mensen interesse hebben in het werk, en dat gemeenten juist gaan over de boa’s omdat deze mensen bij hun in dienst zijn, wimpelt de minister weg. “We hebben in Nederland een scheiding van kerk en staat. Op straat moet daarom iedereen hetzelfde uniform dragen. Maar op andere plekken kun je prima een hoofddoekje dragen. Als je als boa achter een bureau werkt, dan is dat geen enkel probleem.”
Wetgeving
Afhankelijk van de gesprekken met de gemeenten is er een mogelijkheid dat de minister het onderwerp naar zich toe trekt en een wet gaat invoeren waarbij het dragen van hoofddoekjes door boa’s verboden wordt.
Verslaggever Nadine Jansen maakte een reportage over het onderwerp: